Een vrouw die via haar eenmanszaak de administratie doet voor haar mand die handelt in oldtimers, moet btw betalen over het privégebruik van de echtelijke woning. Het huis was door de man eerder volledig als zakelijk aangemerkt.
Het stel kocht in 2009 een woning en de man bracht de voorbelasting die op de woning drukt volledig in aftrek. Hij betaalde vervolgens in 2010 de btw in verband met het privégebruik van de woning. In 2011 verzoekt de vrouw om, met toepassing van art. 37d Wet OB 1968, het deel van de man aan haar over te dragen: ‘Op (btw-nummer) is destijds voordruk op onze woning genoten, dus als zijnde vof. Wij zijn overigens gehuwd in gemeenschap van goederen. Mijn echtgenoot heeft nu aangegeven dat hij zijn aandeel in de vof wel aan mij wil overdragen, mits dit geen gevolgen heeft voor de genoten voordruk.’ De Belastingdienst stemt toe en de vrouw voldeed vanaf 2011 de btw in verband met het privégebruik van de woning. Tegen btw-heffing over het privégebruik voor het jaar 2015 ging zij in bezwaar en beroep, omdat ze vond dat ze die niet verschuldigd was.
Zakelijk geëtiketteerd
Rechtbank Gelderland is van mening dat dit wel het geval is. Volgens de rechtbank heeft de man de woning in 2009 volledig zakelijk geëtiketteerd. Verder stelt de rechtbank vast dat de echtgenoot naar aanleiding van een boekenonderzoek, akkoord is gegaan met de gevolgen van zijn keuze. Ook hecht de rechtbank belang aan het verzoek van de vrouw om toepassing van art. 37d Wet OB 1968, waardoor alle rechten en plichten voor de btw van de man zijn overgegaan op de vrouw. De Belastingdienst krijgt gelijk.
Geef een antwoord