Jan Janssens, de naam blijft door zijn hoofd malen. ‘Vriend’, zei Jan tegen hem, toen hij hem op een beleggingsavond voor vermogende personen voor het eerst weer tegenkwam. Jan vertelde toen een verhaal over beleggen in Afrika. ‘De gigantische mogelijkheden die dit land in opkomst bood. Heel China zit er al en Chinezen zijn gek op geld dus het zou stom zijn als je nu niet meedeed. Zijn bedrijf had meerdere constructies bedacht om geld te verdienen in dit land en hij ging dus graag het gesprek aan.’ Meerdere aanwezigen maakten aantekeningen, zag Dimitri. Na afloop van de informatiebijeenkomst stond hij, met een glas wijn in de hand, nog wat na te praten. Totdat Jan kwam. Hoe vaak was hij, toen hij nog jong was, een straatje omgelopen om Jan niet tegen het lijf te lopen. Jan, die geld van hem leende maar het altijd vergat terug te betalen. Die hem dwong om vuurwerk te ritselen in november en dat dan weer doorverkocht aan andere jongens. Waarna hij weer een inkooporder bij Dimitri plaatste: ‘Ik krijg het wel tegen inkoopprijs hé. Dat ben je aan mij verplicht.’ Dimitri was altijd blij als ze op vakantie gingen. Maar verder popte Jan op, als een irritante melding op zijn beeldscherm. Soms verstopte Dimitri zich in huis en zei hij tegen zijn moeder dat als Jan aanbelde ze moest zeggen dat hij er niet was. ‘Maar ik zie zijn fiets wel in de schuur staan.’
Waarop Dimitri toch maar weer naar beneden liep. ‘Ik denk dat ze mij niet heeft horen thuiskomen.’ Waarna Jan mee liep naar zijn kamer en zei. ‘Een glaasje cola zou wel lekker zijn.’ Als zijn moeder hem dan vroeg of hij die bezoeken van Jan wel leuk vond, antwoordde hij dat Jan zijn beste vriend was, maar soms wel even alleen wilde zijn. Op een dag was Jan ook weg. Verhuisd naar Amsterdam, hoorde hij van zijn vader. ‘Heeft hij jou daar niets van verteld? Zijn ouders zijn gescheiden en hij is met zijn vader meegegaan. Als je wilt, kunnen we hem wel een keer opzoeken?’
En nu stond Jan dus weer voor hem. Twintig jaar later en hij werd nog steeds vriend genoemd.
‘Wat vond je ervan?’ Dimitri keek naar de rode gordijnen die de zaal verduisterden. Hij snakte naar daglicht.
‘Volgens mij is Afrika een continent en geen land.’
‘Weten die gasten hier veel. Mensen willen geld verdienen en Afrika is Afrika. Hoe je dat ook noemt. Maar wat doe jij eigenlijk?’
‘Ik help ondernemers weer op de rit te komen. Zorg dat ze kansen grijpen die ze eerder zelf niet hebben opgemerkt.’
Jan grijnsde, ‘En daar kun je geld mee verdienen?’
Afkappen. Hij had hier helemaal geen zin.
‘Ja, ik kan hier goed van leven. Maar als je het niet erg vindt, ik heb zo een andere afspraak.’
‘Nee, geen probleem. Maar hier heb je mijn kaartje, als ik nog wat voor je kan betekenen. Trouwens heb jij ook een visitekaartje voor mij?’
Een week later parkeerde een Mercedes S-klasse voor zijn deur. Jan was weer binnen.
‘Ik vond dat we zo’n interessant gesprek hadden. Ik dacht ik moet nog even langs bij Dimitri, want het zou toch zonde zijn als je de unieke kans die het continent Afrika biedt misloopt. Was je trouwens nog op tijd voor je afspraak?’
Zweet in zijn handen. Die Jan moest hij weer zo snel mogelijk buiten de deur zien te krijgen.
‘Heb je nog koffie?’
Hij kon nu toch geen nee zeggen. Een kopje maar dan, hij was ook wel benieuwd naar wat Jan had gedaan in Amsterdam.
‘Zeg ben jij nog steeds zo gek van ABBA? Je was in die tijd wel een beetje een loser hé. Een jongen die van ABBA hield, dat kon toen niet.’
‘Kom maar mee naar mijn kamer.’ Hij wilde Jan ook niet aan de keukentafel hebben. Voor je wist ging hij de kamer doorbanjeren en maakte hij bij ieder ding dat hij zag een opmerking.
‘Jij bent nog steeds gek van ABBA,’ lachte Jan. ‘Waar heb je dat allemaal vandaan gehaald?’
Dimitri was best trots op zijn verzameling. ‘In de loop van de tijd bij elkaar verzameld. Vroeger op rommelmarkten en tegenwoordig doe ik veel via marktplaats of internetveilingen.’
‘Heb je die Björn en Agnetha al eens uitgenodigd om hier een kijkje te nemen.’
Dimitri schoof een kopje koffie naar Jan. ‘Wat heb je erin?’
Daarna vroeg Dimitri wat Jan in Amsterdam had gedaan. Jan vertelde dat hij met zijn vader in een flatje aan de Kostverlorenkade had gewoond en daar had geleerd hoe Amsterdammers zaken doen. Daarvoor hoefde je in ieder geval niet naar school, had hij ontdekt. Op een dag kwam hij een vermogende zakenman tegen en die had hem de kneepjes van het vak dat hij nu deed bijgebracht. Geld verdienen met het beleggen van andermans vermogen. Soms ging dat natuurlijk wel eens fout en had hij te maken met boze beleggers. Maar hij kon meestal wel weer een oplossing verzinnen, waarbij die beleggers toch nog een deel van hun geld terug konden verdienen. ‘Je moet er natuurlijk wel een neus voor hebben. Wat in die officiële kranten staat daar moet je niet naar kijken. Dat is allemaal misleiding. Nee, je moet je oren openhouden. De juiste mensen spreken die tips voor je hebben. En natuurlijk op tijd je belastingaangifte doen. Want als je de Belastingdienst eenmaal achter je aan hebt dat ben je nog niet klaar. Weet je, zo’n kerel die mij tipte die kreeg de FIOD achter zich aan. Nu heeft hij helemaal niets meer. Helemaal kaalgeplukt. Maar wat deed jij nu ook alweer precies?’
Jan Wietsma
Lees hier alle afleveringen
Aflevering 1. Professional in de knel: Maar toch kies ik nu voor mijn kind
Aflevering 2. Bepalingen NV-COS 240. Even vroeg ze zich af of ….
Aflevering 3. Eerst de jaarrekening, daarna praten we wel verder
Aflevering 4. Ambitie en generaties
Aflevering 5. Vriend…?
Aflevering 6: Burn-out
Aflevering 7. ‘Sinds kort ben je miljonair. Op papier dan…’
Aflevering 8. Virus
Aflevering 9. As good as new, maar waar vandaan?
Aflevering 10: Filewerkzaamheden
Aflevering 11. Moreel kompas
Aflevering 12. De drie A’s, overgewaardeerd?
Geef een reactie