
Bij de nadere uitwerking van de hervorming van box 3 zal het belang van investeringen door business angels in startups en aandelen van medewerkers in startups worden meegenomen. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën in antwoord op Kamervragen over de zorgen die er bestaan over de gevolgen van de hervorming van de box 3-heffing voor Nederlandse startups. Een groep vooraanstaande investeerders heeft zich verenigd in het collectief Operator Exchange. Het collectief waarschuwt dat de fiscale hervorming waarschijnlijk rampzalig uit voor Nederlandse startups.
Reactie Van Rij
‘De zorgen van de startup-sector over de hervorming van box 3 zijn mij bekend’, schrijft staatssecretaris Van Rij in zijn beantwoording onder meer. ‘Bij de uitwerking wordt uiteraard zoveel als mogelijk gekeken naar de gevolgen voor de verschillende groepen belastingplichtigen en voor de economie als geheel. Ik vind het dan ook goed dat partijen en belangengroepen hun zorgen uiten, zodat een zorgvuldige afweging gemaakt kan worden. Bij de nadere uitwerking zal het belang van investeringen door business angels in startups en aandelen van medewerkers in startups worden meegenomen.
Het kabinet heeft afgesproken om een box 3-stelsel in te voeren waarbij inkomsten uit vermogen worden belast op basis van werkelijk rendement. De voorgaande kabinetten hebben verschillende verkenningen uitgevoerd naar de mogelijke vormgeving. Uit deze verkenningen komt naar voren dat een heffing over het werkelijk behaalde rendement op verschillende manieren kan worden vormgegeven. Op hoofdlijnen zijn er twee type systemen om het werkelijk rendement te belasten:
1. Bij een vermogensaanwasbelasting wordt jaarlijks belasting geheven over de reguliere inkomsten (zoals rente, dividend, huur en pacht) en de ongerealiseerde waardeontwikkeling van vermogensbestanddelen (zoals koerswinst of koersverlies over aandelen, waardestijging of waardedaling van onroerend goed).
2. Bij een vermogenswinstbelasting wordt ook jaarlijks belasting geheven over de reguliere inkomsten. Daarnaast wordt de waardeontwikkeling van vermogensbestanddelen belast op het moment van verkoop van het vermogensbestanddeel. Er wordt dan geheven over het verschil tussen de verkoop- en aankoopprijs. De vermogenswinst kan ook negatief zijn.
Over de definitieve vorm van het nieuwe stelsel is door het kabinet nog geen besluit genomen.
Ad 1) Uitwerking van een vermogensaanwasbelasting
Operator Exchange constateert drie knelpunten van een heffing op over het werkelijke rendement via een vermogensaanwasbelasting, namelijk:
1) De waardestijging van aandelen van startups is nog niet gerealiseerd.
2) De aandelen van startups zijn vaak illiquide.
3) De waardering van de aandelen is lastig vast te stellen.
Het is van belang om vooraf vast te stellen dat de fiscale behandeling van participaties in startups afhankelijk is van de fiscale positie van de investeerder. Doorgaans zijn de volgende type investeerders betrokken bij een startup: de oprichter en ondernemer zelf, medewerkers, “angelinvesteerders” en in een latere fase durfkapitaal fondsen.
Medewerkersparticipatie via aandelenoptierechten
Aandelenoptierechten is een aantrekkelijk instrument voor start-ups als scale-ups om personeel aan zich te binden. Aandelenoptierechten verlaten in beginsel pas de loonsfeer nadat de optie is uitgeoefend en de uit de optie verkregen aandelen verhandelbaar zijn geworden. Na het verlaten van de loonsfeer gaan de aandelen over naar box 3. Met ingang van 2023 is het moment van overgang naar box 3 komen te liggen op het moment van verhandelbaar worden van de aandelen in plaats van het moment van uitoefening van de aandelenoptie. Medewerkers kunnen de verschuldigde belasting daardoor voldoen door een deel van de aandelen te verkopen. Dat geldt zowel voor de verschuldigde loonheffing als de later verschuldigde belasting in box 3.
Medewerkersparticipatie en angel-investeerders via aandelen
Medewerkers en angel-investeerders kunnen ook participeren door zich in te kopen via een aandelenbelang. Een aandeelhouder verkeert in een andere positie dan iemand die aandelenoptierechten heeft. Een aandeelhouder kan namelijk zijn inleg verliezen, terwijl iemand met een toegekend aandelenoptierecht hoogstens geen voordeel zal behalen met de optie.
