‘Wat bedoel je precies met dat recht zetten?’ wilde Joke weten.
‘Nou precies zoals ik het vertelde. We hebben Manfred geholpen om het graaigedrag van zijn echtgenoot te repareren.’ Joop kuchte even en stak weer een sigaret op.
‘Dat zei je net ook. Maar ik begrijp nog niet hoe jullie dat gedaan hebben.’
Joop was even stil. Het leek of hij naar de juiste woorden zocht. ‘Laat ik het zo vertellen. In 2001 liep het tweede huwelijk van Manfred definitief op de klippen. Manfred vreesde dat zijn toenmalige echtgenoot een fors bedrag aan alimentatie zou claimen. Iets wat hij koste wat het kost wilde voorkomen. Op enig moment heeft hij mij en Paul in vertrouwen genomen en gevraagd of wij hem misschien konden helpen.’
Joke keek de kamer van Joop rond. Dat helpen, dat had Joop altijd gedaan. Joop hielp iedereen. Thuis, op kantoor. Familie, vrienden, klanten. Ze klopten nooit tevergeefs aan.
Toen ze net werkzaam was voor de maatschap had die helpstand van Joop wel eens tot conflicten tussen haar en Joop geleid. Soms kreeg ze de kans niet om zelf zaken uit te zoeken. ‘Laat me toch mijn eigen gang gaan,’ had ze dan gesnauwd. Maar of dat werkelijk indruk maakte op Joop? Ze had van Manfred begrepen dat Joop hem ook had geholpen toen hij het kantoor van zijn vader overnam. Joop had hem gestimuleerd het administratiekantoor om te zetten naar een accountantskantoor. Maar dat was in een tijd dat er heel andere eisen aan een accountantskantoor werden gesteld. Naar haar idee was het vroeger toch een stuk eenvoudiger om een accountantskantoor te runnen. Nu moest je aan zoveel regels voldoen.
‘Dus Manfred vroeg of jullie wilde helpen?’ Ze nam een slok van haar glas water.
‘Ja, hij zat er helemaal door toen.’
‘Hoe hebben jullie dat dan gedaan?’
Joop kuchte. ‘De vader van Manfred bezat nogal wat vermogen in Luxemburg. Het fijne weet ik er ook niet van. Maar het ging om familievermogen. Zodoende had Manfred ook toegang tot een of meerdere nummerrekeningen.’
Benieuwd of ze dat vermogen ook hebben aangegeven bij de fiscus, dacht Joke. Maar Manfred kennende, vermoedde ze niet dat dit het geval zou zijn. Ze knikte en Joop ging verder.
‘In die jaren was de maatschapsadministratie niet perfect.’ Hij lachte ‘Het was een puinhoop. Maar dat was geen probleem, want er was geld genoeg. Maar we beseften ook dat de Marian, de vrouw van Manfred, daar geen genoegen mee zou nemen. Die zou de onderste steen boven willen halen. Dus besloten we van de nood een deugd te maken. We werkte de administratie helemaal bij en administratief verlaagde we in de jaarrekening het aandeel van Manfred in het maatschapsvermogen van 40% naar 28%. Tegelijkertijd verhoogden we het aandeel van Paul en mij met 6%. Op papier deden we dat met gesloten beurzen.’
Er was dus behoorlijk met vermogen geschoven. Maar hoe ze dat nu precies hadden gedaan, dat was Joke nog niet helemaal duidelijk.
Geef een antwoord