De zes banken die MKB-klanten gaan compenseren voor schade door de verkoop van riskante rentederivaten, moeten daar een kleine € 2 miljard voor neertellen. Dat bericht het FD, dat de halfjaarcijfers van de banken op een rijtje zette.
Rabobank, ABN Amro, ING, Van Lanschot, Deutsche Bank en SNS (tegenwoordig de Volksbank) hebben MKB’ers rentederivaten verkocht, die zouden beschermen tegen een rentestijging. Daarbij zijn ze niet goed voorgelicht. Toen de rente sterk begon te dalen, bleken de producten een averechtse werking te hebben. De banken hadden hun zorgplicht verzaakt en een speciaal opgetuigde commissie kwam met een herstelkader voor de 20.000 gedupeerde klanten. Dat zou 1,2 miljard gaan kosten, was de aanvankelijke veronderstelling. Maar met name bij Rabobank en ABN Amro zijn de uitvoeringskosten zo hoog, dat de teller nu al op 2 miljard staat. Volgens de krant gaat 30% van het geld dat ABN Amro heeft gereserveerd, op aan kosten. Alleen de Volksbank en Van Lanschot zijn klaar met het compensatietraject. Deutsche Bank en ING verwachten op korte termijn het dossier te kunnen sluiten. Die beide banken hebben niet of maar deels bekendgemaakt wat de compensatie hun kost.
Kosten: een derde van de gemiddelde winst
Voor Rabobank en ABN Amro is de operatie het meest omvangrijk: zij verkochten samen 17.000 van de 20.000 derivaten. Rabo heeft € 950 miljoen opzijgezet, ABN Amro € 773 miljoen. Voor beide banken loopt de rekening op tot meer dan een derde van de gemiddelde winst over de afgelopen drie jaar. Bij ABN Amro is een kwart miljard gespendeerd aan kosten om de compensatie mogelijk te maken, bij Rabobank ging het alleen vorig jaar al om € 100 miljoen. Daar werken 400 mensen fulltime aan de compensatieregeling.
ABN Amro heeft al aangegeven dat het waarschijnlijk niet lukt om alle dossiers dit jaar af te ronden.
Geef een reactie