De Belastingdienst heeft een memo gepubliceerd waarin de douane het beleid uitlegt over het stellen van aanvullende zekerheid bij invoer. “Het blijkt dat daarover soms onduidelijkheid is bij het bedrijfsleven.” Als bijlage bij de memo zit een formulier dat ondernemers krijgen als aanvullende zekerheid wordt gevraagd.
De douane vraagt bij invoer aanvullende zekerheid in geval van twijfel over of fiscaal risico van de aangegeven zendingen. “Overigens kan belanghebbende in plaats van het stellen van de aanvullende zekerheid verzoeken om de onmiddellijke mededeling van de douaneschuld die op de zendingen van toepassing kan zijn (artikel 244, tweede alinea, UVo DWU)”, stipt het memo aan. Afgelopen jaren is met name aanvullende zekerheid geëist bij de invoer van onder meer kleding, schoenen en zonnepanelen. “Twijfel of fiscaal risico over de zendingen bestaat er bij onvolledigheden en/of
onduidelijkheden maar ook bij mogelijke onregelmatigheden en/of frauduleuze gedragingen.”
Doorlopend of incidenteel
Dan wordt een onderzoek ingesteld en worden de zendingen worden pas vrijgegeven nadat de aanvullende zekerheid is gesteld. De aanvullende zekerheid kan doorlopend of incidenteel worden gesteld en daarnaast contant of door
bijvoorbeeld een akte van borgtocht. Heeft de belanghebbende al eerder een doorlopende aanvullende zekerheid gesteld in de vorm van 10% van de zekerheid voor de uitstelregeling maandbetalingen AGS, dan kan worden verzocht het bedrag aan te stellen aanvullende zekerheid hierop af te boeken.
Keuzes en verzoeken
Belanghebbenden kunnen zelf bepalen wie de aanvullende zekerheid stelt: de indiener of de aangever. “Overwegingen in deze keuze zijn wellicht bekende of onbekende opdrachtgevers, bekende of onbekende zendingen, zendingen zonder
risico’s of zendingen met risico’s.” Aan de douane kan een verzoek worden gedaan om de controles te verminderen als een aantal controles niet heeft geleid tot andere bevindingen dan de gegevens in de aangiften.
Geef een reactie