Als bij zelfstandigen de inkomsten drie maanden wegvallen, dan zakken bij 19 procent van hen de resterende financiële middelen van het huishouden onder de minimumloongrens. Bij een vol jaar aan gederfd inkomen komen bij meer dan een derde van de zelfstandigen de financiële middelen onder deze kritische grens. Dat meldt het CBS op basis van een modelmatige berekening van het wegvallen van het inkomen van zelfstandigen.
Van de ruim 1,26 miljoen zelfstandigen zat in 2018 al 0,7 procent van de bijbehorende huishoudens onder de gestelde grens van afdoende financiële middelen. Bij het wegvallen van een maand aan zelfstandigeninkomen zou bij 11 procent van alle zelfstandigen de dan nog beschikbare financiële middelen van het huishouden ontoereikend zijn om dit te compenseren. Naarmate er meer maanden wegvallen loopt het percentage onder de kritische grens gestaag op, tot 35 procent bij het wegvallen van een volledig jaarinkomen.
Zelfstandigen met personeel
Zelfstandigen met personeel (zmp’ers) kunnen een periode van tot drie maanden inkomensverlies iets vaker opvangen dan zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). Vanaf vijf maanden inkomensverlies zijn de rollen omgedraaid, en hebben juist iets meer zzp’ers financiële slagkracht.
Oudere zelfstandige minder kwetsbaar
Zelfstandigen van 45 jaar of ouder zijn volgens de berekening van het CBS minder kwetsbaar voor inkomensverlies dan jongere zelfstandigen; de 45-plussers beschikken doorgaans over meer vrij opneembaar vermogen. Deze lagere kwetsbaarheid geldt voor zowel zzp’ers als zmp’ers, ongeacht het aantal maanden inkomensderving.
Meeste pijn in horeca, bouw, en vervoer en opslag
Wanneer het zelfstandigeninkomen drie maanden wegvalt, zou het huishoudensinkomen van rond 30 procent van de zelfstandigen in de sectoren vervoer en opslag, en horeca onder de drempel terecht komen. In de financiële dienstverlening bij slechts 10 procent. Na zes maanden inkomensderving is dit opgelopen naar respectievelijk 40 en 15 procent. Ook na 12 maanden inkomensderving zit de meeste pijn in de sectoren horeca, bouw, en vervoer en opslag. In de horeca ligt het inkomen dan bij meer dan de helft van de zelfstandigen onder het niveau van het minimumloon, in de bouw en vervoer en opslag is dat bij de helft. In de financiële dienstverlening blijft het aandeel onder de kritische grens met 23 procent het laagst.
Bron: CBS
Geef een reactie