De inbreng in hoger beroep van medische omstandigheden en de daarmee samenhangende sterk verslechterde financiële situatie van een registeraccountant waren voor het CBb geen reden om een uitspraak van de Accountantskamer te herzien.
Grondslag van het geschil
Een voormalig registeraccountant heeft van de NIVRA een ontheffing verkregen van zijn PE-verplichtingen voor het jaar 2010 voor 40 punten. De NBA heeft in november 2013 besloten de accountant een gedeeltelijke ontheffing te verlenen voor de driejaarstermijn 2010-2012 voor in totaal 100 punten. In juni 2014 is, naar aanleiding van een andere klacht, de inschrijving van de accountant in het accountantsregister doorgehaald.
Uitspraak Accountantskamer
De accountant gaat bij het College van beroep voor het bedrijfsleven in beroep tegen het oordeel van de Accountantskamer dat hij geen, of in ieder geval minder dan 20 PE-punten heeft behaald in het jaar 2011 en voor zover mocht blijken dat hij wel PE-punten heeft behaald in het jaar 2011, hij niet heeft voldaan aan zijn registratieplicht. De Accountantskamer heeft de klacht gegrond verklaard en heeft overwogen dat op grond van de stukken vast is komen te staan dat appellant in het jaar 2011 geen PE-activiteiten heeft verricht. De Accountantskamer heeft de accountant een waarschuwing opgelegd en een geldboete van 1000 euro. Bij het opleggen van de geldboete en het bepalen van de hoogte daarvan heeft de Accountantskamer mede rekening gehouden met het ontbreken van ieder uitzicht dat betrokkene bezig is geweest aan de PE-norm te voldoen en de omstandigheid dat collega-accountants, die zich wel aan hun verplichtingen hebben gehouden, (studie)kosten hebben gemaakt terwijl dat ten onrechte bij de accountant niet het geval is geweest. Het verschil in positie van de accountant ten opzichte van zijn collega-accountants heeft de Accountantskamer, als het gaat om de economische waardering van dat verschil, geschat op 50 euro per PE-punt. De Accountantskamer is uitgegaan van 20 te weinig behaalde PE-punten en kwam zo op het bedrag van 1000 euro boete.
Verweer
De accountant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de NBA hem bij besluit van 26 november 2013 alsnog voor 100 PE-punten ontheffing heeft verleend voor de driejaarstermijn 2010-2012, in verband met bijzondere omstandigheden, te weten zijn medische situatie. Het verlenen van de ontheffing wegens medische omstandigheden staat volgens de accountant haaks op de handhaving van de klacht voor het jaar 2011 door klager. De medische omstandigheden hebben ook geleid tot een sterk verslechterde financiële situatie, zodat geen financiële middelen beschikbaar waren voor het volgen van betaalde cursussen, aldus de accountant. Hij heeft het College dan ook verzocht in elk geval de boete te matigen tot nihil.
Uitspraak
Het College is het met de Accountantskamer eens er geen omstandigheden zijn op grond waarvan de accountant niet is aan te rekenen dat hij niet heeft voldaan aan zijn PE-verplichtingen. De inbreng van een medische en financiële overmachtssituatie acht het College daartoe ontoereikend. ‘Appellant heeft berust in het besluit van klager van 26 november 2013 om hem geen volledige ontheffing te verlenen voor de jaren 2010-2012, terwijl bij dat besluit alle bij klager bekende medische gegevens over deze, toen reeds afgesloten, periode zijn betrokken. Gegevens die thans een ander licht op zijn medische situatie in 2011 kunnen werpen heeft appellant niet in geding gebracht, nog daargelaten dat hij dit voorafgaand aan het besluit van 26 november 2013 had behoren te doen. Het ontbreken van toereikende financiële middelen kan naar het oordeel van het College bovendien niet aangemerkt worden als een omstandigheid die het niet behalen van PE-punten kan rechtvaardigen. Van een werkzaam accountant mag onder alle omstandigheden worden verwacht dat hij zijn professionele deskundigheid middels permanente educatie op een niveau houdt dat is vereist om adequaat professionele diensten te kunnen verlenen.’
Geef een reactie