
Bij het toezicht van de AFM op financiële- en duurzaamheidsverslaggeving maakt de Wet toezicht financiële verslaggeving (Wtfv) momenteel gebruik van een civielrechtelijke basis, wat afwijkt van het overige bestuursrechtelijke toezicht van de AFM.
De toezichthouder blijft benadrukken “dat het van essentieel belang is om het toezicht op verslaggeving te verplaatsen van een civielrechtelijke naar een bestuursrechtelijke basis.” Dat staat in de wetgevingsbrief 2024 van de AFM, die samen met de wetgevingsbrief van De Nederlandsche Bank door de ministers van Financiën en Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen naar de Tweede Kamer is gestuurd. Daarin vraagt de AFM aandacht voor een aantal knelpunten in de huidige wet- en regelgeving.
Duurzaamheid bij pensioen- en lijfrenteproducten
In de brief vraagt de toezichthouder onder andere ook om aandacht voor de rol van pensioenadviseurs, die bij klanten altijd informatie over de duurzaamheidsvoorkeuren zouden moeten inwinnen: “De verwachting is dat, mede door de pensioentransitie, een grote groep cliënten advies in zal winnen over tweede- en derde pijler pensioenproducten. De AFM zou graag zien dat de pensioenadviseur bij klanten altijd informatie over de duurzaamheidsvoorkeuren inwint. Dit is bij andere beleggingsproducten nu al verplicht, maar tweede- en derdepijler pensioenproducten zijn momenteel uitgezonderd. De AFM vraagt aan de wetgever om dit consistent te maken met de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR), waarin aanbieders van pensioenproducten al transparant moeten zijn over duurzaamheid. Dit zal de vraag naar duurzame beleggingen stimuleren en draagt bij aan de duurzaamheidstransitie.”
Datawensen met betrekking tot accountantsorganisaties
In de brief wordt ook aandacht gevraagd voor vier openstaande wensen uit eerdere wetgevingsbrieven die wat de AFM betreft essentieel zijn. Daarbij gaat het onder andere om datawensen met betrekking tot accountantsorganisaties en reguliere datarapportages van tweedepijlerpensioenen door pensioenuitvoerders: “In een dynamisch financieel landschap is nauwkeurige en tijdige informatie van cruciaal belang om effectief te kunnen reageren op marktontwikkelingen en potentiële risico’s. Een sterke positie op het gebied van gegevens stelt ons in staat proactief op te treden, een beter inzicht te verkrijgen in markttrends en zo onze rol als waarborg voor integriteit en stabiliteit op de financiële markten te vervullen. In onze Wetgevingsbrieven van 2021-2023 hebben we onder andere aandacht gevraagd voor de wettelijke basis van datarapportages bij accountantsorganisaties, orderdata van obligaties, financieel dienstverleners, en het onderzoeken van een specifieke wettelijke basis voor reguliere datarapportages van tweedepijlerpensioenen door pensioenuitvoerders. We danken het ministerie van Financiën voor de inzet en gemaakte vorderingen op het gebied van onze datawens t.a.v. financiële dienstverlening. Graag verzoeken we Financiën en SZW om (verder) in gesprek te gaan met de AFM over de datawensen met betrekking tot accountantsorganisaties en de basis voor reguliere datarapportages van tweedepijlerpensioenen. Hierbij streven we naar een specifieke focus op het identificeren van mogelijke verbeterpunten, ondersteund door een passende risicoanalyse.”
Bestuursrechtelijk toezicht op financiële verslaggeving
Een andere wens van de AFM is dus het verplaatsen van het toezicht op financiële- en duurzaamheidsverslaggeving van een civielrechtelijke naar een bestuursrechtelijke basis: “In het kader van ons toezicht op financiële- en duurzaamheidsverslaggeving maakt de Wet toezicht financiële verslaggeving (Wtfv) momenteel gebruik van een civielrechtelijke basis, wat afwijkt van ons overig bestuursrechtelijk toezicht. Dit resulteert in beperkte zelfstandige onderzoek- en handhavingssbevoegdheden. Als wij nader onderzoek of correctie in de verslaggeving noodzakelijk achten en de uitgevende instelling niet meewerkt, zijn wij momenteel genoodzaakt om bij de Ondernemingskamer een zaak aan te spannen. Dit vormt geen effectieve en efficiënte manier van toezichthouden en omgaan met schaarse middelen. In het geval van ernstige overtredingen wensen wij de mogelijkheid te hebben om bestuursrechtelijke handhavingsmiddelen in te zetten om naleving van verslaggevingsvoorschriften af te dwingen. In de AFM Wetgevingsbrief 2023 hebben we daarom aandacht gevraagd voor het in overeenstemming brengen van de Wtfv met de ESMA-richtsnoeren. Wij hebben vernomen dat de wetgever voornemens is om dit in consultatie te brengen en zijn daarover verheugd. We willen blijven benadrukken dat het van essentieel belang is om het toezicht op verslaggeving te verplaatsen van een civielrechtelijke naar een bestuursrechtelijke basis.”
Geef een reactie