Het aantal ZZP’ers groeit al jaren hard, dit maakt deze ondernemers een groeimarkt voor accountants. De vraag is echter wel: voor hoe lang nog? Een update over de zelfstandige zonder personeel.
Over maar weinig economische onderwerpen vloeit zo veel inkt als over het wel en wee van de ZZP’er. Neem alleen al de snelle opmars in vooral het laatste decennium van de disruptieve platformeconomie – denk aan Uber, Lyft en HelloFresh – die voor een groot deel mogelijk is gemaakt door een immer groeiend leger van ZZP-chauffeurs. Die trend is goed én slecht. Veel chauffeurs zijn gelukkig in wat ze doen en profiteren van de groei in de branche, een ander deel voelt zich uitgebuit: als werknemers zonder dienstverband. Bovendien zijn reguliere taxichauffeurs, in loondienst of met een bv, in veel steden een groot deel van hun business kwijt – weggeconcurreerd door veelal minder gereguleerde ZZP’ers.
Ook op heel andere plekken in de arbeidsmarkt, specifiek daar waar schaarste is, speelt de vraag of een ZZP’er een ondernemer is of een werknemer vermomd als ondernemer. Evert Verhulp, hoogleraar arbeidsrecht en kroonlid van de Sociaal-Economische Raad (SER): ‘Je bent ondernemer als je je eigen klanten werft en je eigen prijzen stelt. Een verpleegkundige die als zelfstandige aan de slag gaat om een hoger loon te kunnen krijgen en de vervelende administratieklusjes niet te hoeven doen, is géén ondernemer. Ook een muzikant in een orkest is géén ondernemer.’
In dit geval is het probleem niet dat zelfstandigen worden uitgebuit. Het probleem is eerder dat die zelfstandigen oneigenlijke fiscale voordelen genieten. Dat doen zij om de netto inkomsten te spekken, óf het initiatief ligt bij de opdrachtgever, die zo zijn eigen kosten drukt. Zelfstandigen betalen geen sociale premies. Door fiscale voordelen – de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek – is de belastingdruk lager dan die van werknemers. Eerder onderzoek wees uit dat de ZZP’er die 45.000 euro per jaar verdient, netto 35.000 euro overhoudt. Een werknemer mag 25.000 euro netto houden.
Hoofdpijndossier
Als het om de financiën en fiscaliteit van de ZZP’er gaat, zijn er meerdere onderwerpen aan te snijden. Maar de discussie wie wel of niet ondernemer is, is toch wel de elephant in the room (ook overigens voor accountants, maar daarover straks meer). Hoe hiermee om te gaan, is voor werkgevers, maar met name voor de overheid, al een aantal kabinetten een hoofdpijndossier. Voorlopig dieptepunt zijn de perikelen rond de Wet DBA (deregulering beoordeling arbeidsrelatie) uit 2016. Die wet, die inmiddels op non-actief is gesteld, probeerde via een systeem van zelfstandigenverklaringen duidelijkheid te verschaffen. Maar de uitvoering, die uitging van inspanningen van zowel de opdrachtgever als ZZP’er, bleek een drama.
In het komende Regeerakkoord wordt naar verwachting een nieuw en hopelijk voor alle betrokkenen productiever hoofdstuk toegevoegd. Zowel de Commissie Borstlap (officieel Commissie Regulering van werk) – ingesteld door het demissionaire kabinet Rutte III – als de SER adviseren het onderscheid tussen ondernemerschap en werknemerschap scherper te maken. ‘In de praktijk komt het er dan snel op neer dat het ZZP-schap wordt teruggedrongen’, zegt Verhelp daarover. ‘Dan gaat het er niet om dat ondernemerschap aan banden te leggen. Het gaat erom dat aan ondernemers de juiste voordelen toekomen, en dat wie geen ondernemer is, niet de voordelen van het ondernemerschap geniet.’
Populairder dan ooit
Zolang de regels zijn wat ze zijn, echter, is de realiteit heel anders. ZZP’er zijn is populairder dan ooit. Coronajaar 2020, zo blijkt uit de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), is wat dat betreft geen uitzondering op een meerjarige trend. In 2003 was acht procent van de beroepsbevolking ZZP’er, ofwel dik 600.000 mensen. In 2020 is dat percentage opgelopen tot dertien procent. Daarmee telt Nederland meer dan 1,1 miljoen all-in ZZP’ers: ondernemers zonder personeel, die hun hoofdinkomen uit dat ondernemerschap halen. In acht jaar tijd is er sprake van bijna een verdubbeling. Daarnaast zijn er nog zo’n 600.000 ZZP’ers die naast hun inkomsten uit loonverband bijverdiensten hebben als ondernemer.
Om dit verder in perspectief te zetten: Nederland telt zo’n negen miljoen werkenden, en die negen miljoen is 70 procent van de bevolking tussen 15 en 75 jaar. Met 13 procent ZZP’ers is het aandeel zelfstandigen zonder personeel in de beroepsbevolking een beetje hoger dan gemiddeld. In Europees verband is 11 procent van de beroepsbevolking ZZP’er.
