Het Haviltex-criterium, de Kelderluikcriteria en de maatman; drie juridische begrippen die vaak voorbijkomen als het gaat om de zorgplicht die een adviseur naar zijn klanten heeft. Stelt een klant je aansprakelijk wegens schending van je zorgplicht, dan kom je deze begrippen ongetwijfeld tegen. Maar het is ook belangrijk om ze te kennen als je je algemene voorwaarden of opdrachtbevestiging opstelt.
Artikel 7:401 BW verplicht een adviseur ertoe om bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht te nemen. Het uitgangspunt voor wat betreft de kwalificatie van ‘de zorg van een goed opdrachtnemer’ is dat een adviseur moet handelen met de zorgvuldigheid die je van een redelijk handelend en redelijk bekwaam beroepsbeoefenaar – de maatman – kan verwachten. Om te beoordelen of een adviseur binnen dit kader in strijd heeft gehandeld met de zorgplicht die op hem rust, zijn onder andere de Kelderluik-criteria relevant.
Daarbij is mede van belang wat de inhoud is van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Het gaat daarbij niet alleen om de bewoordingen van de overeenkomst; ingevolge het Haviltex-criterium gaat het ook om de betekenis die partijen over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en aan hetgeen zij ten aanzien daarvan redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Deze tekst kun je tegenkomen in een rechtelijke uitspraak over de aansprakelijkheid van een (financieel) adviseur. In deze bijdrage lichten we eerst de Kelderluik-criteria toe, in relatie tot een onfortuinlijke Coca-Cola-man.
Kelderluik-criteria
Er was eens een medewerker van Coca-Cola, die frisdrank moest afleveren bij café De Munt in Amsterdam. De frisdrank moest hij afleveren in de kelder, die zich onder een kelderluik bevond, midden in een smal gangpad. Na het afleveren van de frisdrank had de medewerker van Coca-Cola het kelderluik open laten staan. Even later wilde een bezoeker van café De Munt gebruikmaken van het toilet. Dit toilet bevond zich achter in het pand en om het te bereiken, moest de bezoeker langs het smalle gangpad waar het kelderluik zich bevond. De bezoeker keek niet goed uit en viel in het kelderluik. Hij liep hierbij ernstige verwondingen op. Daarop stelde de bezoeker de medewerker van Coca-Cola aansprakelijk op grond van de onrechtmatige daad.
Vier criteria
De Hoge Raad hanteerde vier criteria, die sindsdien van belang zijn bij de beoordeling van de aansprakelijkheid op grond van een onrechtmatige daad. Deze vier criteria komen altijd terug als er sprake is van gevaarzetting:
- Hoe waarschijnlijk kan de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid (van anderen) worden geacht?
- Hoe groot is de kans dat door deze niet inachtneming ongevallen ontstaan?
- Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn?
- Hoe bezwaarlijk zijn de te nemen veiligheidsmaatregelen?
In dit specifieke geval had de werknemer erop bedacht moeten zijn dat een bezoeker die naar het toilet loopt, er geen rekening mee houdt dat er een kelderluik open staat. Door deze onoplettendheid is de kans groot dat er ongevallen ontstaan. De gevolgen kunnen erg groot zijn: wie in een kelderluik valt, kan bijvoorbeeld iets breken of anderszins fysieke schade oplopen. Hier staat tegenover dat het voor de medewerker niet bezwaarlijk was geweest om het kelderluik dicht te doen, of om een waarschuwingsbord neer te zetten. Naar aanleiding van deze omstandigheden oordeelde de Hoge Raad dat de werknemer van Coca-Cola aansprakelijk was voor de geleden schade.
Belang voor accountants
Deze criteria lijken misschien op het eerste gezicht weinig te maken te hebben met de aansprakelijkheid van mensen met adviesberoepen, zoals accountants. Toch spelen deze criteria ook een rol bij de beoordeling of er sprake is van een schending van de zorgplicht van de adviseur. Ook een (financieel) adviseur kan zich afvragen hoe groot de kans is dat zijn opdrachtgever zich niet bewust is van alle risico’s, hoe groot de kans is dat hierdoor schade ontstaat en wat de omvang van deze schade is. Daarnaast zullen ook de inhoud en de aard van de opdracht en het product van belang zijn, evenals de hoedanigheid van de opdrachtgever.
