Toen John thuiskwam ging hij direct naar zijn werkkamer. Zijn vrouw was vanwege haar werk een paar dagen naar het buitenland. Dat betekende dat hij voorlopig alle tijd heeft om een aantal zaken uit te zoeken. Hij pakte een schrijfblok uit de la van zijn bureau. Daarna nam hij de papieren en begon ze aandachtig te lezen. Af en toe maakte hij een aantekening. Na een uur of drie was hij klaar. Hij bekeek de rij cijfers en letters. Als hij zijn vader goed had begrepen zou dit voldoende moeten zijn. Hij was klaar voor de volgende stap in het proces.
Joke zat achter haar bureau. Ze was druk doende met het afwerken van een aantal aangiften die de medewerkers inmiddels hadden voorbereid. Ze vond het fijn om weer eens helemaal met het vak bezig te zijn en niet met allerhande zaken die de maatschap betroffen. Het gesprek met Paul en Joop had niets opgeleverd. Ze vroeg zich af of de aanpak die Wouter en Karel hadden voorgesteld wel de juiste was geweest. Als Paul en Joop werkelijk iets wisten dan hadden ze in ieder geval besloten om dat niet te delen en het was zoals beiden opmerkten. Je kan aan de hand van allerlei aantekeningen wel over iets speculeren, maar een simpele aantekening is nog geen bewijs dat zij er ook daadwerkelijk bij betrokken waren. De enige aantekening die iets concreets opleverde was die over Daan, maar dat kwam vooral omdat Daan zelf ook het een en ander heeft verteld. Diep in haar begreep ze nog steeds niet waarom Daan hiermee niet eerder naar buiten was gekomen. Was de onderlinge sfeer dan zo slecht? Ze moest denken aan een opmerking van Wouter: ‘Accountants hebben het altijd over vertrouwen. Ze zijn vertrouwenspersoon van het maatschappelijk verkeer. Ze geven vertrouwen. Maar als ze voor gemeenschappelijke rekening met elkaar samenwerken dan is er nagenoeg altijd sprake van een diep geworteld wantrouwen. Ze zijn altijd bang dat er iemand aan hun stoelpoot zaagt. Dat de ene vennoot er misschien toch de kantjes afloopt, terwijl zij zo hard werken. Daarom duurt het vaak ook zo lang voordat ze hun eigen jaarrekening hebben afgetikt.’
Het was niet de eerste keer dat zij die opmerking in haar gedachten woog. Het gaf haar een vervelend gevoel. Juist omdat zij vond dat je elkaar altijd moet kunnen vertrouwen. Maar kennelijk kijken haar mede-vennoten daar anders tegenaan. Hoewel dat gold natuurlijk ook niet weer voor iedereen. Zo zou ze voor Karel absoluut haar handen in het vuur steken. Maar ja, dat zou ze een half jaar geleden ook hebben gezegd over haar Joop en Paul. Nu is er de twijfel. Had ze dat schriftje maar nooit gevonden. Dan hadden ze alleen maar met John te maken gehad en de afwikkeling van de nalatenschap. Opmerkelijk hoe rustig John zich op dit moment hield. Sinds hij de spullen van zijn vaders kamer had gekregen had hij zich nog niet weer gemeld. Kennelijk bevonden zich in die doos zaken waaraan hij of een ander familielid uitermate gehecht was.
Nog in gedachten verzonken liep ze de gang op naar de koffieautomaat. Toen ze langs de kamer van Joop liep wenkte hij haar. ‘Heb je even?’
‘Ik kom er zo aan. Even koffie halen.’ Bij de koffieautomaat sprak ze nog kort met een medewerker die binnenkort zou gaan trouwen. ‘Ben je er klaar voor? vroeg ze’ Hij antwoordde dat alles was geregeld en hij en zijn toekomstige vrouw er ook ontzettend veel zin in hadden. Daarna liep ze naar de kamer van Joop.
‘Deur open of dicht?’
‘Doe maar even dicht.’ Ze keek naar Joop en zag dat zijn gezicht grauw en grijs was. Ze vroeg zich af of dat kwam door de rookgewoonte van Joop. Voor een pakje Gauloises per dag schrok hij niet terug.
‘Ga maar even zitten,’ zei Joop en hij stak een sigaret aan.
‘Bezwaar?’ Eigenlijk wel dacht Joke, maar ze wilde de sfeer niet verpesten.
‘Ga je gang. Maar alleen voor deze keer’
‘Herinner jij je het gesprek nog dat wij twee weken geleden hadden?’
‘Je bedoelt…’
‘Ja, ik bedoel dat gesprek over dat schriftje.’
Hij tikte de as op de rand van de asbak. Kuchte een keer en ging verder.
‘Wat ik je nu ga vertellen. Blijft tussen jou en mij. Als jij het ergens anders bespreekbaar maakt. Zal ik altijd ontkennen dat ik het heb gezegd. Dan is het jouw woord tegen mijn woord. Alleen op die voorwaarde wil ik je wat meer achtergrondinformatie geven over de aantekening die jij hebt gevonden.’
‘Ik denk even na.’ Joke vroeg zich af of ze wel behoefte had aan nog meer geheimen en onthullingen.
‘Binnenkort ga ik toch met pensioen. Dat weet je. Ik had ook nooit verwacht dat Schuimstra dat soort zaken zou opschrijven. Laat staan dat hij dat op kantoor rond zou laten rondslingeren. Maar goed ik weet waar die aantekening in dat schriftje over gaat. Daarbij teken ik aan dat ik alleen iets weet over die specifieke aantekening. De rest van de aantekeningen zegt mij helemaal niets en ik vrees dat Schuimstra de betekenis daarvan mee zijn graf heeft ingenomen.’
Joke besefte dat haar nieuwsgierigheid het dreigde te winnen van haar voornemen om nooit meer zaken in een tweetjes te delen. Tegelijkertijd kon hetgeen Joop haar vertelde ook wel een ingang zijn om de andere aantekeningen uit het gesprek op te lossen. Uiteindelijk stemde ze toe. ‘Akkoord, mits het niet gaat over illegale zaken.’
‘Of het toen illegaal was weet ik niet. Maar ik denk dat we het vandaag de dag anders zouden oplossen.’ Hij stak opnieuw een sigaret aan.
‘Erewoord?’
‘Erewoord,’ zei Joke.
Volgende week vrijdag verschijnt de volgende aflevering. Wilt u nog eens nalezen wat zich in het verleden in de maatschap heeft afgespeeld? Bestel dan deel 1 van ‘Rumoer in de maatschap hier
Geef een reactie