Wat zijn de mogelijkheden van fiscale mediation? Over dit onderwerp hebben we bij Fiscount recent een slordige 500 accountants en belastingadviseurs bijgepraat. In de kern is het daarbij van belang om te weten voor welke soort kwesties fiscale mediation het beste kan worden ingezet.
Twee soorten kwesties lenen zich bij uitstek voor fiscale mediation: kwesties met een relationele component en kwesties met een inhoudelijke component.
Relationele component
Kwesties met een relationele component zijn zaken waarbij de relatie tussen de inspecteur en de belastingplichtige c.q. zijn adviseur niet optimaal is. Natuurlijk kan hierbij gedacht worden aan conflicten en/of ruzies tussen partijen, maar in veel gevallen hoeft dat helemaal niet. Immers, verbetering van de relatie is ook aan de orde indien partijen elkaar niet of nauwelijks kennen: nooit gezien of gesproken. En ja, in sommige gevallen is het nu eenmaal plezieriger om persoonlijk overleg te hebben met elkaar. Schriftelijke stukken hebben absoluut hun nut, maar vooraf afstemmen of tussentijds toetsen of partijen elkaar goed begrepen hebben en/of ze het over hetzelfde hebben, gaat vaak mondeling een stuk eenvoudiger en ook sneller dan schriftelijk. Schriftelijke duiding en toelichting krijgen daarna bovendien veel meer betekenis, doordat ze gerichter zijn.
Inhoudelijke component
In de tweede plaats kan het gaan om zaken waar het feitencomplex een (serieuze) rol speelt bij het inhoudelijke vraagstuk. Feiten dienen dan in eerste aanleg te worden onderscheiden van meningen, aannames, overtuigingen en paradigma’s (stap 1). Daarna kan het gaan over de interpretatie (stap 2) en vervolgens over de weging (stap 3) van die feiten. Ook dat gaat mondeling eenvoudiger en sneller dan schriftelijk. Vaak zijn het zaken waarbij beide partijen wel weten dat succesgarantie bij de rechtbank of het hof niet aan de orde is. Vaak weten partijen ook dat er een grote kans bestaat dat de behandelend rechter nog eens aan hen zal vragen of ze er op de gang niet alsnog uit kunnen komen, al dan niet onder begeleiding van een rechtbankmediator. Is dat het geval, dan hebben partijen in eerste aanleg toch best wat mogelijkheden laten liggen.
Kwesties die zich hier goed voor lenen zijn discussies over ‘aantonen’, ‘aannemelijk maken’ ‘inzichtelijk maken’ en ‘onderbouwen’. Immers, wanneer is iets voldoende aangetoond, voldoende aannemelijk of inzichtelijk gemaakt of voldoende onderbouwd? De interpretatie – en vervolgens de weging van de feiten – drukt daarbij vaak zwaarder dan het feit op zich.
5 x toegevoegde waarde (fiscale) mediator
De vraag is natuurlijk of bij dit soort gesprekken altijd een mediator aanwezig dient te zijn. Het antwoord is eenvoudig: dat is zeker niet het geval. Hoe communicatiever partijen zijn in het ‘onderhandelingsspel’, des te minder dat nodig is. Toch kan een mediator ook dan een serieuze rol spelen. Onderstaand kort 5 toegevoegde waarden van een (fiscale) mediator.
-
Concentratie op het eigen belang
Indien een mediator een gesprek begeleidt, kunnen partijen zich in de eerste plaats meer concentreren op hun eigen belangen. De aandacht voor – en bewaking van – de relationele kant kan dan meer bij de mediator worden gelegd. Gesprekken kunnen daardoor soepeler verlopen met meer kans op oplossingen.
-
Vermindering scheve machtsverhoudingen
In de tweede plaats is het onmiskenbaar zo dat de macht van de inspecteur – op grond van tal van bepalingen in (voornamelijk) de AWR – nu eenmaal aanzienlijk groter is dan de macht van de belastingplichtige. Het gesloten systeem van de AWR brengt dit nu eenmaal met zich mee. Al kan in sommige gevallen het omgekeerde eveneens aan de orde zijn. Een mediator kan zorgen voor meer evenwicht in de machtsverhoudingen, zodat een meer open gesprek kan ontstaan met meer mogelijkheden om tot oplossingen te komen.
-
Meer praktisch en minder juridisch
In de derde plaats kan er bij een mediation meer recht worden gedaan aan andere zaken dan louter de fiscaal-juridische insteek of wetstechniek. Belangen, behoeften en zorgen laten zich immers lang niet altijd vangen in wetten en regels. Hoe meer oog voor de context, des te soepeler het gesprek. Ook kunnen vaak meer belastingmiddelen tegelijk worden gecombineerd. Zo ontstaan er meer mogelijkheden om tot oplossingen te komen.
-
De kwestie centraal stellen
In de vierde plaats zal de mediator partijen uitnodigen om zo min mogelijk positioneel te onderhandelen en zoveel mogelijk principieel (Harvard-methode). Positioneel onderhandelen kenmerkt zich doordat partijen veelal met elkaar in gevecht zijn. Standpunt en persoon raken snel verstrikt door een zekere vereenzelviging. Bij principieel onderhandelen staat juist de kwestie centraal. Tegen elkaar (positioneel) of juist samen tegen de kwestie (principieel) leidt tot een wezenlijk ander gesprek met meer kansen op oplossingen. Door de (vraag)techniek van de mediator zal de onderhandelingsruimte – ook wel aangeduid met ZOPA (zone of possible agreement) – ook eerder en scherper in beeld komen.
-
Objectiveren en prioriteren
Tot slot kan de mediator partijen – al dan niet in één-op-ééngesprekken (caucus) – helpen om meer (oplossingsgericht) objectief te rangschikken en te prioriteren. Immers, de beste onderhandelaar is niet degene die het meeste binnenhaalt, maar degene die zijn of haar belangrijkste punten binnenhaalt. Dat is wezenlijk iets anders!
drs. Servaas M.M. Vrijburg is zakelijk mediator | herstructureringskundige | business coach | trainer | statutair directeur bij Fiscount
Klik hier voor meer informatie over zakelijke mediation, herstructurering en business coaching.
Geef een reactie