Langdurig werklozen kunnen binnenkort weer aanspraak maken op een derde jaar werkeloosheidsuitkering, al gaan ze er zelf premie voor betalen.
De reparatie van het derde WW-jaar was al afgesproken in het sociaal akkoord dat kabinet, vakbonden en werkgevers in 2013 overeenkwamen. Demissionair minister Asscher (PvdA) heeft de sociale partners inmiddels toestemming gegeven voor de reparatie. Per economische sector gaan werknemers premie afdragen in CAO-fondsen, waaruit het derde jaar WW zal worden betaald. Asscher meldt dat werkgevers en vakbonden verder kunnen onderhandelen over de invulling van deze CAO-fondsen.
Hoe hoog de werknemerspremie van het brutoloon precies wordt, is nog onbekend. Al zou het volgens bronnen gaan om ongeveer 0,3% in 2018, oplopend tot 0,6% in 2022.
Volgens CNV is dit een stap in de goede richting en ook FNV reageert positief. ‘Mensen die hun baan verliezen, krijgen op deze manier via CAO’s meer zekerheid over hun inkomen. Dat is goed nieuws voor alle werkenden’, zegt Mariëtte Patijn uit het FNV-bestuur: ‘Het is nu aan de werkgevers om de afspraken over de reparatie van de WW verder met ons uit te werken’.
De plunderpremie.
Met enige verbazing las ik het artikel over de reparatie van het derde jaar WW in deze krant. Met enige verbazing omdat aan een belangrijk onderdeel geen aandacht wordt besteed.
Wie enigszins in de materie van deze “reparatie” is gedoken komt tot de verbijsterende conclusie dat het merendeel van de werkNEMERs dit helemaal niet wil, maar dat dit, tegen de wil van het merendeel van de vakbondsleden in door de vakbonden wordt doorgedramd.
En daar zijn diverse redenen voor. In de eerste plaats blijkt het dat een betalende werknemer er pas na zesendertig jaar werken recht op kan laten gelden; juist in een tijd dat een groot deel van de werknemers van contract naar contract voortleeft en dat men alleen onder zeer gunstige omstandigheden ooit aan zesendertig jaar werkverleden toekomt en áls dat dan is bereikt er meestal weinig reden zal zijn ontslagen te worden.
De premie moet door de werknemer zelf worden opgebracht; eerst met een laag percentage, maar dat binnen enkele jaren gaat oplopen minstens 0,75 % van het salaris (bij modaal ca 25 euro per maand)!
Daardoor zal er een enorme berg met geld ontstaan waarvan nu al zeker is dat deze beheerd gaat worden door dure beheerders en secretarissen, natuurlijk aangestuurd door, jawel, ook de bonden . Een leuke pot met poen waarmee weer “leuke” dingen mee gedaan kunnen worden en waarbij de bonden het credo “eigen belangen eerst” stellen boven werknemersbelangen
Op diverse bondsvergaderingen hebben werknemers zich vierkant en vaak unaniem TEGEN deze zogenaamde reparatie uitgesproken, maar blijft het hogere echelon, dus de bondsbestuurders, Oost-Indisch doof voor dit uitdrukkelijk NEEN!
Trouwens: wie zelf aan het rekenen gaat zal merken dat hij het bedrag dat men op het salaris hiervoor in mindering wil brengen net zo goed zelf opzij kan leggen.
Wat ook vrijwel zeker is, is dat er bijna nooit aanspraak op deze geldberg gemaakt zal worden omdat er nagenoeg nooit iemand er voor in aanmerking zal kunnen komen waardoor deze –straks verplichte- inhouding op het salaris niets anders zal zijn dan een verzekering tegen een overstroming in de Gobi-woestijn en daarom deze premie moet gezien worden als een plunderpremie.
Woudenberg, Willem Grünbauer.