De vereniging van Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders (BPBI) heeft bot gevangen met een klacht tegen een RA die volgens de vereniging vooraf bij bewindvoerders aangaf welke dossiers hij in een steekproef zou meenemen. Dat was niet gepast, vindt de BPBI. Maar volgens de Accountantskamer is nergens vastgelegd dat steekproeven vooraf bekend maken niet is toegestaan. Wel doet het afbreuk aan de kwaliteit van de audit, voegt de tuchtrechter daaraan toe.
De leden van de PBI moeten elk jaar een audit ondergaan, die wordt uitgevoerd door accountants die door de vereniging worden geselecteerd. De betrokken RA hoort bij de pool van geselecteerde accountants. De BPBI heeft bijeenkomsten georganiseerd voor de accountants en daarbij naar eigen zeggen uitdrukkelijk meegedeeld dat het niet is toegestaan om vooraf te laten weten welke dossiers in de steekproef worden betrokken en dat bij het uitvoeren van een audit altijd een waarneming ter plaatse moet worden uitgevoerd. Als een bewindvoerder vooraf weet welke dossiers onder de loep worden genomen, kan hij vooraf nog snel dossiers kunnen doorlopen en zo nodig aanpassen en dat is niet de bedoeling, vindt de BPBI. De RA bestrijdt dat die mededeling tijdens de bijeenkomsten is gedaan.
Niet verplicht, maar ook niet wenselijk
De Accountantskamer wijst de klacht af: “De Accountantskamer stelt vast dat klaagster haar stellingen op het punt van de aan de accountants gedane mededelingen niet met stukken heeft onderbouwd en aldus niet aannemelijk heeft gemaakt, hetgeen gelet op de uitdrukkelijke betwisting door betrokkene, wel op haar weg had gelegen.” De tuchtrechter overweegt verder dat in het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren noch in het Accountantsprotocol Besluit Kwaliteitseisen CBM 2016is vastgelegd dat het vooraf bekend maken van de steekproef niet is toegestaan. “Niettemin acht de Accountantskamer het aannemelijk dat uit het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid zoals bedoeld in artikel 2 onder d van de VGBA voortvloeit dat het vooraf melden welke dossiers allemaal zullen worden bekeken, niet bijdraagt aan het bereiken van de kwaliteit zoals die met het Besluit wordt nagestreefd, nu niet uitgesloten kan worden dat dossiers met het oog op het onderzoek worden aangepast.”
Niet aannemelijk gemaakt
De RA heeft echter op de zitting gemotiveerd tegengesproken dat hij voorafgaand aan de waarneming ter plaatse een lijst opvraagt van alle dossiers en vervolgens aan de bewindvoerder laat weten welke dossiers hij in het kader van de audit zal onderzoeken. “Nu klaagster de klacht op dit punt niet heeft onderbouwd en evenmin aannemelijk heeft gemaakt dat de werkwijze van betrokkene, zoals hiervoor weergegeven heeft geleid tot een onjuist totaalbeeld van de kwaliteit van de door hem onderzochte (praktijkvoering van de) bewindvoerders en inkomensbeheerders, is dit klachtonderdeel ongegrond.”
Ook de klacht dat de RA herhaaldelijk volstaat met audits op afstand, wordt verworpen. De RA heeft aangegeven dat hij altijd de te onderzoeken organisaties persoonlijk bezoekt en dat is niet voldoende gemotiveerd weersproken door de BPBI.
Geef een reactie