‘Stel, je wil samen met buurman jullie terrassen achter in de tuin opnieuw laten betegelen. Jouw buurman geeft aan dat hij wel iemand kent die dat kan doen. Het enige wat je hoeft te doen is aan de buurman € 500 te geven. Hij regelt het verder wel. Wat zou jij doen?’
Susan hoort wat de docent zegt, maar ze is er niet echt met haar hoofd bij. De kinderopvang had gebeld en aangegeven dat haar zoon verhoging had. Het lijkt niet ernstig, maar conform het protocol bellen we je toch maar even op. Hoewel Susan alle vertrouwen had in de kundigheden van de medewerkers van de kinderopvang, was ze toch het liefst naar huis gegaan. Maar dat was lastig, want ze hadden een interne cursus over fraude en daar moest iedereen die accountant is of bezig was accountant te worden bij zijn.
De docent draaide zich richting ‘Susan wat denk jij?”
‘Nou, ik zou het even niet weten. Sorry. Wat was de vraag ook alweer?’
Er klonk gelach in de zaal. De docent herhaalde de vraag.
‘Tja, kijk als ik € 500 aan de buurman geef, dan denk ik dat ik niets verkeerd doe. Maar misschien is dat wel te makkelijk gedacht en moet ik omdat ik bijna accountant ben, wel zelf om een bon vragen aan degene die het terras legt.’
‘Fraude, het is keiharde fraude,’ roept een cursist. ‘Het mag niet, lees NV-COS 240 er maar op na.’
‘Volgens mij is dit een methode om geld wit te wassen en moet je een melding doen bij FIU,’ zegt een andere cursist.
Susan hoort een wat oudere accountant zeggen dat hij wel kan stoppen met werken als hij de frauderichtlijnen honderd procent serieus neemt. ‘Nagenoeg iedere ondernemer vergeet wel eens iets te verantwoorden of boekt een privébon op de zaak. Moet ik dan bij iedere tankbon beoordelen of er niet toevallig een rolletje snoep is gekocht of een pakje kauwgum? Dat is ondoenlijk en de klanten gaan daar ook niet voor betalen.’
Susan bedenkt zich dat ze af een toe iemand laten oppassen als ze samen met Rick een avondje uit gaat. Die betaalt ze gewoon twintig euro en ze weet zeker dat die oppas dat niet opgeeft. Moet ze daar ook een melding van doen? Of is dat privé? Brengt ze daar het beroep mee in diskrediet? Een stemmetje in haar hoofd zegt dat ze niet zo door moet draven. Maar als ze eerlijk is dan vindt ze fraude één van de lastigste vraagstukken waar je als accountant mee te maken kunt krijgen. Want ook bij fraude heb je de rekkelijken en de preciezen. De een vindt dat iemand die een euro niet netjes verantwoord al een fraudeur. De ander vindt dat er pas sprake is van fraude als iemand probeert van twee walletjes te eten.
‘Je moet je eigen moreel kompas leren ontwikkelen,’ hoort ze de docent zeggen.
‘Maar hoe doe je dat dan?’ vraag Susan. ‘Iedereen heeft toch een eigen moreel kompas. De één gelooft in God en vindt dat je je aan de tien geboden moet houden. De ander is libertijn en vindt dat alles is toegestaan waarvan nadrukkelijk niet is beschreven dat het niet mag. En voor mezelf ben ik daar ook nog lang niet altijd over uit. Die casus van de buurman met zijn terras: ik denk dat ik tijdens deze cursus kritischer ben over mijn handelen dan wanneer ik weer thuis ben. Ik denk eerlijk gezegd dat ik daar helemaal niet bij stil sta. Veel zaken gaan gewoon zoals ze gaan.’
Susan ziet meer cursisten instemmend knikken.
‘Zoeken we geen spijkers op laag water? vraagt een cursist die net als Susan de opleiding tot accountant volgt. ‘Moeten we bij alle klanten continue kijken of er fraude is gepleegd of niet? Ik heb soms wel eens een idee dat een ondernemer niet helemaal eerlijk is, maar hoe bewijs ik dat? En je mag ook niet zomaar iemand vals beschuldigen.’
De docent grijpt in. ‘Zullen we het eens van de andere kant bekijken? Mensenhandel, prostitutie, corruptie, omkoping, uitbuiting en allerhande criminaliteit blijven in stand doordat er geld moet worden witgewassen. Witwassen en fraude gaan altijd hand in hand. Gebruik je gezonde boerenverstand. Een ijssalon die ook topomzetten draait als het slecht weer is, een horecagelegenheid die meer dan 100% bezetting moet hebben om de omzet die verantwoord is te kunnen realiseren. Durf kritische vragen te stellen. Want in veel gevallen sta je er met de neus bovenop. Alleen zie je het niet omdat het zo gewoon lijkt. Fraudeurs en witwassers zorgen daar natuurlijk ook voor. Hoe normaler het lijkt, hoe minder vragen. En omdat je als accountant over een hoger financieel IQ beschikt dan gemiddeld, mag er van jou ook verwacht worden dat je vragen stelt bij hetgeen je ziet. En dan gaat het niet over een rolletje drop op een tankbon. Nee, het gaat om omzet- en kostenpatronen waarvan je denkt: dat is bijzonder. Of denk aan een ondernemer die nieuwe kantoorinventaris koopt en waarvan jij je afvraagt waar dat dan wel moet staan. Als je bedenkt dat er jaarlijks miljarden euro’s moeten worden witgewassen, dan zou dat maatschappelijke signaal je al extra kritisch moeten maken. Lees het boek De Vastgoedfraude er maar eens op na. In het begin lijkt het allemaal logisch. Maar als je beseft dat het handelen van deze mensen uiteindelijk leidt tot lagere pensioenuitkeringen en dus grote maatschappelijke impact heeft, dan had je van degene die de jaarrekening samenstelde van het architectenbureau wel een wat kritischer houding mogen verwachten. Nu was het een belastingambtenaar die vragen ging stellen, maar in mijn opinie, had de accountant die vragen al moeten stellen, ook al was er slechts sprake van een samenstelopdracht.’
Jan Wietsma
Lees hier alle afleveringen
Aflevering 1. Professional in de knel: Maar toch kies ik nu voor mijn kind
Aflevering 2. Bepalingen NV-COS 240. Even vroeg ze zich af of ….
Aflevering 3. Eerst de jaarrekening, daarna praten we wel verder
Aflevering 4. Ambitie en generaties
Aflevering 5. Vriend…?
Aflevering 6: Burn-out
Aflevering 7. ‘Sinds kort ben je miljonair. Op papier dan…’
Aflevering 8. Virus
Aflevering 9. As good as new, maar waar vandaan?
Aflevering 10: Filewerkzaamheden
Aflevering 11. Moreel kompas
Aflevering 12. De drie A’s, overgewaardeerd?
Geef een reactie