
Het aantal meldingen van datalekken veroorzaakt door cyberaanvallen is in 2021 bijna verdubbeld ten opzichte van het jaar daarvoor, meldt de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). In totaal kreeg de privacytoezichthouder vorig jaar bijna 25.000 datalekmeldingen. Hiervan is 9% ontstaan door cyberaanvallen. Vorig jaar was dat 5%.
IT-leveranciers gewild doelwit
AP-voorzitter Aleid Wolfsen: ‘Vorig jaar luidden wij de noodklok al toen het aantal datalekken door datadiefstal met 30% was toegenomen. Maar in onze meest recente meting ging het aantal van dit soort meldingen door het dak en steeg met 88%, dus bijna het dubbele. We zien daarbij dat criminelen zich steeds vaker richten op IT-leveranciers. Die leveren bijvoorbeeld op maat gemaakte software, digitale werkplekken of opslagruimte aan organisaties. Er zijn bij die leveranciers heel veel persoonsgegevens van meerdere organisaties op één plek, waardoor zij een gewild doelwit zijn.’
Impact cyberaanvallen
Grootschalige cyberaanvallen hebben een grote impact op de bedrijfsvoering van organisaties. Bedrijven komen vaak helemaal stil te liggen. Zo kan een ransomware-aanval op een webwinkel tot gevolg hebben dat er weken geen producten meer verkocht kunnen worden.
De AP ziet vaak dat getroffen organisaties dan eerst de systemen herstellen en pas veel later de mensen achter de persoonsgegevens op de hoogte brengen. Waardoor de schade nóg groter kan worden, omdat de slachtoffers zichzelf dan ook pas veel later kunnen beschermen tegen de gevolgen.
Op basis van de datalekmeldingen schat de AP in dat cyberaanvallen bij IT-leveranciers het afgelopen jaar minimaal 7 miljoen slachtoffers hebben gemaakt. Met grote risico’s, ook als er alleen namen en e-mailadressen zijn buitgemaakt. Gestolen persoonsgegevens kunnen in combinatie met eerder gelekte informatie gebruikt worden om toegang te krijgen tot gebruikersaccounts bij bijvoorbeeld banken of webshops.
Bron: AP
Geef een reactie