De invoering van het nieuwe pensioenstelsel loopt vertraging op, melden bronnen aan het FD. Uitstel kan betekenen dat pensioenfondsen alsnog pensioenen moeten korten.
Dit jaar besproken
De wetgeving die hoort bij het pensioenakkoord moet volgens de huidige planning per 1 januari 2021 ingaan. Dat betekent dat de Tweede en de Eerste kamer er dit jaar nog over moeten beslissen, maar de wetsvoorstellen zelf zijn nog niet af. Dat zou vooral te wijten zijn aan de grote hoeveelheid reacties op de internetconsultatie, en aan de complexe materie. Het is ‘realistischer’ dat de wetsvoorstellen pas begin 2022 naar de Tweede Kamer gaan, staat in stukken van de werkgroep die bezig is met de verdere uitwerking van het akkoord en die het FD heeft ingezien. Dan zou de wetgeving pas per 1 januari 2023 ingaan, een vol jaar vertraging. Maar een half jaar vertraging is ook nog een optie, stelt een pensioenfondsbestuurder.
‘Onnodig en pijnlijk’
Hoewel de dekkingsgraden van pensioenfondsen weer in de lift zitten, komt uitstel van de wetgeving hen ongelegen. Het pensioenakkoord moet ervoor zorgen dat fondsen niet of minder hoeven te korten bij tegenvallende beleggingsresultaten. Het omvormen van het huidige stelsel naar het nieuwe is een tijdrovende operatie. Pas per 1 januari 2026 kunnen alle fondsen over zijn, maar met uitstel van de wet wordt dat mogelijk nog later. Patrick Fey, vicevoorzitter en pensioenonderhandelaar van CNV laat in het FD weten dat uitstel van de nieuwe pensioenwet met een jaar ‘onnodig en pijnlijk voor veel gepensioneerden’ is.
Dekkingsgraad
ABP maakte donderdag bekend dat de dekkingsgraad voor het eerst sinds twee jaar weer boven de 100% is. In het persbericht wordt gesproken over een onzekere economische toekomst, waardoor er nog weinig verandert aan de vooruitzichten voor onze deelnemers. Pensioenverhoging blijft uit zicht en ook de kans op verlaging van pensioen in de komende jaren blijft reëel, stelt ABP. Volgens de huidige wetgeving voor pensioenfondsen, het Financieel Toetsingskader (FTK) hebben de fondsen over het komende jaar een gemiddelde dekkingsgraad van 104,5% nodig, anders moeten de pensioenen alsnog omlaag. Vier van de top vijf fondsen, waaronder ABP, maar ook Zorg en Welzijn en de pensioenfondsen voor de metaal PMT en PME, staan daar nu nog ver onder. Afgelopen jaar gaf Koolmees hun de ruimte verlagingen uit te stellen, zolang hun dekkingsgraad maar boven de 90% blijft.
Bron: FD
Geef een reactie