Bij de toekenning van een transitievergoeding kan de ontvanger beter niet meteen in de handen wrijven. Soms kan zo’n compensatie bij ontslag ertoe leiden dat er per saldo inkomen wordt ingeleverd, blijkt uit een uitspraak van Rechtbank Overijssel. De zorg- en huurtoeslag gingen eraan en de transitievergoeding kostte zo meer dan hij opleverde.De Belastingdienst herzag de zorg- en huurtoeslag van een toeslaggerechtigde die na het beëindigen van een dienstverband in 2016 een ontslagvergoeding kreeg. In 2018 werden de toeslagen definitief vastgesteld.
‘Bijzonder inkomen’
De toeslaggerechtigde verzocht de Belastingdienst Toeslagen de transitievergoeding uit 2016 als bijzonder inkomen aan te merken en deze voor de berekening van de huurtoeslag voor dat jaar buiten beschouwing te laten. De uitgekeerde transitievergoeding was als een boemerang tegen hem gaan werken en leidde ertoe dat hij er netto op achteruit ging. De terugvordering was namelijk €700 hoger dan wat de transitievergoeding hem netto opbracht en dat vond hij bijzonder zuur. Naar zijn mening diende de transitievergoeding te worden aangemerkt als een nabetaling van inkomsten, omdat deze na de laatste maandelijkse loonbetaling is gedaan. De toeslag was eigenlijk een salarisbetaling over eerdere, betoogde hij.
Niet eerlijk
De rechtbank begreep dat de belastingplichtige het niet eerlijk vond dat hij per saldo uiteindelijk geld bijlegde. Maar met de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in de hand kon de rechtbank het toch niet mooier maken.
Geef een reactie