Gaat het nu wel goed of niet goed met SBR/XBRL? Volgens onze accountancy hypecycle valt het allemaal tegen. XBRL heeft onvoldoende gebracht wat op de dag af 10 jaar geleden de opdracht was: standaardisatie rond verslaggeving en lastenverlichting voor ondernemers. In gesprek met Alexander Leppink, Vera van Dijk en Richard van der Pool van BDO.
Het is 9 juni a.s. 10 jaar geleden dat het grote Nederlandse XBRL-convenant tussen overheid, bedrijfsleven en softwareleveranciers werd ondertekend. Het was een officieel gebeuren in de statige Gotische Zaal van het gebouw van de Raad van State aan de Kneuterdijk in Den Haag. Dichter bij het centrum van de macht kun je bijna niet zijn. Dus het was belangrijk. Zo belangrijk dat de toenmalige ministers Piet Hein Donner van Justitie, Gerrit Zalm van Financiën, Alexander Pechtold van Bestuurlijke Vernieuwing en staatssecretaris Karien van Gennip van Economische Zaken persoonlijk aanwezig waren om het belang van standaardisering en administratieve lastenverlichting te onderstrepen. In Accountancynieuws schreven we in 2006 over hun optreden: ‘Donner benadrukte de reductie van complexiteit van de informatie-uitwisseling tussen overheid en bedrijfsleven. Zalm was kort van stof en benadrukte het voordeel van de toename van de kwaliteit en betrouwbaarheid van informatie die XBRL op moet leveren voor o.a. de financiële sector. Pechtold benadrukte het streven om voor de burger ‘de ergernis met de overheid te beperken.’ En staatssecretaris Van Gennip weet dat Nederland nu ‘gallisch van regels’ is.’
Oogsttijd
Na tien jaar is het tijd om te evalueren. Is het daadwerkelijk wat geworden met XBRL (eXtended Business Reporting Language) en SBR (Standard Business Reporting)? Onderhand komt er fundamentele kritiek los op XBRL/SBR. Niet omdat het technisch niet zou kunnen; het is immers in de basis een reguliere (computer) taal waarmee gecommuniceerd wordt. Daar ligt de uitdaging niet. Alle taxonomieën maken gebruik van diezelfde ‘taal’. De uitdaging ligt ergens anders. Er zijn te veel taxonomieën en die taxonomieën zijn onderling niet consistent. In gesprek hierover met Vera van Dijk, Richard van der Pool en Alexander Leppink van BDO. Zij zijn binnen BDO verantwoordelijk voor ICT en innovatie en hebben de nodige suggesties voor verbetering.
Belofte: eenmaal taggen aan de bron
Vera van Dijk: ‘De belofte was eenmaal taggen aan de bron, waarom dan zoveel taxonomieën? Wie is nu eigenlijk de regelgever? Is dat Titel 9 Boek 2 BW, de RJ, het SBR-programma, zijn het de banken? Naar wie moeten we luisteren? Maar ook: wat kan en moet de softwaremarkt ermee? Welke juridische gevolgen heeft het indienen door de intermediair in het kader van bestuudersaansprakelijkheid?’ Het gaat op te veel plekken mis. Dat begint volgens Van Dijk al bij de overheid. Binnen SBR wordt gewerkt met taxonomieën, domeinen en entrypoints. Bij de taxonomie van de overheid gaat dan om de domeinen KvK, CBS en Belastingdienst. Elk domein heeft een eigen entrypoint, bijvoorbeeld KvK-klein, KvK-middelgroot en KvK-groot. Elk met een eigen gegevensdefinitie. Alexander Leppink hierover: ‘Oorspronkelijk was het de bedoeling dat elk element zijn eigen oorspronkelijke code meekreeg. Dus één set gegevensdefinities, één grote bak data die eenduidig gedefinieerd zijn. Vervolgens kon – mits juist getagd – iedere uitvragende partij uit die grote bak de voor hem of haar benodigde data ophalen. Daar ligt een juridische belemmering; de overheid mag niet zomaar allerlei informatie opvragen. Toen ontstond er een aparte taxonomie voor de Belastingdienst en voor de KvK. Er is wel geprobeerd dat te standaardiseren, maar daar ging het in eerste instantie wel mis.’ Dat dit tot praktische problemen leidt, is volgens Richard van der Pool evident. De taxonomieën zijn niet meer synchroon. ‘Bij de XBRL-rapportages die inhoudelijk het meest gestandaardiseerd waren, was de migratie dan ook het meest eenvoudig. Bijvoorbeeld de BTW-aangifte ten behoeve van de Belastingdienst. Dit in tegenstelling tot rapportages ten behoeve van de KvK, waar de mate van detail, maar ook de ‘vorm’ (Besluit modellen jaarrekening) een veelvoud aan XBRL- rapportages met zich meebrengt.’
Van der Pool geeft aan dat daarnaast de banken ook hun eigen taxonomie hebben. Onder andere om krediet aanvragen snel te kunnen beoordelen. Het idee over één insteek ten aanzien van de data en een minimale set van gegevens kwam hierdoor al gauw in de knel. ‘Drie banken die meedenken over een minimale setting? ‘Dan wordt het misschien wel heel transparant hoe wij onze financieringen beoordelen’, roepen de banken dan stil. Daar komt nog bij dat dit ook strijdig is met Basel-regelgeving rond kredietverlening door banken.’
