Het optimisme over de economie heeft onder Europese CFO’s in het tweede kwartaal een recordniveau bereikt. Tegelijk zegt 39% wel bovengemiddeld onzeker te zijn over het overheidsbeleid en de economische omstandigheden. Dat concluderen de Nederlandse TIAS School for Business and Society en de Amerikaanse Duke University in hun gezamenlijke kwartaalonderzoek onder CFO’s.
Onder de financiële topmensen is de stemming van de Europeanen duidelijk het meest verbeterd vergeleken met het eerste kwartaal: van hen is 62% optimistischer gestemd over de economie. Dat is een evenaring van het recordniveau van 2014 en 2015. Op de andere continenten is tussen de 36% en de 48% meer positief gestemd over de economie. Als het gaat om het absolute percentage optimisten onder de CFO’s scoort Europa met 61% minder dan de Verenigde Staten (67%) en Azië (64%).
Uitstellen of opschroeven
Ruim een op de drie Europese CFO’s vindt de economische onzekerheid nog steeds de grootste zorg en bijna vier op de tien zijn bovengemiddelde onzeker omtrent overheidsbeleid en economische omstandigheden. “Als gevolg daarvan stelt ruim één op de vier bedrijven nieuwe projecten en uitbreidingsplannen uit. In 6% van de gevallen worden deze zelfs gecanceld. Aan de andere kant kiest een kwart van de bedrijven er juist voor om de activiteiten weer op te schroeven.”
Innovatie in onzekere tijden
In onzekere tijden blijken de meeste bedrijven te vertrouwen op gangbare methoden als het verbeteren van de liquiditeitspositie en kostenreductie, het vergroten van de flexibiliteit van werknemers en het versterken van risicomanagement. “Maar verrassend genoeg blijkt een groot deel van de CFO’s juist ook innovatie en ontwikkeling van nieuwe markten als best practice aan te merken”, stellen de onderzoekers. Zij zien daarin een verklaring voor de stijging in bedrijfsuitgaven voor de komende twaalf maanden wordt verwachten. “Zo voorzien de CFO’s gemiddeld 8,2% groei in kapitaalinvesteringen, 7% groei in zowel technologie als R&D en zo’n 4% groei in marketinguitgaven. Onzekerheid leidt dus niet per definitie tot algehele risicoaversie.”
Geef een antwoord