Het kabinet wil in het pakket Belastingplan 2025 met drie aanpassingen van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en doorschuifregeling (DSR) komen naar aanleiding van een evaluatie uit 2022. De maatregelen worden nu voorgelegd voor internetconsultatie.
Maatregelen
Het kabinet vindt het belangrijk om de BOR en DSR te behouden, maar wil ze ook toekomstbestendiger maken. Het gaat om de volgende drie maatregelen: ten eerste wordt de toegang tot de BOR en DSR beperkt tot gewone aandelen met een minimaal belang van 5%. Ten tweede wordt onbedoeld gebruik van de BOR via rollatorinvesteringen en dubbel-BOR tegengegaan en ten derde wordt de bezits- en voortzettingseis in de BOR versoepeld.
Beperking toegang
Op dit moment kan iedereen met een aanmerkelijk belang gebruik maken van de BOR, ongeacht hoe klein dit pakket is. Maar bij een klein aanmerkelijk belang is eerder sprake van beleggen dan van ondernemen, vindt het kabinet. Daarom wordt voorgesteld om per 2026 de toegang tot de BOR en de DSR te beperken tot gewone aandelen met een minimaal belang van 5% van het geplaatste kapitaal.
Tegengaan oneigenlijk gebruik
Daarnaast is gebleken dat de BOR in de huidige vorm wordt gebruikt op een manier waarvoor de BOR niet is bedoeld. Dit gebeurt door zogeheten rollatorinvesteringen en dubbel-BOR. Bij rollatorinvesteringen koopt een ouder familielid voor een groot bedrag een bedrijf met als voornaamste doel besparing van de erfbelasting door de beoogde erfgenaam. Er is dan geen sprake van daadwerkelijke bedrijfsopvolging. Het kabinet stelt daarom voor om de minimumbezitstermijn van momenteel 1 jaar bij overlijden en 5 jaar bij schenking te verlengen. Dit geldt voor erflaters en schenkers (ruim) boven de AOW-gerechtigde leeftijd. Bij de dubbel-BOR schenken ouders bijvoorbeeld hun bedrijf aan hun kind, kopen dit vervolgens terug waarna ze dit wederom via de BOR schenken aan het kind. Omdat er ook andere varianten van dubbel-BOR mogelijk zijn, stelt het kabinet een antimisbruikbepaling voor. Deze is van toepassing voor alle situaties dat iemand een onderneming verkoopt en later weer met toepassing van de BOR erft of geschonken krijgt.
Bezits- en voortzettingseis
De derde maatregel neemt knelpunten voor ondernemers weg door versoepeling van de bezits- en voortzettingseis. Zo wordt het makkelijker gemaakt om te herstructureren in de bezitsperiode en in de voortzettingsperiode. Als de juridische vorm van de onderneming verandert (verandering van de structuur of verandering van de rechtsvorm) hoeft dit geen belemmering te zijn voor de BOR. Daarnaast wordt ook de minimum voortzettingstermijn verkort per 1 januari 2025, van vijf naar drie jaar.
Van 19 april tot en met 19 mei 2024 kunnen belanghebbenden en andere betrokkenen reageren op de voorstellen.
Geef een reactie