De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) stelt voor om in hoofdstuk 212 ‘Materiële vaste activa’ verduidelijkingen aan te brengen met betrekking tot het onderscheiden van belangrijke bestanddelen van een actief en de verwerking van vervangingen daarvan en het onderkennen van afzonderlijke bestanddelen van vaste activa in combinatie met het vormen van een voorziening groot onderhoud. Daarnaast zijn de waardering van de onderhoudsvoorziening en de herstelvoorziening verduidelijkt.
Naar aanleiding van ontvangen commentaren stelt de RJ voor om een aantal aanpassingen door te voeren met als doel de huidige alinea’s en bepalingen in het hoofdstuk te verduidelijken en een consistente toepassing te ondersteunen. De RJ benadrukt dat de wijzigingen uitsluitend bedoeld zijn om de huidige bepalingen te verduidelijken en dat niet beoogd is nieuwe bepalingen te introduceren. Daar waar de verduidelijkingen aanleiding geven tot aanpassingen stelt de RJ overgangsbepalingen voor om deze soepel te laten verlopen.
Belangrijkste verduidelijkingen
Het onderscheid tussen vervanging van belangrijke bestanddelen van een actief (vervangingsinvesteringen) enerzijds en groot onderhoud anderzijds wordt in de voorgestelde aanpassingen verduidelijkt. Dit onderscheid is van belang omdat vervangingsinvesteringen worden geactiveerd en afgeschreven, terwijl groot onderhoud mag worden verwerkt via een onderhoudsvoorziening. Daarnaast wordt voorgesteld om te verduidelijken dat ook een rechtspersoon die groot onderhoud verwerkt via de onderhoudsvoorziening belangrijke bestanddelen van een materieel vast actief moet onderscheiden en afzonderlijk activeren en afschrijven. Ook als een rechtspersoon kosten van groot onderhoud via een onderhoudsvoorziening verwerkt, moet bij de aanschaf het actief, voor zover relevant, het actief worden onderscheiden in belangrijke bestanddelen die over hun eigen gebruiksduur worden afgeschreven (ook wel aangeduid met de term ‘componentenbenadering’).
Als een belangrijk bestanddeel wordt vervangen dan is sprake van een vervangingsinvestering die opnieuw als bestanddeel wordt geactiveerd en wordt afgeschreven over de gebruiksduur daarvan. Vervangingsinvesteringen zijn dus géén kosten van groot onderhoud en kunnen daarom ook niet via de onderhoudsvoorziening worden verwerkt. De RJ stelt voor om bovenstaande te verduidelijken in de Richtlijnen. Teneinde te verduidelijken wat onder groot onderhoud moet worden verstaan stelt de RJ voor tevens een definitie van groot onderhoud op te nemen. Deze verduidelijkingen zijn met name van belang voor rechtspersonen die kosten van groot onderhoud via een onderhoudsvoorziening verwerken en tot dusverre geen onderscheid maken in belangrijke bestanddelen van materiële vaste activa en/of geen onderscheid maken tussen vervangingsinvesteringen en groot onderhoud. De RJ benadrukt hierbij dat in de praktijk allerlei tussenvormen kunnen voorkomen waarvoor nog steeds beoordeling door de rechtspersoon nodig is of deze classificeren als groot onderhoud of als vervanging.
Indien een rechtspersoon overgaat naar een in deze RJ-Uiting opgenomen verwerkingswijze van belangrijke bestanddelen van een materieel vast actief, vervangingsinvesteringen of kosten van groot onderhoud, dan wordt deze aanpassing verwerkt als een stelselwijziging. De RJ stelt voor dat de stelselwijziging niet alleen volledig met terugwerkende kracht (retrospectief) maar ook met terugwerkende kracht vanaf het voorgaand boekjaar of vanaf het huidig boekjaar mag worden verwerkt. Indien de verduidelijkingen van invloed zijn op de hoogte van de onderhoudsvoorziening, dan wordt deze aanpassing verwerkt in het jaar van de stelselwijziging. Overige aanpassingen en verduidelijkingen De RJ stelt tegelijkertijd een aantal overige aanpassingen en verduidelijkingen voor:
– De RJ stelt voor om te verduidelijken dat de onderhoudsvoorziening en de herstelvoorziening, waarbij kosten van herstel via de opbouw van de voorziening worden verantwoord, gewoonlijk worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
– In hoofdstuk 212 ‘Materiële vaste activa’ en hoofdstuk 252 ‘Voorzieningen’ worden een aantal redactionele wijzigingen voorgesteld.
– Daarnaast wordt voorgesteld om bij hoofdstuk 212 ‘Materiële vaste activa’ de voorbeelden in bijlage E en F aan te passen naar aanleiding van bovenstaande voorstellen. Deze wijzigingen zijn van redactionele aard om de consistentie te waarborgen en bevatten geen inhoudelijke wijzigingen.
RJk-bundel
Consistent met bovenstaande voorstellen in de RJ bundel worden, voor zover van toepassing, voor de RJk-bundel in hoofdstuk B2 ‘Materiële vaste activa’ en B10 ‘Voorzieningen en niet in de balans opgenomen verplichtingen’ dezelfde aanpassingen voorgesteld.
Ingangsdatum
De RJ stelt voor de wijzigingen van kracht te laten worden voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2023.
Commentaarperiode
De RJ nodigt u uit tot het inzenden van reacties en commentaren op deze RJ-Uiting. Deze kunnen tot uiterlijk 18 maart 2022 worden ingediend bij het RJ secretariaat, bij voorkeur per email (secretariaat@rjnet.nl). Commentaren zullen als openbare informatie worden behandeld en op de RJ-website gepubliceerd, tenzij door respondenten is aangegeven dat het commentaar geheel of gedeeltelijk moet worden aangemerkt als vertrouwelijk.
Zie hier het voorstel van de RJ.
Geef een reactie