Het spaaroverschot van niet-financiële bedrijven is de laatste jaren afgenomen. Dit meldt het CBS. Ook bij huishoudens nam het spaaroverschot af.
Het spaarsaldo van de overheid daarentegen sloeg om van tekort naar overschot. Voor een deel is het spaaroverschot gekrompen door lagere renteopbrengsten. Niet-financiële bedrijven boekten in 2016 ook 16 miljard euro minder aan ontvangen dividenden dan in 2012. Nederland heeft al decennia een spaaroverschot. In 2016 bedroeg het overschot 7,9 procent van het bruto binnenlands product (bbp). In 2013 was het spaaroverschot met ruim 10 procent historisch groot. Vorig jaar bedroeg het spaaroverschot van de niet-financiële bedrijven 47,7 miljard euro, terwijl dit in 2012 nog 65,7 miljard euro was.
Meer toegevoegde waarde
De inkomsten (middelen) van niet-financiële bedrijven namen na 2012 iets toe, door een geleidelijke toename van de toegevoegde waarde. Het inkomen uit vermogen, zoals rente, dividenden en herbelegde winsten in dochterondernemingen, nam daarentegen af van 60,3 miljard euro in 2012 naar 32,2 miljard in 2016. Aan de kostenkant namen de loonkosten en sociale premies toe, evenals de investeringen in vaste activa. Vooral de chemische industrie is verantwoordelijk voor de afname van het spaaroverschot van niet-financiële vennootschappen.
Financiering vooral uit buitenland
Ondanks de daling van het spaaroverschot groeiden de financiële bezittingen van niet-financiële vennootschappen. Zij investeerden vooral in niet-beursgenoteerde aandelen. Financiering haalden ze voor een belangrijk deel uit de uitgifte van aandelen en schuldbewijzen. Vooral het buitenland blijkt kapitaalverschaffer. Leningen door Nederlandse financiële instellingen werden in de afgelopen jaren per saldo zelfs afgelost. Er werd dus meer afgelost dan geleend.
Bron: CBS
Geef een reactie