Er is in 2015 vaker strafbaar gehandeld bij een beëindigd faillissement dan in 2010. Ten opzichte van dat jaar is het percentage met 5,5 procentpunt toegenomen.
Dit blijkt uit onderzoek dat CBS in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft verricht naar de oorzaken en schulden van in 2015 beëindigde faillissementen.
Aandeel zekere strafbare en of onrechtmatige benadeling gestegen
Ten opzichte van 2010 is het percentage zekere strafbare en of onrechtmatige benadeling met 5,5 procentpunt toegenomen. Er is sprake van zeker strafbaar handelen als de curator aangifte heeft gedaan bij het meldpunt faillissementsfraude. Of als er een procedure of schikking is geweest in verband met paulianeus handelen, bestuurdersaansprakelijkheid of onrechtmatig handelen. Bij bijna zeventig procent van de in 2015 beëindigde faillissementen is er geen sprake van strafbare en of onrechtmatige benadeling. In zeventien procent van de gevallen is dit wel het geval.
Waarschijnlijke strafbare en of onrechtmatige benadeling
Van waarschijnlijke strafbare en of onrechtmatige benadeling is sprake als het sterke vermoeden van de curator bestaat van paulianeus handelen, bestuurdersaansprakelijkheid of onrechtmatig handelen, maar geen schikking, succesvolle procedure of aangifte heeft plaatsgevonden. Dit komt voor bij ruim twaalf procent van de faillissementen.
Aantal faillissementen toegenomen
Het aantal in 2015 beëindigde faillissementen is ten opzichte van 2010 met 17,3% toegenomen. Dit komt volledig voor rekening voor de groep bedrijven en instellingen. In deze groep steeg het aantal beëindigde faillissementen met bijna dertig procent. Het aantal beëindigde faillissementen van natuurlijke personen nam in dezelfde periode af met 23 procent.
Economische oorzaak
In 2015 was bijna de helft van de beëindigde faillissementen van bedrijven en instellingen gerelateerd aan economische oorzaken. Economische factoren waren daarmee met afstand de meest voorkomende oorzaken van de faillissementen. Daarna volgt mismanagement.
Totale schuld
De totale schuld van de beëindigde faillissementen steeg van 4,3 miljard euro in 2010 naar 4,9 miljard euro in 2015. Ten opzichte van 2004 is de totale schuld met 151,0 procent toegenomen. De omvang van de schulden steeg van 1,9 miljard euro naar 4,9 miljard euro.
Onbetaald gebleven schuld
De onbetaald gebleven schuld is toegenomen van 3,9 miljard euro in 2010 naar 4,4 miljard euro in 2015. Dit is een stijging van 14,2%. In vergelijking met 2004 is de onbetaalde schuld zelfs toegenomen met 153%, van 1,7 miljard euro naar 4,4 miljard euro. De onbetaalde schulden worden hoofdzakelijk veroorzaakt door besloten vennootschappen. De onbetaalde schuld van BV’s maakte 90,7 procent uit van de onbetaalde schuld van in 2015 beëindigde bedrijven. De gemiddelde onbetaalde schuld is afgenomen. De schuld bedroeg 582 duizend euro, tegen 660 duizend euro in 2010.
Geef een reactie