
Accountants die wettelijke controles uitvoeren, moeten vanaf boekjaar 2022 in hun verklaring rapporteren over fraude en continuïteit. Voor de accountant wordt het daarmee een uitdaging om zijn klant ervan te overtuigen dat de rapportage over fraude en continuïteit voor de onderneming van belang is. Ook accountants die samenstellings- en beoordelingsopdrachten uitvoeren, zullen alert moeten zijn en blijven op fraude. Al zijn zij (nog?) niet verplicht om iets met fraude (NV COS 240) te doen.
“Onder druk wordt alles vloeibaar”, zo wordt weleens gesteld. Dit bleek ook eind 2021, toen het bestuur van de NBA een kleine, maar ingrijpende wijziging in Standaard 700 aankondigde. De aankondiging ontsproot niet in de gelederen van de NBA, maar werd bewerkstelligd door diverse rapporten van (onder anderen) de door de minister van Financiën aangestelde Kwartiermakers Accountancysector. Onderliggend doel hierbij is het verbeteren van de kwaliteit van wettelijke controles. De veronderstelling daarbij is dat de kwaliteit van de wettelijke controles niet (meer) aansluit bij de verwachtingen van het maatschappelijk verkeer. Dit laatste natuurlijk ingegeven door een aantal ‘boekhoudschandalen’ waarbij steevast de vraag rees: “Waar was de accountant?”
In de discussie rondom de introductie van de wijziging in de genoemde standaard vielen slachtoffers. Sommige accountants vonden het niet ver genoeg gaan om alleen te rapporteren over de uitgevoerde werkzaamheden in plaats van verslag te doen van de bevindingen. Ook de wijze waarop de NBA het besluit naar buiten bracht, werd niet in alle gevallen op prijs gesteld.
Wettelijke controle
Hoe ‘tumultueus’ een en ander ook verlopen is, het besluit brengt wel met zich mee dat accountants die wettelijke controles uitvoeren vanaf boekjaar 2022 in hun verklaring moeten gaan rapporteren over fraude en continuïteit. Voor accountants van organisaties van openbaar belang (OOB’s) was het met ingang van boekjaar 2021 al verplicht om daarover te rapporteren.
Om dit in goede banen te leiden, heeft de NBA op haar site ruimte gemaakt om deel te nemen aan het ‘proefrapporteren’. Als tegenprestatie voor de deelname aan dit traject wordt maximale ondersteuning vanuit de NBA toegezegd in de vorm van een toolkit en een online helpdeskformulier. Daarnaast worden de wijziging in de regelgeving binnen de NBA ‘omarmd’ door de diverse commissies die iets te zeggen hebben over fraude en/of continuïteit dan wel de kwaliteit van de accountantscontrole. Met andere woorden: het heeft de aandacht. Zelfs in díe mate dat de NBA een projectteam ‘Koplopers’ in het leven heeft geroepen, dat de introductie van het ‘nieuwe’ rapporteren in het MKB moet ondersteunen. Het rapporteren over fraude en continuïteit door de accountant zou moeten aansluiten bij de werkzaamheden die de accountant uitvoert bij de controle. Het zou in die zin dus geen extra werkzaamheden moeten opleveren.
Fraude
In de praktijk blijkt het rapporteren over frauderisicofactoren vaak toch nog wat meer voeten in de aarde te hebben. Voor rechtspersonen is er geen wet- of regelgeving (anders dan die voor het lectuurverslag) die afdwingt dat er in de jaarrekening wordt gerapporteerd over fraude. Als de accountant dat wel doet in de controleverklaring, moet de spanning die dat mogelijk oplevert eerst worden besproken. Volgens de NBA is dit een van de belangrijke voordelen om nu al mee te doen met de proefrapportage: “Dit biedt accountants de mogelijkheid om hierop voldoende en tijdig te kunnen anticiperen, zodat zij ook hun klanten kunnen meenemen in dit proces. De brochure ‘Verplichte rapportage over Fraude en Continuïteit in de controleverklaring bij de jaarrekening: Wat betekent dit voor u als klant’ is daarbij een handig hulpmiddel.” Naast de genoemde brochure is er ook nog een handreiking voor de accountant in ontwikkeling.
