
Hoogleraar accountancy Marcel Pheijffer kraakt in het FD enkele kritische noten over het Deloitte-onderzoek naar de beruchte mondkapjesdeal van Sywert van der Lienden.
De Tweede Kamer reageerde afgelopen week al teleurgesteld op de technische briefing die Deloitte gaf over de omstreden mondkapjesdeal, waarin weinig bekend werd over de bevindingen van de onderzoekers. Pheijffer is het eens met Kamerlid Omtzigt, die vindt dat de Tweede Kamer en niet de regering de opdrachtgever moet zijn van een dergelijk onderzoek. Dat zou bovendien beter publiekrechtelijk kunnen worden uitgevoerd: ‘Duidelijk is dat er geen enkele noodzaak is om een dergelijk (duur) onderzoek door een accountantsorganisatie uit te laten voeren.’
Deelrapporten
Bovendien zal het onderzoek alleen feitelijke bevindingen gaan opleveren. ‘Dat is als aan een scheidsrechter te vragen te fluiten voor het vaststellen van een overtreding, zonder dat deze mag bepalen of hij daarvoor een vrije schop of kaart verstrekt.’ Deloitte zou best conclusies mogen trekken, vindt Pheijffer. Een onderzoek hoeft daarnaast niet altijd volledig te zijn, vindt de hoogleraar. ‘Omdat je in een rapport prima de beperkingen kunt uitleggen van hetgeen je (nog) niet hebt kunnen onderzoeken. Bovendien moet het streven naar volledigheid geen hypotheek leggen op tijdige waarheidsvinding, zeker niet indien de (politieke) kernvragen waar het onderzoek om draait zich uitkristalliseren.’ Deelrapporten zouden de snelheid bevorderen: ‘Met goede wil aan de kant van regering en Deloitte, kan het parlement eerder feiten (en eventueel) conclusies op tafel krijgen dan nu is aangegeven.’
Kinderachtig
Dat Deloitte niet wilde zeggen wat het onderzoek kost, vindt Pheijffer ‘bijzonder kinderachtig’. ‘Waarom zou je niet kunnen antwoorden dat het onderzoek tot nog toe x-miljoen heeft gekost (en nog x-miljoen) gaat kosten? Dat antwoord bereikt de Tweede Kamer vroeg of laat toch wel.’
Geef een reactie