De bezoldiging van tijdelijk ingehuurde topfunctionarissen in de (semi)publieke sector moet vanaf dag één genormeerd worden, en na een jaar moet deze onder de huidige norm van de Wet Normering Topinkomens vallen. Het kabinet wil dit 1 januari a.s. in laten gaan.
Voor topfunctionarissen in de (semi)publieke sector geldt volgens de Wet Normering Topinkomens een maximumbezoldiging van € 178.000 per jaar gebaseerd op het ministersalaris (WNT-2). Maar voor ingehuurde topfunctionarissen geldt nog de WNT-1 norm van 130% van een ministersalaris als zij langer dan 6 maanden werken in een periode van 18 maanden. Die norm wordt nu aangescherpt. Na inwerkingtreding van de regeling mag de bezoldiging van ingehuurde topfunctionarissen niet meer bedragen dan de som van € 24.000 per maand voor de eerste 6 maanden van de functievervulling en € 18.000 per maand voor de volgende 6 maanden. Ook geldt een uurtarief van maximaal € 175 . Bovendien vallen na 12 maanden ingehuurde topfunctionarissen onder dezelfde WNT-norm als andere topfunctionarissen in de (semi)publieke sector: maximaal € 178.000 .
Dat ingehuurde topfunctionarissen het eerste jaar volgens een andere norm verdienen dan topfunctionarissen in vaste dienst doet recht aan de praktijk. Daaruit blijkt dat acute en korte opdrachten een intensievere inzet van de topfunctionaris vragen. Ook is er sprake van bijkomende kosten zoals administratie en bemiddeling. Het aan banden leggen van de tarieven voor externe inhuur van topfunctionarissen past binnen het beleid binnen de (semi)publieke sector om bovenmatige bezoldigingen te voorkomen. De ministerraad heeft ermee ingestemd het ontwerpbesluit voor advies aan de Raad van State te zenden. Het is de bedoeling het besluit op dit punt per 1 januari 2016 in te laten gaan.
Geef een reactie