Tien opleidingen tot AA, met oriëntatie accountancy-mkb, voldoen aan de nieuwe kwaliteitseisen. Dat heeft de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) geoordeeld na onderzoek.
De kwaliteitseisen zijn in 2016 aangescherpt om de opleidingen beter te laten aansluiten op de praktijk. Dat is volgens de CEA gelukt. “Er zijn zinvolle nieuwe opleidingen ontstaan die de studenten prima voorbereiden op hun functie als adviseur van het midden- en klein bedrijf.” De commissie nam de AA-opleidingen onder de loep van Fontys Hogescholen, Markus Verbeek Praehep, Hanzehogeschool Groningen, Saxion, NHL Stenden Hogeschool, hbo A&A Hogeschool voor de Accountancy, Full Finance Opleidingen, Avans+, Windesheim en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
Mooie opleidingen ontstaan
De CEA is te spreken over de manier waarop de AA-opleidingen de ruimte voor differentiatie hebben benut die de nieuwe eindtermen bieden. “Er is flink geïnvesteerd in een nieuwe invulling van het curriculum. Dat er zulke mooie opleidingen zijn ontstaan toont ook aan dat het onderwijs in staat is gebleken in vrij korte tijd cruciale veranderingen door te voeren. Een aantal onderwijsinstellingen heeft er bewust voor gekozen de krachten te bundelen om aan de nieuwe eindtermen te kunnen voldoen.”
Meer samenwerking met praktijk
Ook wordt er meer samengewerkt met accountantskantoren. Anders dan de oude AA-opleidingen passen de nieuwe opleidingen goed bij wat de afgestudeerden in de praktijk (gaan) doen. Wel is de ene opleiding er al beter in geslaagd de ultieme mix tussen theorie en praktijk te vinden dan de andere. Alleen met eigen docenten een beroepsgerichte opleiding verzorgen gaat niet. Een aantal instellingen staat dan ook nog voor de uitdaging om (nog meer) mensen uit de praktijk aan zich te binden als gastsprekers en/of docenten.” In de nieuwe manier van toetsen wordt daarnaast minder gebruik gemaakt van standaard schriftelijke examens en meer van vraagstukken uit de praktijk en presentaties om te toetsen of studenten aan de eisen voldoen.
IT en ethiek
Aandachtspunt is het bijhouden van de IT-ontwikkelingen, want dat onderwerp speelt een grote rol in de eindtermen. “De expertise op dit vlak kan bijna niet anders dan van buiten de opleidingen komen. Er mag geen gat ontstaan tussen wat men op IT-gebied leert tijdens de opleiding en wat men daarna moet kunnen in de praktijk. Ook daarom is een nauwe samenwerking met de kantoren cruciaal.” De CEA vindt dat een aantal opleidingen nog te weinig expertise in huis hebben om te kunnen voldoen aan de nieuwe eindtermen voor Gedrag, Ethiek en Besluitvorming (GEB). “Het blijkt lastig om ervaren en gespecialiseerde docenten op dit vakgebied te vinden. Het zou een oplossing kunnen zijn als deze worden gezocht bij andere faculteiten waar deze vakken al langer een belangrijk onderdeel zijn van het curriculum.”
Grote verschillen tussen examencommissies
Verder zou de rol van de examencommissies ook beter in de gaten gehouden moeten worden. “Bij een aantal opleidingen moet de examencommissie meer gaan toezien op het borgen van het niveau van de toetsing en van de kwaliteit van de in- en uitstroom van studenten. De verschillen tussen de opleidingen op dit onderwerp zijn groot.”
Tot slot zou de CEA graag zien dat de opleidingen samen met de accountantskantoren en de NBA de theorie- en praktijkopleiding meer synchroon laten lopen. “Nu ronden studenten vaak eerst de theorieopleiding af en starten pas daarna met de praktijkopleiding. De verwachting is dat het leerrendement hoger is wanneer beide onderdelen van de AA-opleiding meer parallel verlopen.”
Met de vernieuwing van de eindtermen is ook het toezicht van de CEA veranderd: dat is nu meer risicogericht. Opleidingen zijn zelf verantwoordelijk om belangrijke veranderingen en incidenten te melden.
Geef een antwoord