De belangstelling voor het gebruik van de vertrekregeling van de Belastingdienst is nog groter dan verwacht. De uitstroom van medewerkers dreigt te groot te worden.
Dat zegt Albert van der Smissen, voorzitter van NCF, de vakbond voor werknemers van de Belastingdienst, in het AD.
De Belastingdienst staat voor een grote reorganisatie waarbij naar schatting 5000 banen zullen vervallen. Minstens 5.000 medewerkers verliezen dan hun werk. Tegelijkertijd wil de dienst 1500 nieuwe data-analisten aannemen die computersystemen aan elkaar moeten knopen.
Iedereen bij de Belastingdienst kan tot 1 juli 2016 vrijwillig vertrekken met een stimuleringspremie; de ‘directe uitstroom met stimuleringspremie’-variant. Daarnaast kunnen medewerkers vrijwillig overgaan naar Switch, het dienstonderdeel dat is opgericht om de personele gevolgen van de herstructurering op te vangen, en binnen drie jaar met een stimuleringspremie vertrekken. De regelingen in het rijksbrede van-werk-naar-werk-beleid moet er voor zorgen dat gedwongen uitstroom beperkt kan worden.
In zijn halfjaarlijkse update aan de Tweede Kamer over de stand van zaken bij de Belastingdienst schreef Wiebes al dat de belangstelling voor het gebruik van deze regelingen nog groter is dan verwacht. Iets waarvoor Albert van der Smissen, voorzitter NCF, het ministerie al had gewaarschuwd. ‘Ik heb tegen de Belastingdienst gezegd: als je de regeling op deze wijze voor iedereen openstelt, kan het zijn dat niet de door jullie beoogde mensen vertrekken.’ Zo zegt hij in het AD.
De vakbond uitte in haar vakbondsblad eerder al haar zorgen over de reorganisatie. Volgens de vakbond dreigt er binnen de Belastingdienst een tweedeling te ontstaan tussen enerzijds medewerkers die werk verliezen of moeilijk meekomen met de nieuwe eisen van het werk en anderzijds medewerkers die door de Investeringsagenda leuker werk krijgen, doorgroeien of de stimuleringspremie benutten om de Belastingdienst te verlaten.
Van der Smissen accepteert geen gemor aan de regeling: ‘Als dat inderdaad zo uitpakt, zoeken ze maar een oplossing.’
Geef een reactie