De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft gereageerd op het consultatiedocument dat de Europese Commissie heeft gepubliceerd over een mogelijke hervorming van de Europese verslaggevingsregels. De raad pleit vooral voor het behoud van vergelijkbaarheid en tegen Europese aanpassingen aan regels die daar drempels voor opwerpen.
De commissie wilde met een zogeheten ‘fitness check’ weten wat belanghebbenden vinden van de huidige staat van de Europese verslaggevingsregels. De raad is voorstander van het gebruik van de IFRS-standaarden in de EU. “Die hebben aantoonbaar een positief effect gehad voor beursgenoteerde bedrijven en investeerders in alle lidstaten.”
Carve-in geen goed idee
De RJ ziet geen heil in de introductie van een ‘carve-in’-mechanisme waarmee de EU wijzigingen kan doorvoeren in de IFRS die alleen voor Europa gelden. Dat is niet goed voor de wereldwijde vergelijkbaarheid van cijfers. “Wereldwijd opererende bedrijven komen bovendien voor extra kosten te staan en voor investeerders ontstaan nieuwe drempels. Bovendien zal met zo’n carve-in de invloed van Europa op e IFRS-standaarden afnemen.”
Hogere kosten zullen ook ontstaan als de Verenigde Staten door zo’n maatregel de Europese standaarden niet meer erkennen en eisen dat Europese bedrijven in de VS hun jaarrapportages volgens US GAAP of de reguliere IFRS-standaarden moeten opstellen. “Dat leidt in beide gevallen tot hogere kosten.”
Het is sowieso lastig om in de EU overeenstemming te bereiken over accountingkwesties, aldus de RJ, wat aanpassingen lastig en kostbaar zou maken.
Duurzaamheid
De EU overweegt twee nieuwe criteria toe te voegen aan het IAS-goedkeuringsproces: langetermijninvesteringen en duurzaamheid. Dat ziet de RJ niet zitten. “Wij beschouwen financiële stabiliteit niet als een doel van financiële verslaggeving, maar als resultaat daarvan. Transparante, waarheidsgetrouwe en eerlijke verslaggeving draagt bij aan financiële stabiliteit.” De RJ denkt dat andere maatregelen beter zijn om duurzaamheid te bevorderen, zoals het publiceren van niet-financiële informatie of overheidssubsidies. “Het zou ons zorgen baren als algemene verslaggevingsdoelen ondergeschikt worden gemaakt aan het stimuleren van langetermijninvesteringen en duurzaamheid.”
Geen EU-specifieke eisen
De RJ is daarnaast tegenstander van een eigen ‘conceptual framework’ voor de EU. Zo’n framework geeft richtlijnen voor situaties waarin de IFRS-regels niet voorzien. “De EU moet geen standaarden neerleggen voor beursgenoteerde bedrijven en heeft daarom geen eigen conceptual framework nodig.” Een ander bezwaar betreft de introductie van minimumeisen aan de opmaak van de balans en de winst- en verliesrekening. “Dat zou de vergelijkbaarheid ten goede komen, maar EU-specifieke eisen leiden tot verder afwijken van de IFRS-eisen. Bedrijven moeten de vrijheid hebben om de presentatie in te vullen aan de hand van omvang en aard van hun activiteiten.”
De RJ steunt de invoering van een Europees verslaggevingsraamwerk niet. “In Nederland hebben niet-beursgenoteerde bedrijven de mogelijkheid om IFRS te gebruiken, maar dat kan niet in alle EU-lidstaten. Wij vinden dat dat wel het geval moet zijn, zodat internationale bedrijven op vergelijkbare basis kunnen rapporteren.” De RJ oppert de introductie van een ‘IFRS-light’-standaard voor 100%-dochterbedrijven van beursgenoteerde ondernemingen. “Dat zou de administratieve lasten voor dochterbedrijven verkleinen.”
Richtijnen banken en verzekeraars
De Bank Accounting Directive hoeft wat de RJ betreft niet bijgewerkt te worden: “Die is gedateerd en voor een groot deel al vervangen door IFRS. In Nederland rapporteren nog maar een paar banken niet volgens IFRS.” De verzekeraarstegenhanger IAD waarborgt op dit moment niet de vergelijkbaarheid van verzekeraars in de EU, aldus de RJ. “ALS IFRS 17 wordt toegepast, verbetert de vergelijkbaarheid significant. Het is dus logisch om eerst een besluit te nemen over het aannemen van deze standaard voordat de IAD wordt geëvalueerd.”
Non-financiële informatie en digitalisering
De Europese richtlijn voor non-financiële informatie is een stap in de goede richting, aldus de RJ. Al zou het bedrijven helpen als er een wereldwijde standaard komt. “Omdat de richtlijn pas geldt per 2017, is het nog te vroeg om te evalueren.” Tot slot zou de RJ graag meer aandacht zien voor het stimuleren van innovatie op het gebied van digitalisering. “Via subsidies zouden overheden het doorontwikkelen van succesvolle initiatieven kunnen stimuleren.” De raad waarschuwt er verder voor dat in gehanteerde rapportageformats de (on)mogelijkheden van de techniek niet belangrijker moeten worden dan het principe van juiste financiële verslaggeving.
Geef een reactie