
De raad ondersteunt de voorgestelde overgang van marktwaarde naar beleidswaarde. “Waardering van het vastgoed in exploitatie tegen beleidswaarde doet inderdaad meer recht aan de waarde van het vastgoed uitgaande van de maatschappelijke doelstelling van woningcorporaties.”
Verwerking in winst-en-verliesrekening
Wel wil de RJ dat expliciet wordt geduid hoe de verwerking van de jaarlijkse wijzigingen in de
beleidswaarde moet gebeuren. “Het verwerken van de wijziging in de beleidswaarde in de winst-en-verliesrekening verdient ons inziens de voorkeur. De reden hiervoor is dat deze wijze van verwerken aansluit bij de verwerking van vastgoedbeleggingen gewaardeerd tegen actuele waarde. Tevens resulteert een dergelijke verwerking in minder technische vraagstukken ten aanzien van de vraag wanneer wijzigingen in de beleidswaarde alsnog in de winst-en-verliesrekening moeten worden verwerkt (bijvoorbeeld in geval van realisatie van herwaarderingen door gebruik en verkoop).”
Een tip van de raad is verder om nadere informatie over wijzigingen in de beleidswaarde, inclusief een nadere uitsplitsing hiervan, op te laten nemen in de toelichting in plaats van in de winst-en-verliesrekening. Dat komt de duidelijkheid ten goede: “Het huidige model van de winst-en-verliesrekening zoals opgenomen in de bijlage van de RTIV (Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting, red.) bevat relatief veel detailinformatie.”
Uitzondering voor vastgoed in ontwikkeling en voorziening
De andere waardering is een stelselwijziging waarbij in principe ook de vergelijkende cijfers moeten worden aangepast. Bestuurders van woningcorporaties hebben aangegeven dat het aanpassen van de vergelijkende cijfers inzake vastgoed in ontwikkeling en de voorziening onrendabele investeringen tot praktische problemen in de sector zou kunnen leiden. De raad adviseert daarom om voor deze twee categorieën een uitzondering toe te staan. “Uitgaande van de eerste toepassing van de voorgestelde wijziging van de Woningwet in boekjaar 2026, zou dat betekenen dat het effect van de stelselwijziging op het vastgoed in ontwikkeling en de voorziening onrendabele investeringen kan worden verwerkt aan het begin van boekjaar 2026 zonder aanpassing van de vergelijkende cijfers over het boekjaar 2025.”
Verder zou de RJ graag verduidelijkt zien dat de beleidswaardes die zijn toegelicht in de jaarrekeningen over 2024 en 2025 kunnen worden gehanteerd voor het verwerken van de stelselwijziging in de jaarrekening over 2026. “Op die wijze wordt voorkomen dat de beleidswaardes ultimo 2024 en ultimo 2025 eventueel opnieuw moeten worden bepaald ten behoeve van het verwerken van de stelselwijziging in de jaarrekening over 2026.”
Geef een reactie