Nederland heeft, gemeten naar de grootte van de economie, het hoogste netto extern vermogen van Europa. Dit komt met name door de omvang en opzet van het Nederlandse pensioenstelsel.
Dat meldt CBS op basis van een woensdag voor het eerst gepubliceerd overzicht.
Gemeten naar de grootte van de economie heeft Nederland het hoogste netto extern vermogen van Europa. Daarna volgen België en Duitsland. De omvang en opzet van het Nederlandse pensioenstelsel, dat tamelijk uniek is in Europa, is voor een belangrijk deel de oorzaak van de hoogte van het vermogen.
Vermogen Nederland
Het vermogen van Nederland is sinds het begin van de crisis gegroeid. Dat komt vooral doordat het vermogen van pensioenfondsen en verzekeraars sterk is gestegen. De waarde van de materiële of niet-financiële bezittingen (zoals vastgoed, wegen en machines) is sinds 2008 afgenomen. Dat kwam onder meer doordat onroerend goed minder waard werd nadat de woningmarkt inzakte. Dat afname in de waarde van de materiële bezittingen betekent dat de stijging van het totale vermogen volledig het gevolg van de toename van het financiële bezit is.
Financieel bezit
Het financiële bezit van Nederland ten opzichte van het buitenland wordt gemeten door de Nederlandse vorderingen en schulden in het buitenland van elkaar af te trekken. Het bedrag dat daar uitkomt is het zogeheten Nederlandse externe vermogen.
In 2008 was Nederland het buitenland meer verschuldigd dan andersom. Maar aan het einde van het derde kwartaal van 2015 was het externe vermogen gestegen naar een overschot van liefst 568 miljard euro. De toename van het netto extern vermogen ligt vooral bij de pensioenfondsen, maar is volgens CBS daarom indirect naar de huishoudens terug te voeren.
Vermogen pensioenfondsen
Nederlandse huishoudens hebben sinds 2008 hun aanspraken op verzekeraars en pensioenfondsen sterk zien groeien. Het gaat voor het merendeel om pensioenaanspraken. Pensioenfondsen moeten sinds de crisis dus veel grotere vermogens aanhouden om aan de toekomstige verplichtingen te kunnen blijven voldoen. Er zijn een aantal factoren waardoor de vermogens van de fondsen sinds 2008 zijn gegroeid. Ten eerste daalde de kapitaalmarktrente na 2008 vrijwel onafgebroken. De obligaties die pensioenfondsen in handen hadden, werden meer waard. Dat kwam doordat de couponrente op oude obligaties hoger was dan de marktrente. Daarnaast stegen aandelenkoersen en werden buitenlandse beleggingen meer waard doordat de meeste buitenlandse valuta’s in waarde stegen ten opzichte van de euro. Tot slot verhoogden fondsen hun premies en stegen pensioenuitkeringen niet mee met de inflatie of werd er zelfs op gekort.
Verzekeraars en pensioenfondsen beleggen lang niet alles zelf, maar brachten de voorbije jaren een deel van hun kapitaal onder bij beleggingsinstellingen, waardoor hun aanspraken op die instellingen stegen. De aanspraken van beleggingsinstellingen op het buitenland namen weer fors toe doordat ze het door de pensioenfondsen ingebrachte geld voor een groot deel buiten Nederland gingen investeren. De directe beleggingen van pensioenfondsen in het buitenland zijn ook toegenomen.
Omdat pensioenfondsen (en beleggingsinstellingen) nauwelijks financiële verplichtingen (schulden) in het buitenland hebben, heeft de groei van het pensioenvermogen een groot effect gehad op de toename van het externe vermogen.
Bron: CBS
Geef een reactie