De NBA heeft een aantal maatregelen uit het rapport “In het Publiek Belang” aangepast op basis van praktische overwegingen of aansluiting bij Europese regelgeving.
Dat meldt de NBA.
Volgens de NBA lijkt het bij nader inzien meer voor de hand te liggen de maatregelen uit het rapport die betrekking hebben op de accountantsorganisatie en niet op de accountant zelf te realiseren via de lopende wijziging van het Bta dan via een NBA-verordening. Ook is in enkele gevallen aansluiting gezocht bij Europese wet- en regelgeving. In het kader van maatregel 3.7 (goodwill) is de opdracht aan de Projectgroep Goodwill opnieuw gespecificeerd.
Fraude
De meest materiële wijziging betreft het deel van maatregel 4.4 (fraude). Het deel van deze maatregel dat betrekking heeft op OOB-accountantsorganisaties blijft ongewijzigd. Het deel dat betrekking heeft op de NBA vraagt actualisering. In de voorbereiding van de uitvoering van deze maatregel is gebleken dat er vooralsnog geen noodzaak is te komen tot nadere regelgeving. Wel worden door de NBA enkele alternatieve acties uitgevoerd:
- Uitgave van een praktijkhandreiking, waarin wordt samengevat wat de huidige standaarden vereisen ten aanzien van de communicatie inzake fraude tussen accountant en rvc;
- Een praktijkhandreiking over de mogelijkheden van data-analyse in het algemeen en in het bijzonder in het kader van fraude analyse;
- Een verplichte cursus op het gebied van fraude (frauderisicofactoren, frauderisico’s, signalering van fraude en melding), aangevuld met een reader met cases en achtergrondinformatie als mogelijk naslagwerk);
- Een breed opgezet discussietraject, waarin met relevante stakeholders nadere voorstellen worden ontwikkeld om te komen tot betere fraudepreventie en detectie.
Criteria opleiding
Maatregel 5.8 (criteria minimale doorlooptijd opleiding) vervalt. Naar aanleiding van een verzoek van de NBA heeft het onafhankelijke CEA besloten geen criteria vast te stellen voor de minimale doorlooptijd van de opleiding alsmede voor vakken afzonderlijk. CEA ziet geen aanleiding haar taken uit te breiden met de beoordeling van de wijze waarop opleidingen het onderwijs vormgeven. Bovendien zou met het vaststellen van minimale doorlooptijden voor de opleiding alsmede voor vakken afzonderlijk, de speelruimte en flexibiliteit van opleidingen aanzienlijk worden beperkt en innovatie van het onderwijs worden geremd.
Lees hier de door het NBA-bestuur geherformuleerde maatregelen.
Geef een reactie