Er bestaat een rechtstreeks verband tussen de huisvesting die een uitzendbureau verleent en de vergoeding die de werknemers daarvoor betalen. Naar het oordeel van de rechtbank is daarmee sprake van een dienst onder bezwarende titel. Dat betekent dat de teruggaafverzoeken omzetbelasting terecht zijn afgewezen.
Een uitzendbureau is in Litouwen gevestigd en stelt personeel ter beschikking aan opdrachtgevers in onder andere Nederland. Het personeel dat in Nederland ter beschikking wordt gesteld zijn hoofdzakelijk steigerbouwers. Het personeel is woonachtig in Litouwen en verblijft tijdelijk in Nederland tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden.
Het uitzendbureau biedt huisvesting aan het uitgezonden personeel in panden van derden, onder inhouding van een bedrag op het loon. De inhouding bedraagt € 3 per gewerkt uur tot een maximum van € 520 per maand.
De werknemers zijn niet verplicht om van de geboden huisvesting gebruik te maken. In dat geval dienen zij zelf huisvesting te zoeken en het uitzendbureau betaalt daarvoor geen vergoeding.
In de aangiften omzetbelasting over vier kwartalen van 2018 en een van 2019 verzoekt het uitzendbureau om teruggaaf van de aan haar voor huisvesting in rekening gebrachte btw. Volgens het uitzendbureau heeft zij daar recht op omdat het verstrekken van huisvesting in haar ogen geen belaste dienst is.
In de zitting voor rechtbank Zeeland-West-Brabant beweert het uitzendbureau dat geen sprake is van een rechtstreeks verband tussen het verlenen van huisvesting en de inhouding van een eigen bijdrage voor de huisvesting op het loon van de werknemers. De vergoeding die werknemers betalen is namelijk gekoppeld aan het aantal gewerkte uren en niet aan het feitelijk gebruik van de huisvesting.
In gevallen waarin een werknemer niet werkt maar wel gebruik maakt van de huisvesting (bijvoorbeeld bij vakantie, tijdelijk geen opdracht of ziekte), wordt er geen vergoeding in rekening gebracht.
Rechtstreeks verband tussen dienst en vergoeding
De rechtbank oordeelt anders en legt uit dat gelet op het geheel aan afspraken tussen het uitzendbureau en de werknemers ten aanzien van de huisvesting wel sprake is van een rechtstreeks verband. Het uitzendbureau sluit arbeidscontracten met haar werknemers en stelt deze werknemers vervolgens ter beschikking aan Nederlandse opdrachtgevers.
Werknemers gaan pas naar Nederland als zij hier daadwerkelijk werkzaamheden gaan verrichten, en dus uren gaan maken. Vervolgens zijn zij dus ook een vergoeding verschuldigd voor het afnemen van die huisvesting.
Een geval waarin een werknemer incidenteel niet werkt terwijl wel van de huisvesting gebruik wordt gemaakt, zoals bij vakantie of ziekte, ziet de rechtbank als een uitzonderingssituatie. Het rechtstreekse verband blijft bestaan tussen de huisvesting die het uitzendbureau verleent en de vergoeding die de werknemers daarvoor betalen.
Volgens de wet wordt een dienst geacht onder bezwarende titel te worden verricht wanneer tussen die dienst en de ontvangen tegenprestatie een rechtstreeks verband bestaat. Een dergelijk rechtstreeks verband bestaat alleen als er tussen de dienstverrichter en de afnemer een rechtsbetrekking bestaat waarbij over en weer prestaties worden uitgewisseld.
De door de leverancier of dienstverrichter ontvangen prijs moet de werkelijke tegenwaarde vormen voor het geleverde goed of de verleende dienst. Er moet dus een reëel verband moeten kunnen worden gelegd tussen het geleverde goed of de verrichte dienst en het daarvoor betaalde bedrag.
Hogere of lagere prijs van marktprijs of kostprijs niet relevant
Het is niet relevant of de prestatie wordt verricht tegen een hogere of een lagere prijs dan de kostprijs. En evenmin is het relevant of de prestatie is verricht tegen een hogere of een lagere prijs dan de normale marktprijs.
Het feit dat degene die de prestatie verricht een gering deel van de gemaakte kosten terugverdient, volstaat niet om te oordelen dat een dergelijk reëel verband ontbreekt.
Het beroep van het uitzendbureau op het arrest van de Commissie/Finland wordt door de rechtbank verworpen. In de situatie van het uitzendbureau is de vergoeding niet afhankelijk van de hoogte van het salaris, maar van het aantal gewerkte uren.
En er wordt geen rekening gehouden met toeslagen op het uurloon van de werknemers of de mogelijkheid dat andere inkomsten worden verdiend.
Van een inkomensafhankelijke vergoeding is dan geen sprake.
Geef een reactie