Beprijzen van het wegverkeer staat nog steeds volop in de belangstelling, maar de laatste studies over de economische effecten van prijsbeleid dateren van een aantal jaar geleden. CPB en PBL hebben recentelijk een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) uitgevoerd van vier vormen van prijsbeleid voor personenauto’s. De congestieheffing lijkt het beste uit de “test” te komen, alleen is deze vorm van prijsbeleid is in de praktijk lastig uitvoerbaar.
Zes politieke partijen hadden in hun laatste verkiezingsprogramma een vorm van prijsbeleid voor het wegverkeer (ook wel rekeningrijden of kilometerheffing genoemd) opgenomen. De belangrijkste voordelen van rekeningrijden zijn verminderde reistijd, toename reisbetrouwbaarheid, minder verkeersongevallen en emissiereducties. Echter, rekeningrijden leidt ook tot welzijnsverlies als gevolg van een vermindering van de vraag, een daling van de inkomsten uit accijnzen en zowel directe als indirecte financieringskosten. Bovendien kan de toeslag de algehele kosten van een reis verhogen. Dit heeft een negatief effect op de toegankelijkheid voor mensen en bedrijven. Een daling van de toegankelijkheid kan leiden tot negatieve agglomeratie-effecten. Anderzijds kunnen de gemiddelde totale kosten reis ook afnemen als gevolg van rekeningrijden wat de toegankelijkheid zou verbeteren. Waardoor positieve agglomeratie-effecten ontstaan.
Een gerichte heffing per kilometer op drukke wegen in de spitsuren, een vlakke heffing voor alle gereden kilometers, tolheffing en brandstofaccijns zijn verschillende vormen van prijsbeleid. Het betalen voor autogebruik per kilometer kan worden gecompenseerd door lagere belastingen op autoaanschaf of autobezit.
Kosten-batenanalyse
De laatste studies over de economische effecten van prijsbeleid dateren van een aantal jaar geleden. Het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) hebben recentelijk een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) uitgevoerd van vier vormen van prijsbeleid voor personenauto’s:
- Een congestieheffing (belasting geheven op het binnenrijden van een zone of door portalen) op drukke wegvakken in de spits.
- Een spitsheffing op het gehele hoofdwegennet in West en Centraal Nederland in de spits. Dit is een grovere en voor weggebruikers eenvoudiger variant van de congestieheffing.
- Een vlakke heffing op alle wegen en alle uren.
- De combinatie van een vlakke en een congestieheffing zoals oorspronkelijk verondersteld bij ‘Anders betalen voor Mobiliteit’ door het kabinet Balkenende IV.
Het maatschappelijk rendement van prijsbeleid hangt sterk samen met de omvang van het fileprobleem en de gerichtheid waarmee het prijsbeleid deze congestie aanpakt.
Conclusies
De belangrijkste conclusies van de studie zijn:
- De congestieheffing beprijst alleen de wegvakken en momenten met files. De baten van de congestieheffing zijn hoger dan de kosten. Deze vorm van prijsbeleid is in de praktijk echter lastig uitvoerbaar.
- De eenvoudiger spitsheffing is onrendabel bij lage economische groei en minder maatschappelijk rendabel dan de congestieheffing bij hoge economische groei.
- Een vlakke heffing is alleen maatschappelijk rendabel als de fileproblematiek zeer sterk toeneemt.
- Een kilometerheffing zorgt voor minder autogebruik. Dit zorgt enerzijds voor minder emissies, minder geluidshinder en minder verkeersslachtoffers wat een welvaartswinst oplevert. Het zorgt echter ook voor minder accijnsopbrengsten wat een welvaartsverlies oplevert. Dit welvaartsverlies is groter dan de welvaartswinst van minder emissies, geluidshinder en verkeerslachtoffers.
In het buitenland wordt prijsbeleid vaak toegepast en recent heeft de EU-vervoerscommissaris gepleit voor een Europese kilometerheffing.
Geef een reactie