
De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft naar aanleiding van ontvangen commentaren Uiting 2022-6 ’toepassing effectieve-rentemethode bij verwerking tegen geamortiseerde kostprijs’ aangepast.
De RJ deed eerder drie voorstellen:
- het opnemen van bepalingen in hoofdstuk 290 ‘Financiële instrumenten’ voor het verwerken van een wijziging van de contractuele voorwaarden van een financieel instrument die niet resulteert in een belangrijke verandering van de economische realiteit met betrekking tot dat financiële instrument;
- het opnemen van de bepalingen inzake het toepassen van de effectieve-rentemethode in paragraaf 5 van hoofdstuk 290 in plaats van opname onder de definities; en
- het verduidelijken van alinea 109 van hoofdstuk 115 ‘Criteria voor opname en vermelding van gegevens’. Een dergelijke verduidelijking heeft de RJ ook voorgesteld in alinea 108a van hoofdstuk A2 ‘Verwerking en waardering’ in de RJk-bundel.
Aanleiding voor deze aanpassingen was de constatering dat er in de praktijk onduidelijkheid bestaat over de toepassing van de effectieve-rentemethode bij waardering van financiële instrumenten tegen de geamortiseerde kostprijs.
Op de voorstellen zijn reacties gekomen en die hebben geleid tot een aantal aanpassingen. Zo is in alinea 523b van hoofdstuk 290 toegevoegd dat een rechtspersoon bij de keuze van een verwerkingswijze rekening houdt met alle feiten en omstandigheden. Zie de uiting van de RJ voor een volledig overzicht van wijzigingen.
Geef een reactie