Stijgende loonkosten drukken het nettoresultaat in de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT-sector). Ten opzichte van 2018 daalde het resultaat in 2019 met 18% tot 239 miljoen.
Personeelskosten blijven stijgen
Een belangrijke oorzaak voor de verslechtering van de resultaten is de toename van de personeelskosten. De totale personeelskosten van de onderzochte organisaties stegen in 2019 met circa 9,3% naar € 10,3 miljard, een stijging van bijna een miljard ten opzichte van 2018. Bij deze VVT-organisaties werken in totaal ongeveer 310.000 medewerkers (174.000 fte). Daarnaast blijven de kosten voor personeel niet in loondienst explosief stijgen: +21,6% in 2019 en +18,6% in 2018. Organisaties zien inmiddels zo’n 8% van hun personeelskosten opgaan aan externen. Onder meer de kosten voor het inhuren van personeel niet in loondienst (uitzendkrachten, zzp’ers) liepen opnieuw flink op met 21,6% tot € 790 miljoen in 2019. Een deel van deze externe inhuur bestaat bovendien uit medewerkers die eerder in loondienst waren. Door als zzp’er te werken krijgen ze meer zeggenschap over hun werkzaamheden en een hogere vergoeding. Ook de andere personeelskosten, onder meer voor behoud en werving van nieuw personeel, namen toe met bijna 16%.
Slecht imago
Dit blijkt uit de jaarverslagenanalyse – van 249 jaarverslagen van VVT-organisaties – door Intrakoop en Verstegen accountants en adviseurs. Deze organisaties vertegenwoordigen samen bijna 75% van de (totale omzet van de) sector. Ruud Plu, directeur/bestuurder van Intrakoop: ‘De arbeidsmarktproblematiek speelt de VVT-sector nog steeds flink parten. Dat zie je aan de forse toename van de kosten voor personeel niet in loondienst. De sector kampt jaar op jaar met een tekort aan goed opgeleide medewerkers voor de steeds complexere zorgvraag en de toename van het aantal cliënten. Dit heeft ook impact op de financiële resultaten van de VVT-sector. Daar komen dit jaar de gevolgen van de coronacrisis nog eens bovenop. Het is dan ook zonneklaar dat de sector voor grote uitdagingen staat.’
Omzet bijna 20 mrd
De omzet in de VVT-sector steeg in 2019 met 7,3%. Deze zal naar verwachting uitkomen op € 19,3 miljard. Dit besteedt de Nederlandse samenleving aan ouderenzorg. De omzetstijging is een gevolg van een groei van het zorgvolume (het aantal cliënten steeg met 3,5 procent, vooral extramuraal) en hogere tarieven door een verruiming van het Wet langdurige zorg-kader. Door een herijking van de tarieven sluiten deze beter aan bij de werkelijke kosten van zorgorganisaties. De sector lijkt hiermee, na een aantal roerige jaren waarin de stelselwijziging centraal stond en er minder groei was, terug bij de groeipercentages van voorheen. Tegelijkertijd namen de bedrijfslasten toe met +8,0%. In lijn met de daling van het resultaat is ook het weerstandsvermogen in 2019 (licht) gedaald: van 30,0% in 2018 naar 29,6% in 2019. Het aantal organisaties met een te laag weerstandsvermogen nam met zo’n 10% toe: eind 2019 zaten 51 VVT-organisaties onder de norm. Ook het aantal instellingen dat vorig jaar met verlies draaide steeg: 50 organisaties (20%) schreven in 2019 rode cijfers tegen 40 in 2018.
Meer geld naar cliënten
Ook de zogeheten patiënt- en bewonersgebonden kosten (het geld dat rechtstreeks naar de zorg voor cliënten gaat) namen met 10,1% verder toe, nadat deze in 2018 ook al een stijging van 8,7% lieten zien. Na de transitie in 2016 ontvangen cliënten met lagere zorgzwaartepakketten verzorging thuis. De overgebleven intramurale plaatsen zijn gericht op verpleging. De gemiddelde kosten per cliënt zijn hierdoor hoger, dit is terug te zien in de cijfers. Ook zagen verpleeghuizen in 2019 het aantal cliënten toenemen. Naar verwachting komen de totale patiënt- en bewonersgebonden kosten in 2019 uit op ongeveer € 590 miljoen. Ook de kosten voor maaltijden en verblijf (voedingsmiddelen en hotelmatige kosten) gingen omhoog met 5,6% en komen naar verwachting uit op € 1,1 miljard.
Minder investeringen
Na jaren van teruglopende cliëntaantallen en terughoudendheid van banken bij financiering trokken in 2017 en 2018 voor het eerst de investeringen weer licht aan met percentages rond de +1%. In 2019 is er echter opnieuw sprake van een daling, en wel met 3,4%. De daling is vooral het gevolg van afnemende investeringen in de belangrijkste investeringscategorie, die van de bedrijfsgebouwen en terreinen met 17,8%. In totaal is in 2019 voor ruim € 670 miljoen geïnvesteerd door de onderzochte organisaties.
Geef een reactie