Dubbel gevoel voor accountants
Accountants met de focus op het kleinbedrijf zullen een dubbel gevoel hebben bij die groei. Leuk natuurlijk dat de vijver aan (potentiële) klanten steeds groter is geworden. Maar wat als die straks in groten getale weer in loondienst worden gedwongen? Hoe herken je de ene soort ZZP’er van de andere? Zou je moeten voorsorteren op aanstaande wijzigingen? Op de website van de Kamer van Koophandel heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werk een pilot Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie beschikbaar gesteld (in eerste instantie tot de zomer). Voor de accountant die wil inventariseren hoe zijn klantenbestand eruitziet in de ogen van de wetgever, is het nuttig die een keertje in te vullen. Maar verwacht er ook weer niet te veel van: de module is gericht op opdrachtgevers en niét op opdrachtnemers of hun accountants. Die zijn vooralsnog aangewezen op zichzelf.
Wat sowieso zal blijven bestaan, afgaand op de Borstlap- en SER-adviezen, is de ZZP’er die ook echt ondernemer is. Voor de accountant heeft die ZZP’er zo zijn typische eigenschappen. En dat bevestigen gesprekken met die ZZP’ers eigenlijk ook wel weer. Want hoe kijken die ZZP’ers zelf naar hun financiële plaatje en naar hun relatie met fiscaliteit, met hun boekhouder of accountant? Accountancy Vanmorgen sprak er twee. Rode draad: waar de politiek zich toch vooral druk maakt over fiscale voor- en nadelen als het om ZZP’ers gaat, is dat voor de geïnterviewde ondernemers (geenszins een representatieve steekproef overigens) nauwelijks een thema. Zoals Marc Redmeijer het vrij stevig verwoordt: ‘Ik sta weinig stil bij zaken als fiscale voordelen. Ik verwacht dat elke accountant dat goed bijhoudt – ik zie dat als iets wat hoort bij zijn of haar vak – een randvoorwaarde dus. Waar ik vooral op let in de relatie, is op gebruiksgemak, en inhoudelijk inzicht.’
Marc Redmeijer (50)
Filmregisseur en oprichter van De Werkplek
Bijgestaan door: Kees de Boekhouder
‘Ik ben opgeleid als fotograaf. Daarna ben ik in de filmwereld beland en ben ik camerawerk en regie gaan doen – vooral van reclamespots. Sinds kort doe ik er samen met mijn zakenpartner Marion Evenhuis – we zijn twee ZZP’ers en één vennootschap onder firma (vof) – ook iets heel anders bij. Ik kreeg een paar jaar geleden de kans een anti-kraakpand te beheren waar ik zelf als ZZP’er samen met een aantal andere bedrijven was gevestigd. Dat beheren werd steeds serieuzer. Sinds dit voorjaar zitten we in een ander pand en bieden we met De Werkplek een budgetformule voor flexwerkplekhuur. Voor 79 euro per maand zit je bij De Werkplek 10 dagen per maand op een ergonomische bureaustoel. Er is lekkere koffie, en een goede sfeer.’
‘Mijn eerste boekhouder was de spreekwoordelijke man, plus assistent, op de zolderkamer. Ik leverde mijn bonnetjes in op bladen papier. Eenmaal per kwartaal kreeg ik het dossier dan terug. Alleen was alles losgescheurd en weer vastgeplakt. Ik kreeg geen uitleg, en dat vond ik wel frustrerend. Ik hield er altijd het gevoel aan over dat ik iets verkeerds deed. Daarom ben ik overgestapt naar een groter kantoor. Dat was best luxe, en ook wel duur. Maar ik dacht: het kost wat, maar dan heb ik ook wat. Alleen viel dat nog wel tegen. Ik moest alles digitaal aanleveren, en dat vond ik fijn. Toch kreeg ik dan regelmatig weer een mail: “Je moet dit nog aanleveren.” Maar dan had ik dat allang gedaan en had men gewoon niet goed gekeken. Uiteindelijk leidde het allemaal vrij snel weer tot kleine irritaties.’
‘Inmiddels ben ik, ook met de vof, overgestapt op Kees de Boekhouder. Dat is een onlineplatform waar ZZP’ers hun boekhouding zelf kunnen doen. Je zet de gegevens van je facturen enzovoort in hun systeem. Dat werkt heel intuïtief. Vervolgens worden alle gegevens netjes verwerkt en komen er aangiftes uitrollen, en ook grafieken met hoe het er voor staat met het bedrijf. Dat werkt fijn.’
‘Ik hoop wel dat er een aantal functionaliteiten worden toegevoegd. Dat Kees de Boekhouder met ons bedrijf mee groeit, feitelijk. Maar misschien heb ik het nog niet ontdekt. Ik vind het fijn om mijn kosten onder te verdelen in bijvoorbeeld gas en elektra, of IT. Dat soort vrijheid om met grootboekposten te werken, zag ik nog niet. Wat ik ook nog mis, is het automatisch inlezen van facturen. Bij De Werkplek gaat het om veel bonnetjes van klanten. Als ik die transacties niet kan importeren of als ik niet kan integreren met software die dit wel kan, moeten we misschien wel naar een ander systeem gaan. Dat wil ik liever niet!’
