Minister Hoekstra (Financiën) heeft de Eerste en de Tweede Kamer het ontwerp-uitvoeringsbesluit met betrekking tot anti-witwaswet Wwft 2018 toegestuurd. In dat ontwerpbesluit staan onder meer nadere regels met betrekking tot uiteindelijk belanghebbenden en politiek prominente personen en het vaststellen van indicatoren voor het melden van ongebruikelijke transacties.
In de Wwft 2018 wordt de vierde Europese anti-witwasrichtlijn verwerkt. Wijzigingen ten opzichte van de bestaande wetgeving zijn onder meer dat het begrip ‘politiek prominent persoon’ (PEP) nader wordt uitgewerkt. Daaronder vallen nu ook bestuurders, plaatsvervangend bestuurders en leden van de raad van bestuur of bekleders van een gelijkwaardige functie bij een internationale organisatie. Ook de definitie van uiteindelijk belanghebbende (UBO) wordt aangepast.
Zelf risico beoordelen
In de nieuwe regels hebben bedrijven geen indicatie meer voor situaties waarin een vereenvoudigd cliëntenonderzoek kan plaatsvinden. “Instellingen dienen, op grond van een risicobeoordeling voorafgaand aan het aangaan van een zakelijke relatie of het verrichten van een incidentele transactie, vast te stellen of kan worden volstaan met een vereenvoudigd cliëntenonderzoek.”
Daarom worden er geen cliënten meer genoemd bij wie altijd een vereenvoudigd onderzoek kon worden gedaan. “Omdat de vierde anti-witwasrichtlijn daarnaast nog slechts voorziet in een uitzondering op de verplichte cliëntenonderzoeksmaatregelen voor zover het gaat om elektronisch geld dat aan bepaalde voorwaarden voldoet, is het voortaan niet langer mogelijk om cliëntenonderzoeksmaatregelen achterwege te laten indien sprake is van onder meer spaarproducten voor kinderen en bepaalde leaseovereenkomsten.”
Hogere regeldruk
Doordat instellingen zelf moeten onderzoeken of ze kunnen volstaan met een vereenvoudigd cliëntenonderzoek, neemt de regeldruk naar schatting met € 740.000 tot € 2,2 miljoen toe. Volgens Hoekstra kost een aanvullend cliëntenonderzoek € 74 per cliënt: twee uur werk à € 37. “Hierbij wordt rekening gehouden met het feit dat een deel van de informatie die over een cliënt moet worden vergaard, reeds bij de instelling beschikbaar is.”
Contante betalingen
Er zijn ook indicatoren opgenomen voor het melden van ongebruikelijke transacties door instellingen die eerder niet onder de Wwft vielen: aanbieders van kansspelen en personen en vennootschappen die in goederen handelen en betalingen in contant geld doen of ontvangen van € 10.000 of meer. “In lijn met de bepalingen van de vierde anti-witwasrichtlijn en met het oog op het hoge risico dat aan contante betalingen is verbonden, zijn tot slot de meldbedragen in de indicatoren die betrekking hebben op contante omwisseling, contante storting of contante betalingen verlaagd.” Er zullen naar schatting 33% meer meldingen van ongebruikelijke transacties worden gedaan met betrekking tot personen die contante betalingen van meer dan € 10.000 doen of ontvangen.
Na behandeling in beide Kamers wordt het ontwerpbesluit voorgelegd aan de Raad van State.
Geef een reactie