Een aandelenbelang van minder dan 5% wordt belast in box 3. In de brief wordt vermeld dat historische data leren dat in ongeveer 75% van de gevallen van de startups waarin durfkapitaal geïnvesteerd is er geen waardestijging wordt gecreëerd voor de investeerders en in 40% van de gevallen het geïnvesteerde bedrag niet kan worden teruggegeven. Operator Exchange concludeert dat de vermogensaanwas slechts in een beperkt aantal gevallen plaatsvindt. Bij een heffing op basis van werkelijk rendement via een vermogensaanwasbelasting wordt naast het ontvangen directe rendement, zoals rente, dividend en huur, ook de jaarlijkse waardemutaties belast (het indirecte rendement). Als aandelen in startups in een bepaald jaar echter geen dividend genereren en niet in waarde stijgen, vindt met betrekking tot die aandelen in dat jaar geen belastingheffing plaats. Dat is anders bij het huidige forfaitaire stelsel omdat daarbij de heffing wordt gebaseerd op de waarde in het economische verkeer op 1 januari. Concreet betekent dat dat in het huidige forfaitaire stelsel bij een gelijkblijvende waarde van aandelen jaarlijks belasting is verschuldigd en dat een waardedaling van aandelen zich alleen vertaalt in een lagere grondslag op grond waarvan het forfaitaire inkomen wordt berekend. Bij een heffing op basis van werkelijk rendement via een vermogensaanwasbelasting leidt een waardedaling van aandelen (negatieve waardemutatie) echter tot negatief inkomen dat met andere positieve inkomsten uit box 3 van dat jaar verrekend kunnen worden of met box 3-inkomsten uit andere jaren.
Bij een forse stijging van het aandelenbelang, hetgeen bijvoorbeeld objectief is vast te stellen bij de instap van een durfkapitaal fonds, heeft een vermogensaanwasbelasting tot gevolg dat belastingheffing plaatsvindt over de waardestijging terwijl veelal nog geen dividend wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders waarmee de belasting kan worden voldaan. Dit kan met name als knellend worden ervaren door medewerkers en angel-investeerders die zich slechts in één of enkele startups hebben ingekocht. Deze bredere groep kan juist bijdragen aan het ter beschikking stellen van kennis en kapitaal voor startups. Indien geïnvesteerd wordt via een investeringsfonds zal veelal sprake zijn van een diverse portefeuille van investeringen in startups. De waardestijging van een uitblinker kan daarbij verrekend worden met de waardedalingen van participaties in andere startups. Particulieren die investeren via dergelijke transparante fondsen zullen zodoende naar verwachting een vermogensaanwasbelasting in box 3 minder als knellend ervaren.
Wat betreft de waardering van aandelen zij opgemerkt dat belastingplichtigen in box 3 al jaarlijks hun bezittingen en schulden moeten waarderen tegen de waarde in het economische verkeer. Deze waarderingsregels gelden sinds de invoering van de Wet op de vermogensbelasting 1964.
Ad 2) Uitwerking van een vermogenswinstbelasting
Bij een vermogenswinstbelasting wordt belasting geheven over de waardeaangroei op het moment van verkoop. De heffing sluit hiermee aan bij het moment van realisatie. Voor de belastingplichtige heeft dit als voordeel dat de belasting kan worden voldaan uit de ontvangen verkoopopbrengst.
Het liquiditeitsvoordeel van een vermogenswinstbelasting voor de burger betekent spiegelbeeldig op de korte termijn een fors budgettair nadeel voor de schatkist. Een ander nadeel van de vermogenswinsbelasting is het lock-in-effect. Omdat belastingplichtigen in de regel zelf bepalen wanneer ze een vermogensbestanddeel verkopen, kan dit economisch verstorend werken. Een vermogenswinstbelasting geeft een prikkel om winsten uit te stellen.
Een jaarlijkse waardering is voor de belastingheffing niet noodzakelijk omdat de winst eenmalig wordt berekend op het moment van verkoop. De winst bestaat uit de verkoopprijs verminderd met de historische aanschafprijs, eventueel verminderd met verkoopkosten.’
Antwoorden op Kamervragen over startups en hervorming box 3
Geef een reactie