‘Het fijnste is nog wel dat we veel zelf doen, maar dat we als er iets niet gaat een vaste accountmanager hebben, Michael. Die kan ik zo bellen met allerlei vragen. En als hij het niet weet, dan verwijst hij me intern naar een accountant. Het komt niet vaak voor dat ik een fiscaal specialist nodig heb. Voor de meeste vragen ga ik er wat dat betreft gewoon van uit, dat het goed is geregeld. Dat het naleven van alle wetten, ook als die veranderen, gewoon netjes via de software is ingeregeld.’
Judith Looye (41)
All-round grimeur en creative make-up en hair designer
Bijgestaan door: administratiekantoor Joke Schellevis
‘Als vroege twintiger begon ik al als ZZP’er. In die tijd, zo rond de eeuwwisseling, was er gewoon geen andere optie. Er waren geen vaste banen voor grimeurs. Ik werkte als grimeur voor films, via een payrollingsysteem, dat was me aangeraden via school. Mensen vroegen me weleens of dat niet heel erg onzeker was. Maar dat voelde meer voor de buitenwereld zo dan voor mij. Het liep altijd wel voor mij. En ik vind de reflectie op mijn bedrijf waardevol. Waar je bedrijf staat, zegt ook iets over waar je staat als mens.’
‘Ondernemen kan ook confronterend zijn. Je moet achter de cijfers gaan zitten en je afvragen of het rendabel is wat je doet. Of je wel voldoende rekent. Ik stel me jaarlijks omzetdoelen en als ik die niet haal, kan ik me daar slecht over voelen. Dan vraag ik me af of ik er maar niet mee moet ophouden. Door Covid-19 kwam zo’n moment. Naast mijn werk voor films en series ben ik gastdocent bij meerdere opleidingen. Daarnaast ging ik me meer bezighouden met grimeurswerk voor evenementen. Mensen in de bediening zijn vaak studenten. Dat zijn de gezichten van jouw evenement, maar ze lopen er vaak ongewassen en slecht uitgeslapen bij. Een beetje make-up en haarstyling doen wonderen voor de uitstraling van een evenement. Het is leuk werk, maar door corona viel dat in één klap weg.’
‘Inmiddels ben ik weer een stap verder. Ik verwacht een tweede kindje en dan wordt het werk voor films lastig. Daar gaat het om lange dagen en soms ook nachten. Ik school me bij tot barbier. Dan kan ik ook dat erbij gaan doen, en heb ik weer nieuwe mogelijkheden om klanten te werven.’
‘Het ZZP-schap past me. Ik werk samen met een fantastisch bedrijf, GeenBluf. Die meiden (Jacqueline Hoogendijk en Bianca van de Steen) denken veel groter dan ik. Maar een bv is niets voor mij. Voor mij is het belangrijk zo veel mogelijk inhoudelijk bezig te zijn. En dan wil ik niet alleen uren maken, maar ook bezig zijn met jonge talenten, die zo op hun beurt weer verder komen.’
‘Een accountant heb ik niet, dat is me te duur. Zo’n accountant heb je vooral voor de visie, denk ik. Dus dat stuk doe ik wel zelf. Ik heb wel een boekhouder, en ik zou niet zonder haar kunnen! Ik ben dyslectisch, dus laat mij maar geen facturen maken. Dat doet de boekhouder. Die maakt alle facturen, stuurt herinneringen en zorgt ervoor dat alles netjes in de administratie terechtkomt. Ik heb geen pand, geen ingewikkelde software. Mijn boekhouder is mijn enige terugkomende kostenpost. Die ik met plezier betaal.’
ZZP vs BVAls ondernemer kun je kiezen uit enkele rechtsvormen. Als je ervoor kiest in een eenmanszaak als ZZP’er aan de slag te gaan, dan ben je feitelijk de onderneming. De andere courante keuze is een besloten vennootschap (BV) te starten. Die vennootschap is een zelfstandige juridische entiteit. De ondernemer gaat vervolgens in loondienst bij dat bedrijf. Als er winst overblijft in de onderneming, wordt die vervolgens belast met omzetbelasting. Naast verschillen in fiscaliteit zijn er grote verschillen op het gebied van aansprakelijkheid: die is een stuk hoger voor de ZZP’er. De constructie van de ZZP’er dient toch echt vooral de kleine ondernemer die zichzelf als merk in de markt zet. Voor de accountant zijn er ook verschillen – al zijn ze niet enorm. ZZP’ers zijn wettelijk verplicht een balans op te maken, en een winst- en verliesrekening. Ze zijn echter niet verplicht de uitgebreidere jaarrekening op te stellen. Een bv is dat wel verplicht – en een samenwerking van ZZP’ers die samen een vof vormen is het ook. De bv moet de jaarrekening voorleggen aan de aandeelhouders, en vervolgens ook deponeren bij de Kamer van Koophandel. Bedraagt de omzet van de bv meer dan 12 miljoen euro, dan moet de jaarrekening meestal ook worden gecontroleerd door een accountant. |
Dit artikel is ook verschenen in het AV-magazine van september 2021.
Geef een reactie