Een boekhoudster en haar klant stonden onlangs voor de rechter. De klant weigerde een factuur van €3106,67 te voldoen omdat de boekhoudster de helft van haar uren niet goed kon verantwoorden. Toen ze ziek werd moest de klant een cursus Accountview doen. Die kosten wilde hij op haar verhalen.
20 jaar
Een boekhoudster deed al 20 jaar de bedrijfsadministratie voor een schoonmaakbedrijf. Van januari tot en met augustus 2018 deed zij dit in loondienst, daarna weer via haar eenmanszaak. Op 10 september 2018 meldde zij zich ziek en legde ze haar werkzaamheden per direct neer. Een maand later stuurde ze een factuur van € 3.106,67 aan de klant voor 65 uur die zij van 16 augustus tot en met 10 september 2018 had gemaakt. Het schoonmaakbedrijf weigerde echter de factuur te betalen omdat hij vond dat de boekhoudster de uren op de factuur niet verantwoordde.
‘Diverse werkzaamheden’
Op 3 mei 2019 ontving de klant een urenverantwoording. 20 van de 65 uur werden gedeclareerd als “diversen” of “werkzaamheden kantoor”. Deze omschrijving vond het schoonmaakbedrijf te summier, ook al declareerde de boekhoudster al 20 jaar op deze manier. Daarnaast factureerde de boekhoudster 12,75 uur op 9 en 10 september 2018, terwijl zij volgens het UWV vanaf 9 september 2018 ziek was en dus niet in staat was om te werken. De klant betwistte daarom in totaal 32,75 uur. Hij erkende dat de factuur voor de overige 32,25 uur juist is, maar vond dat hij kosten had gemaakt door de plotselinge ziekmelding van de boekhoudster die verrekend moesten worden. De boekhoudster was per direct gestopt en had daarmee ‘de continuïteit van zijn bedrijf ernstig verstoord’. De boekhoudster was volgens het schoonmaakbedrijf namelijk de enige die toegang had tot het facturatiesysteem en wist hoe dit werkte. De klant vond dat de kosten van de cursus Accountview die hij noodgedwongen had gevolgd voor rekening van zijn ex-boekhoudster moesten komen. Daarnaast had hij een accountant moeten inhuren voor het draaiende houden van het bedrijf. Die accountant had volgens de klant kosten gemaakt om fouten van de boekhoudster te herstellen. Dat zij een incassobureau had ingeschakeld was volgens hem niet correct, omdat het haar bekend was waarom hij niet tot betaling wilde overgegaan. Volgens het schoonmaakbedrijf had de boekhoudster rechtstreeks naar de rechter moeten stappen en werd hij nu geconfronteerd met hoge kosten die onterecht zijn.
600 euro meer
De boekhoudster vorderde bij de kantonrechter een bedrag van € 3.967,91, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over de (resterende) hoofdsom vanaf 3 juli 2020 tot de dag van volledige voldoening. De kantonrechter vond dat het schoonmaakbedrijf niet goed onderbouwd waarom 20 uur op de factuur te summier was onderbouwd. Maar de rechter vond ook dat de boekhoudster 12,75 uur niet kon declareren voor dagen waarop zij volgens het UWV ziek was. Daarom kende hij een vergoeding van 52,25 uur toe. Dat de klant een cursus Accountview heeft gevolgd kon hij volgens de rechter niet verhalen op de boekhoudster: zij had immers aangeboden hem te helpen met het boekhoudprogramma en de klant had hier geen gebruik van gemaakt. Het schoonmaakbedrijf moest € 2.497,29 betalen plus de wettelijke handelsrente. Ook de incassokosten kwamen voor rekening van de klant. Deze bedroegen € 374,59. Daar kwamen de proceskosten van € 763,46 bij, plus nakosten van € 109,00. De kosten voor het schoonmaakbedrijf bedroegen daarmee € 3.744,34 plus wettelijke rente, ruim € 600 meer dan de gewraakte factuur.
Lees hier de uitspraak.
Geef een antwoord