Haviltex-criterium
Een ander begrip dat van belang is bij de aansprakelijkheid van mensen met adviesberoepen is het Haviltex-criterium. Dit criterium geeft een nadere invulling aan de gegeven opdracht. Dit is van belang, omdat een advocaat of rechtbank als eerste zal kijken naar de aard en de inhoud van de gegeven opdracht. Indien er geen opdracht is gegeven voor bepaalde werkzaamheden, zal de opdrachtnemer in beginsel niet aansprakelijk zijn voor de schade als gevolg van het niet uitvoeren van deze opdracht. Tenzij het uitvoeren van deze opdracht onder de zorgplicht van de opdrachtnemer viel.
Om te beoordelen wat er onder een opdracht valt, zal in de eerste instantie worden gekeken naar de letterlijke bewoordingen in de tekst. Volgens het Haviltex-criterium zijn echter niet alleen deze letterlijke bewoordingen van belang. Indien alle partijen aanwezig waren bij de onderhandelingen, zal ook worden gekeken naar wat partijen over en weer van elkaar mochten verwachten. Er wordt meer gekeken naar de partijbedoeling in plaats van naar hoe het letterlijk op papier staat. Maar zelfs als er wordt geoordeeld dat de werkzaamheden niet onder de opdracht vallen, dan nog is het Haviltex-criterium van belang. Er wordt dan gekeken naar de vraag of de werkzaamheden onder de zorgplicht van de adviseur vallen. Ook daarbij wordt de vraag gesteld: wat kunnen partijen over en weer van elkaar verwachten?
De maatman
Om aansprakelijkheid vast te kunnen stellen, moet er sprake zijn van onzorgvuldig handelen door de opdrachtnemer. Een opdrachtnemer heeft onzorgvuldig gehandeld indien hij niet de zorg betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot mag worden verwacht. Met andere woorden: er wordt gekeken naar de vraag hoe een andere gemiddelde beroepsgenoot – de maatman – de situatie had aangepakt. Dit criterium wordt nader ingevuld door het hiervoor besproken Kelderluik-arrest en het Haviltex-arrest. Zo kan bijvoorbeeld de vraag worden gesteld of een andere, redelijk handelende beroepsgenoot wél andere maatregelen had genomen. Of misschien had een andere, redelijk bekwaam handelende beroepsgenoot wel werkzaamheden verricht die net buiten de reikwijdte van de opdracht vielen – omdat dit toch van hem of haar verwacht werd. Indien je minder zorgvuldig bent geweest dan de maatman, zal aansprakelijkheid sneller kunnen worden vastgesteld.
Toepassing in de praktijk
Uiteraard is het handig om deze begrippen te kennen als je een gerechtelijke uitspraak leest. Deze begrippen zullen daarin niet altijd nader worden uitgewerkt. Ze komen je echter ook van pas als je zelf een inschatting wilt maken van een mogelijke aansprakelijkheid. Zo kun je jezelf als eerste afvragen of je cliënt van jou had mogen verwachten dat je bepaalde werkzaamheden zou hebben verricht. In relatie tot de kennis van deze begrippen blijkt ook hoe belangrijk het is om je opdrachtbevestiging goed op orde te hebben. Bovendien is het verstandig om je aansprakelijkheid op de juiste manier te beperken in de algemene voorwaarden. Het is echter ook weer niet de bedoeling dat je de aansprakelijkheid te veel beperkt. Laat je opdrachtbevestiging en algemene voorwaarden daarom nakijken door een jurist, die over relevante en actuele kennis beschikt om hierover te adviseren.
Mr. Pascalle de Hoon (jurist) is verbonden aan Avanti Jure Advocatuur. Dit kantoor adviseert over contract- en aansprakelijkheidsrecht en werkt samen met Fiscount.
Meer weten? Volg de cursus Arbeid en Recht
Geef een reactie