Bij meerdere grote bedrijven is het expliciet verboden om telefonisch te vergaderen achter het stuur. Dit blijkt uit een rondgang van de NOS. Bij sommige bedrijven is het handsfree vergaderen wel toegestaan, maar zonder camera.
Vorige maand kwam de SWOV, het wetenschappelijk instituut voor verkeersveiligheidsonderzoek, met een rapport over het gebruik van de mobiel in het verkeer. Daaruit bleek dat het percentage volwassen weggebruikers dat weleens een telefoon gebruikt, is gestegen van 66,1 in 2017 naar 74,9 in 2023. Een op de vijf volwassenen vergadert wel eens al rijdende. Vergaderen achter het stuur is alleen wettelijk toegestaan als de telefoon in een houder zit.
Bij onder meer Shell, Unilever en FrieslandCampina is bellen in de auto, ook handsfree, al jaren niet toegestaan. Bij Heineken mogen werknemers kort handsfree bellen, maar geldt er een verbod op vergaderen achter het stuur. Die regels zijn sinds de pandemie aangescherpt. ING staat rijdend vergaderen vooralsnog wel toe, maar uiteraard zonder camera, laat een woordvoerder aan de NOS weten. Niet alle bedrijven hebben specifiek beleid, zoals de Belastingdienst. Een woordvoerder laat wel weten dat ze het vergaderen in de auto niet stimuleren of verplichten.
Werkgever medeverantwoordelijk
Als een werknemer een ongeval krijgt tijdens het vergaderen achter het stuur, kan dat ook gevolgen hebben voor de werkgever. Als de telefoon niet in een houder zit tijdens het ongeluk, dan is de werkgever medeverantwoordelijk. “Als de werkgever weet dat dat gebeurt, dan moet die daar beleid op voeren”, zegt letselschadeadvocaat Mark de Hek tegen de NOS. “Als de werknemer de telefoon in de houder heeft, dan mag het. De werkgever mag zich daarachter verschuilen, als er een ongeval gebeurt.”
Bron: NOS
Geef een reactie