Al vele jaren constateert de Europese Rekenkamer veel fouten in de EU-uitgaven. Ook in 2014 kwamen veel fouten voor in de wijze waarop EU-geld werd uitgegeven.
Dat blijkt uit het document “De EU‑controle 2014 in vogelvlucht” van de Europese Rekenkamer (ERK), In dit document wordt de inhoud van de jaarverslagen van de Europese Rekenkamer (ERK) over de uitvoering van de EU‑begroting en de Europese Ontwikkelingsfondsen 2014 samengevat en toegelicht.
De EU-ontvangsten 2014 vertoonden geen fouten van materieel belang. De uitgavenbegroting is een ander verhaal. Deze kende een geschat foutenpercentage van 4,4 %. De ERK heeft dan ook een afkeurend oordeel afgegeven over de regelmatigheid van de uitgaven. Een aanzienlijk deel van de fouten had volgens directeur van de Europese Rekenkamer, Vítor Manuel da Silva Cadeira, voorkomen of ontdekt en gecorrigeerd kunnen worden als de Commissie, de autoriteiten van de lidstaten of de onafhankelijke controleurs alle beschikbare informatie hadden benut.
Fraude
De ERK benadrukt dat de schatting van het foutenpercentage geen graadmeter voor fraude, ondoelmatigheid of verspilling is. ‘Het betreft een schatting van het geld dat niet uitbetaald had moeten worden, omdat het niet in overeenstemming met toepasselijke wet- en regelgeving werd gebruikt. Typische fouten omvatten betalingen voor niet‑subsidia bele uitgaven of voor aankopen waarbij de regels voor overheidsopdrachten niet juist zijn toegepast. Fraude is bewuste misleiding om een voordeel te verkrijgen.’ Vermoedens van fraude door de Rekenkamer worden gemeld aan OLAF, het Bureau voor fraudebestrijding van de Europese Unie, dat onderzoek instelt en er follow‑up aan geeft. Bij de ongeveer 1 200 verrichtingen die ERK tijdens de controle voor 2014 beoordeelden op wettigheid en regelmatigheid werden 22 gevallen van vermoedelijke fraude aangetroffen die zijn doorgestuurd aan OLAF. De meest voorkomende gevallen van vermoedelijke fraude betroffen kostendeclaraties die niet voldeden aan de subsidiabiliteitscriteria, gevolgd door gevallen van belangenconflicten en andere onregelmatigheden in aanbestedingen alsook het kunstmatig scheppen van voorwaarden om in aanmerking te komen voor een te ontvangen subsidie.
Geef een antwoord