De Accountantskamer heeft voormalig Accon avm-topman Guus Delger een berisping opgelegd. De tuchtrechter oordeelt dat hij financiers en commissarissen cijfers heeft verstrekt die de slechte financiële situatie bij het bedrijf verbloemden en op eigen houtje twee financieringsarrangementen is aangegaan. Anderzijds wordt een groot deel van de klachten als niet of onvoldoende onderbouwd van tafel geschoven.
Delger werd in 2021 eerst geschorst en later ontslagen als bestuursvoorzitter omdat Accon avm er financieel veel slechter bleek voor te staan dat tot dan toe uit de cijfers was gebleken. Twee klokkenluiders hadden dat naar voren gebracht met onder meer een geluidsopname van een telefoongesprek met Delger. Die had onder meer de hoeveelheid onderhanden werk gemanipuleerd. Accon avm schakelde forensisch accountant Peter Schimmel in en die constateerde ook dat de cijfers niet klopten. Dat leidde tot een forse afboeking en verdere financiële malaise. Uiteindelijk ontfermde Flynth zich over de noodlijdende top 10-speler.
Belastingschuld gehalveerd
De Stichting Algemeen Managementadvies, waarin aandeelhouders verenigd waren, diende een tuchtklacht in: de halfjaarcijfers 2019 en 2020 en de eindejaarscijfers van 2020 waren gemanipuleerd zodat bij ING de broodnodige financiering kon worden verkregen. De raad van commissarissen was daarvan niet op de hoogte. Delger zou een belastingschuld van 22,5 miljoen euro hebben teruggeschroefd naar iets meer dan 11 miljoen om de solvabiliteit op te krikken en medewerkers hebben aangezet om de cijfers te bewerken.
Lees het verslag van de zitting bij de Accountantskamer
Verschillen wijzen nog niet op fouten
De Accountantskamer stelt vast dat aan ING over 2020 een halfjaaromzet van 51.925.028 euro is gemeld en in het rapport aan de RvC 46.873.167 euro. De interne administratie meldt een omzet van 43.450.751. Maar dat er sprake is van verschillen tussen rapportages onderling of verschillen tussen de rapportages en de interne administratie hoeft nog niet te betekenen dat sprake is van fouten in een of meer van de rapportages, overweegt de tuchtrechter. ‘Zo kan het specifieke doel van een rapportage meebrengen dat niet alle gegevens uit de administratie aan een gebruiker van de rapportage vermeld (hoeven te) worden of dat een post anders wordt samengesteld waardoor het bedrag van die post afwijkt van het bedrag van een vergelijkbare post in een ander rapport.’
Geen deugdelijke grondslag
Delger heeft echter niet afdoende verklaard waarom de belastingschuld die hij heeft gerapporteerd, zoveel lager uitkomt, vindt de Accountantskamer. Die berekent de kortlopende belastingschulden per ultimo eerste halfjaar 2020 op een kleine 23,5 miljoen euro, meer dus nog dan Schimmel in zijn rapport meldde. Inclusief de voorziening ‘Latente belastingverplichtingen’ komt de totale belastingschuld op ruim 28 miljoen euro. Verrekend met 5 miljoen aan vennootschapsbelasting wegens een fiscaal verlies van 20 miljoen euro, komt de schuld uit op iets meer dan 23 miljoen euro. ‘Uit het vorenstaande volgt dat op basis van de beschikbare cijfers geen aansluiting valt te maken met de door betrokkene gerapporteerde ‘Belastingschuld en premies soc. verz.’ van 11.160.901 euro […]. De rapportages aan [ING] en de RvC kunnen daarom wat de belastingschuld betreft niet op een deugdelijke grondslag berusten.’ Daarmee zullen ook andere posten in de halfjaarcijfers niet op een deugdelijke grondslag berusten. ‘Het verschil met de berekende belastingschuld per 30 juni 2020 moet immers in een of meer andere balansposten – en wellicht ook posten in de resultatenrekening – zijn verwerkt, al dan niet via (extracomptabele) voorafgaande journaalposten.’
