Ivoren beeldjes, dierenhuiden, koraal of schildpadkammen: wie ze wil schenken aan een museum kan ondanks een handelsverbod toch recht hebben op giftenaftrek. Volgens Advocaat-Generaal Niessen kan worden teruggevallen op de waarde in het economische verkeer van de voorwerpen, aangezien een expliciet waarderingsvoorschrift in de Wet IB 2001 ontbreekt en geen jurisprudentie voorhanden is.
De kwestie: in 2014 schonken twee broers een geërfde tas en andere voorwerpen van luipaardbont aan een museum dat werd aangemerkt als een culturele ANBI. De gebroeders claimden vervolgens recht te hebben op een giftenaftrek en waardeerden de schenking op een bedrag van € 31.000 (de vervangingswaarde). Maar omdat luipaardbont verboden handelswaar is, zei de inspecteur dat geen sprake kon zijn van giftenaftrek, aangezien de waarde van de gift vanwege het verbod nihil is.
Na Rechtbank Den Haag oordeelde Gerechtshof Den Haag dat de voorwerpen ondanks het handelsverbod in elk geval een geldelijke waarde hebben. De broers hebben de waarde van de voorwerpen alleen niet aannemelijk gemaakt, waarbij onder meer in aanmerking werd genomen dat het museum de waarde stelde op € 850 en de gestelde waarde van de broers niet in de aangifte erfbelasting of aangifte IB/PVV was meegenomen. Het hof verklaarde het hoger beroep daarom ongegrond.
Advocaat-Generaal Niessen merkt op dat voor de waardering moet worden teruggevallen op de waarde in het economische verkeer van de voorwerpen, aangezien een expliciet waarderingsvoorschrift in de Wet IB 2001 ontbreekt en geen jurisprudentie voorhanden is. Een handelsverbod doet hier niet aan af. Een waardering van de voorwerpen door een onafhankelijke, gespecialiseerde taxateur kan deze waarde het beste aantonen. Dat een waarde niet is meegenomen in bijvoorbeeld de aangifte erfbelasting of IB/PVV zegt niets over de waarde in het economische verkeer, aldus Niessen. De A-G acht het oordeel van het Hof echter niet onbegrijpelijk en voldoende gemotiveerd en adviseert de Hoge Raad daarom tot ongegrond verklaring van het cassatieberoep.
Geef een reactie