De klokkenluider werkte bij een organisatie waarvan de jaarrekeningen over de periode 2018-2022 door een grote accountantsorganisatie werden gecontroleerd. Hij vermoedde dat er fraude was gepleegd en diende daarom bij de AFM een anonieme klokkenluidersmelding in. Daarnaast verzocht hij de AFM handhavend op te treden tegen het accountantskantoor en twee ingehuurde financiële managers. De AFM oordeelde echter dat de inmiddels ex-werknemer geen belanghebbende was, waardoor zijn verzoek niet kon worden behandeld. De klokkenluider bracht de zaak daarop voor de rechter.
Twee gescheiden trajecten
Een belangrijk punt in deze uitspraak is het onderscheid tussen een klokkenluidersmelding en een handhavingsverzoek. De rechtbank benadrukte dat deze trajecten een verschillende wettelijke basis hebben. De klokkenluidersmelding valt onder de Wet bescherming klokkenluiders, terwijl het handhavingsverzoek wordt beoordeeld volgens de Awb. Hoewel de klokkenluider terecht stelde dat hij als melder geen belanghebbende hoeft te zijn bij een klokkenluidersmelding, geldt dit niet voor een handhavingsverzoek.
De rechtbank oordeelde dat het handhavingsverzoek alleen in behandeling kan worden genomen als de aanvrager een direct en persoonlijk belang heeft. De eiser had echter geen directe relatie met de accountantsorganisatie, waardoor hij volgens de rechtbank niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. De rechtbank volgde daarmee eerdere uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).
Geen bevoegdheid AFM
Daarnaast verklaarde de AFM dat zij geen bevoegdheid heeft om tegen de ingehuurde externe managers handhavend op te treden, omdat zij niet onder haar toezicht vallen. De rechtbank bevestigt dit en stelt dat een reactie van de AFM in zo’n geval geen besluit is in de zin van de Awb. Daarom kon de klokkenluider hiertegen ook geen bezwaar maken.
Reactie op klokkenluidersmelding
Ook het bezwaar tegen de reactie van de AFM op de klokkenluidersmelding werd niet-ontvankelijk verklaard. De AFM had aangegeven dat zij vanwege wettelijke geheimhoudingsverplichtingen geen verdere mededelingen kon doen. De rechtbank oordeelde dat deze reactie geen rechtsgevolg had en dus niet als besluit kon worden aangemerkt.
Implicaties voor accountants en klokkenluiders
Deze uitspraak biedt een belangrijke les voor accountants en compliance professionals. Het bevestigt dat klokkenluiders en andere melders van vermeende misstanden geen automatische toegang hebben tot bestuursrechtelijke procedures als zij geen direct persoonlijk belang kunnen aantonen. Voor accountantsorganisaties onderstreept het vonnis het belang van een zorgvuldig afgebakend toezichtskader: de bevoegdheden van de AFM zijn strikt begrensd en richten zich op organisaties die daadwerkelijk onder haar toezicht vallen. De uitspraak biedt daarmee belangrijke duidelijkheid over de juridische positie van klokkenluiders en de reikwijdte van het toezicht van de AFM.
Lees hier de uitspraak.
Geef een reactie