Meermalen taggen aan de bron
Het komt erop neer dat er nu te veel verschillende XBRL-rapportages ontstaan binnen de bestaande taxonomieën. Te weinig hergebruik van elementen binnen de domeinen en te veel entrypoints. Een volgende stapelaar in de uitdagingen is het gegeven dat de taxonomieën op onderdelen niet consistent zijn. Banken, fiscus of KvK kunnen zo op drie verschillende manieren, net iedere keer iets anders, naar dezelfde gegevens vragen. In de praktijk betekent dit dat er dus binnen datasets vergelijkbare gegevens op verschillende manieren getagd moeten worden. Dat niemand hierop zit te wachten, spreekt wel haast voor zich. Te meer daar de Nederlandse Taxonomie uit inmiddels meer dan 5000 elementen bestaat. De oorspronkelijke bedoeling van ‘één bak met knikkers voor alle partijen’ is volgens Alexander Leppink inmiddels ver weg.
Het getrouwe beeld
De volgende uitdaging die Vera van Dijk benoemt is het getrouwe beeld. Dat kan nogal gauw – bedoeld of onbedoeld – zoekraken. Ook hier wordt dit veroorzaakt door de te vele mogelijke afwijkingen of keuzemogelijkheden of soms onvoldoende mogelijkheden om in SBR zaken vast te leggen, waardoor er toch weer teruggegrepen dient te worden op de toelichting bij de jaarrekening. En dat was oorspronkelijk niet de bedoeling. Voeg daar nog eens bij dat RJ-regels, Titel 9 BW 2 en de KvK-standaarden niet echt goed op elkaar zijn afgestemd en kijk naar technische omissies die ertoe kunnen leiden dat mutaties in mutatieoverzichten niet goed te koppelen zijn in SBR, en je hebt er weer een uitdaging bij. En pak vervolgens het aardige – of misschien beter gezegd: verwarrende – voorbeeld dat passiva in de KvK-gegevensset zowel debet als credit mogen worden aangeleverd, dan wordt de verwarring niet kleiner en raakt de mate van standaardisering verder weg. De vergelijkbaarheid van jaarrekeningen, bijvoorbeeld ten behoeve van benchmarking, wordt daarmee ook niet beter. Waar in het verleden Titel 9 BW2 en de RJ voor relatief eenduidige strandaarden zorgden, lijkt er nu een nieuwe partij bijgekomen te zijn: de NT, de Nederlandse Taxonomie die voor standaardisering zou moeten zorgen, maar die vooralsnog alleen maar complexiteit lijkt toe te voegen.
Softwareleveranciers
Dat softwareleveranciers vervolgens ook met deze uitdagingen worstelen, zal niemand verbazen. Zij richten zich, zo stelt Vera van Dijk, veelal op één taxonomie en/ of op één domein (zie hierboven). Uiteindelijk heeft dit tot gevolg dat van standaardisering nog maar weinig terechtkomt. Het Referentie Grootboek Schema zou de brug moeten slaan tussen de financiële administratie en verschillende taxonomieën. Hoe uitgebreid moet het RGS dan wel niet zijn? En waarom zou het RGS wel kunnen standaardiseren, maar is dit bij de hele SBR-ontwikkeling niet gelukt? Bij mijn gesprekspartners liggen de verwachtingen ten aanzien van RGS dan ook niet erg hoog.
Kan het anders?
‘Ja’, stelt Alexander Leppink. En hij wijst naar twee landen als voorbeeld. Het eerste land is dat van onze zuiderburen: België. Daar ging men goed van start. Een uniform rekeningschema (lees: een eenduidige standaard) maakt het ontwikkelen van één dataset voor verschillende rapportagedoelen een stuk eenvoudiger. Een ander voorbeeld van hoe het zou kunnen is het Verenigd Koninkrijk. Inline XBRL is daar ontwikkeld met de rapportagedoelen op het netvlies. ‘Inline XBRL is de jaarrekening in een digitaal te ontsluiten bestand’, stelt Richard van der Pool. Inline XBRL, oftewel kort iXBRL, definieert ook hoe een bepaald item uit een financieel overzicht opgenomen kan worden in een eveneens vooraf bepaald format voor digitale (HTML-)documenten. Overigens staan de grootste uitdagingen volledig los van de gekozen techniek. De techniek is ‘slechts’ een hulpmiddel. De sleutel van standaardisatie ligt bij de inhoud zelf en de harmonisatie daarvan. Hoe beter op dat vlak gestandaardiseerd wordt, hoe hoger de adoptiegraad zal zijn!
Alexander Leppink en Vera van Dijk
Over de gesprekspartners: Alexander Leppink RA is partner en verantwoordelijk voor innovatie, online dienstverlening en outsourcing. Vera van Dijk is projectmanager bij BDO, zij heeft op accountancyvanmorgen.nl enkele blogs over dit onderwerp geschreven. Richard van der Pool is Consultant bij BDO.
Geef een reactie