Anderzijds wordt het risico van ‘boilerplating’ ook onderkend. Om kwaliteitverhogend te werken, moet de accountant in zijn of haar verklaring natuurlijk klant- en risicospecifiek rapporteren. Hierbij bestaat het risico dat de rapportages na verloop van tijd erg op elkaar gaan lijken, omdat bedrijven in dezelfde branche bijvoorbeeld te maken hebben met dezelfde (generieke) frauderisico’s.
Continuïteit
Ten aanzien van het verplicht rapporteren over continuïteit wordt verwezen naar de hiervoor genoemde brochure. Verdere handreiking en toelichting volgt nog. Het onderwerp continuïteit wordt als minder ‘lastig’ ervaren dan fraude, met name omdat rechtspersonen – indien van toepassing – gewend zijn om hiervan in de jaarrekening melding te maken.

Boodschap voor het MKB
Het bovenstaande gaat óók gelden voor de wettelijk controle van middelgrote bedrijven! In Nederland zijn ongeveer 20.000 bedrijven controleplichtig, waarvan het grootste deel kan worden bestempeld als middelgroot. Deze bedrijven kenmerken zich vaak als familiebedrijf. De uitdaging die daar dus voor de accountant ligt, is om de klant ervan te overtuigen dat de rapportage over fraude en continuïteit in diens verklaring voor de onderneming van belang is. Als er ‘niets aan de hand’ is, zal dit op weinig weerstand stuiten, maar als er wel wat speelt, kan dat anders zijn. Stevige discussies zijn dan niet uitgesloten. Argumenten van de klant kunnen (al dan niet terecht) zijn dat:
- er verder geen stakeholders zijn bij de jaarrekening; en/of
- het bestuursverslag niet openbaar gemaakt hoeft te worden; en
- er door de accountant in het licht van de ‘overige informatie’ alleen marginaal wordt getoetst.
Rol maatschappelijk verkeer
Dit neemt niet weg dat de accountant in het kader van de werkzaamheden en verplichtingen tot een rapportage moet komen die aansluit bij zijn werkzaamheden. Vanuit de rol richting het maatschappelijk verkeer zal de accountant de bevindingen ook willen c.q. moeten vermelden. Hier raakt de verplichte rapportage aan moraliteit en ethiek. Best lastig. Met name voor accountants die werkzaam zijn in een kleinere controlepraktijk en die niet terug kunnen vallen op een afdeling Vaktechniek of Compliance.
Wanneer je geen wettelijke controles uitvoert, is er geen vuiltje aan de lucht, zou je denken. Als accountant kun je dus prima beoordelen of samenstellen. Dat gebeurt ook op grote schaal; volgens cijfers van het CBS bedroeg het aantal bv’s eind 2020 ongeveer 380.000. Veelal vindt er bij deze entiteiten geen wettelijke controle plaats. De kans bestaat dat een accountant de jaarrekeningen van deze bv’s samenstelt. Natuurlijk houdt de accountant bij het samenstellen de ogen open, maar een verplichting om iets te doen met fraude (NV COS 240) is er niet.
Verandering op komst?
Nu kan ik me voorstellen dat daar in het licht van de ontwikkelingen in de wettelijke controlepraktijk in de toekomst verandering in gaat komen. Het maatschappelijk verkeer verwacht immers steeds meer transparantie en het belang van het kleine MKB in Nederland is groot. Dat zal vooral ook gelden als er een niet-wettelijke controle- of beoordelingsopdracht wordt uitgevoerd. Dit speelt bijvoorbeeld in de zorg of bij notariaten. In sommige branches is het frauderisico nu eenmaal meer prominent aanwezig.
Het is dus even afwachten. Tot die tijd: houd ook bij niet-wettelijke accountantsopdrachten de ogen open. Ook bij samenstellen en beoordelen kan en mag de accountant niet wegkijken. We hadden hier de NV NOCLAR al voor. Wellicht komt daar nu iets bij?
Drs. Jan Dekker AA is als accountant verbonden aan Fiscount. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.
Wil je in staat zijn om nog beter na te denken over strategische klantkeuzes en de wijze waarop je de regelgeving oppakt ten aanzien van klantacceptatie en monitoring? Volg dan de cursus Opdrachten in het MKB: welke wel welke niet
Geef een reactie