Lees ook het interview met interimbestuurder Theo de Vries eind 2021
Kortom: Delger heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, oordeelt de Accountantskamer. Die laat de omzetverschillen – onder meer ontstaan door mogelijk gerommel met de hoeveelheid onderhanden werk – in het midden: ‘Nu de gerapporteerde belastingschuld niet op een deugdelijke grondslag berust en daaruit volgt dat ook een of meer andere posten niet op een deugdelijke grondslag berusten, ziet de Accountantskamer niet in wat de bespreking van het verwijt ten aanzien van de omzetbedragen kan bijdragen aan het door de tuchtrechtspraak te dienen doel, te weten het bevorderen van het optimaal functioneren van accountants.’
Ook is Delger de mist ingegaan met twee financieringsarrangementen bij ING voor in totaal ruim 2 miljoen euro: daar had hij toestemming voor moeten vragen aan de RvC. Het verweer dat (onder meer) de totale schuldpositie door de arrangementen niet zou toenemen, doet niet ter zake.
Deel klachten ongegrond
De klacht over de halfjaarcijfers over 2019 is ongegrond: die is onvoldoende onderbouwd, oordeelt de Accountantskamer. Ook de klacht over de jaarrekeningen over 2019 en 2020 mist doel: die is eveneens onvoldoende onderbouwd. Alleen het gegeven dat die later zijn gecorrigeerd, maakt nog niet dat Delger fouten had behoren te zien en te herstellen. De stichting had nog een excelsheet ter onderbouwing ingestuurd, maar die is te laat ingediend.
Delger voert met succes verweer tegen de klacht dat zijn memorandum van juli 2021 aan de RvC onregelmatigheden bevat. Zo stelt hij dat de mutatie onderhanden werk niet aan de RvC, maar later wel aan ING is gemeld. Delger voert onder meer ook aan dat de rapportage van Schimmel is gebaseerd op een excelbestand waarvan de datum niet vaststaat en dat de belastingschuld in de rapportage aan zowel de RvC als aan ING gelijk is. Daar heeft de stichting onvoldoende tegenin gebracht.
‘Deepfake’
De klacht dat Delger wist van de fouten en geen maatregelen heeft genomen, wordt afgewezen. De in het geding gebrachte geluidsopname is onvoldoende bewijs van bewuste manipulatie van cijfers, vindt de tuchtrechter. Niet is bewezen dat die opname een juiste en volledige vastlegging is van het gevoerde gesprek. ‘Daar komt bij dat alleen de stem van betrokkene is te horen en niet van de andere gespreksdeelnemer(s). De opname betreft een deel van het telefoongesprek. De geluidsopname zelf is, gegeven het verweer van betrokkene, wat betreft juistheid en volledigheid met te veel onzekerheden omgeven om de stelling te kunnen ondersteunen dat betrokkene bewust misleidende gegevens en cijfers heeft verstrekt.’ Delger zelf beweert dat de opname een ‘deepfake’ is.
Tot slot heeft Delger weliswaar niet meegewerkt aan het onderzoek van Schimmel, maar dat was wegens ziekte en bovendien had Schimmel toegang tot de volledige administratie van Accon inclusief de mailbox van Delger. ‘De Accountantskamer is daarom van oordeel dat de stelling dat betrokkene geen medewerking aan het onderzoek heeft willen verlenen feitelijk deels wel juist is, maar in dit geval tuchtrechtelijk niet verwijtbaar.’
Milder oordeel wegens publiciteit
De Accountantskamer komt tot het oordeel dat een berisping passend en geboden is. Delger heeft door zijn handelen ten aanzien van de halfjaarcijfers 2020 en door in strijd met de statuten zonder goedkeuring van de RvC kredietovereenkomsten aan te gaan, gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. ‘In het voordeel van betrokkene is meegewogen dat betrokkene door [Accon Avm] is ontslagen en negatief in de publiciteit is gekomen waardoor betrokkene zich genoodzaakt zag zich als accountant te laten uitschrijven.’
Accountantskamer, uitspraak 23/16 Wtra AK, 15 september 2023
Geef een reactie