Het Bureau Financieel Toezicht is de laatste vijf jaar aantoonbaar meer risicogericht en doeltreffender gaan werken. Dat schrijft minister Dekker (Rechtsbescherming) aan de Eerste en Tweede Kamer in het kader van het vijfjaarlijkse onderzoek naar het functioneren van het zelfstandige bestuursorgaan. Wel zou de toezichthouder zijn taken breder kunnen oppakken.
Onderzoekers SEO en Clear Conduct hebben een evaluatierapport geschreven. Dat laat “een overwegend positief beeld zien over de wijze waarop het BFT zich heeft ontwikkeld”, aldus Dekker. “Het BFT is aantoonbaar meer risicogericht gaan werken. Daarnaast voert het BFT minder a-selecte onderzoeken uit en juist meer risicogestuurde onderzoeken op basis van concrete signalen en zelf-assessments.” Dat leidt tot meer handhavingsmaatregelen. “De risicogerichte aanpak is daarmee doeltreffender dan de oorspronkelijke aanpak. Dit komt ook de doelmatigheid van het toezicht ten goede.”
Verbreden perspectief
Volgens de onderzoekers is het bureau toe aan een volgende stap in zijn ontwikkeling. “Deze stap bestaat uit het verbreden van het perspectief naar een integrale analyse van de markt en de maatschappelijke context van het toezicht, het dieper analyseren van de onderliggende oorzaken van problemen en het experimenteren met alternatieve toezichtsinterventies.”
Focus op primaire proces
In het evaluatierapport benadrukken de onderzoekers dat de taken van het BFT sterk zijn afgebakend: “Het BFT is sterk gefocust op het primaire toezichtproces, er is weinig aandacht voor de bredere context van het toezicht. Het BFT doet geen onderzoek naar het nalevingsniveau van ondertoezichtstaande instellingen of (maatschappelijke) schade door niet-naleving.” Daardoor is niet duidelijk hoe scherp het zicht is op risico’s en in welke mate de handhaving effectief is. “Dit punt wordt versterkt doordat het lastig is om op basis van de regulier aangeleverde (kwartaal)cijfers kwaadwillende ondertoezichtstaanden te identificeren. Het BFT heeft weinig controlemechanismen om de validiteit van de ontvangen (kwartaal)data te verifiëren. Dit ondervangen vereist onaangekondigde controle(momenten), nadere verificatie door derden en aanvullende gegevens van de beroepsbeoefenaren.”
Bredere handhavingsaanpak
Een verbreding van het perspectief naar een bredere analyse van de markt vereist andere vaardigheden, aldus de onderzoekers. “Bij gegeven capaciteit gaat deze ontwikkeling mogelijk ten koste van de hoeveelheid bijzondere onderzoeken die met de huidige voorkeursmanier van werken worden uitgevoerd.” Een suggestie is dat het BFT handhavingsinstrumenten breder gaat inzetten. “De handhavingsaanpak kan bijvoorbeeld meer doeltreffend worden door bewust de gepercipieerde pakkans en het uitstralingseffect te vergroten door ook onaangekondigd te bezoeken en generiek te publiceren.”
Onbekend
Tijdens het onderzoek werd duidelijk dat een aantal maatschappelijke stakeholders het BFT niet kent of niet goed weet wat het doet. “Dit is een illustratie van de focus van het BFT op het primaire proces: toezicht op individuele ondertoezichtgestelden. Daarbij moet wel aangetekend worden dat onze steekproef beperkt van omvang was en bestond uit maatschappelijke stakeholders die wat verder van het bureau af staan. Desalniettemin zou het BFT zijn informatiepositie kunnen verbeteren (meer signalen genereren) door het BFT en de doelen en activiteiten bij een bredere groep stakeholders voor het voetlicht te brengen.”
Geef een reactie