De top van het inmiddels failliete InnoConcepts heeft opzettelijk informatie verzwegen tegenover Deloitte, waardoor over 2006 en 2007 onware jaarcijfers werden gepubliceerd. Dat heeft de rechtbank Amsterdam geoordeeld in de strafzaak tegen oud-commissaris Fred L. en de voormalige directeuren Peter T. en Cees van der J. van het beursfonds. Van deelname of leidinggeven aan een criminele organisatie was volgens de rechter echter geen sprake. De drie krijgen voorwaardelijke gevangenisstraffen van zes en vier maanden opgelegd. Het OM had onvoorwaardelijke celstraffen van 36 maanden, 30 maanden en 18 maanden en ontnemingsvorderingen van €3.430.000 en €1.470.000 geëist.
Uitspraak: ECLI:NL:RBAMS:2021:238
InnoConcepts
InnoConcepts kocht aanvankelijk uitvindingen van particulieren om ze marktrijp te maken. Zoals de Lifehammer, waarmee in noodgevallen de autoruit stuk kan worden geslagen. Later richtte InnoConcepts zich op het vermarkten van nieuwe technologieën. Op het hoogtepunt in 2005 had het bedrijf een beurswaarde van bijna €300 miljoen. Het beursfonds raakte echter in de financiële problemen en ging in december 2010 failliet.
OM: Deloitte vals voorgelicht
Het OM verweet de drie voormalige bestuurders na een FIOD-onderzoek deelname aan een criminele organisatie, bedrog met de jaarcijfers en valsheid in geschrifte. Justitie voerde tijdens de zitting aan dat de mannen, twee toenmalige beleidsbepalers van 70 en 66 jaar en de 61-jarige financiële man, deel uitmaakten van een organisatie die als oogmerk het plegen van misdrijven had. Zo zou er gebruik zijn gemaakt van vals opgemaakte Letters of Representation, waarmee controlerend accountant Deloitte vals voorgelicht was. Daardoor zouden er onware balansen en onware winst- en verliesrekeningen opzettelijk openbaar zijn gemaakt.
Meer dan 100 miljoen euro schade, vergelijking met Wirecard
De schade door deze fraude en het onterecht handhaven van de beursnotering van het aandeel InnoConcepts op Euronext is volgens het OM enorm. De officier van justitie haalde op de zitting communicatie tussen de verdachten uit 2007 aan waarin zij volgens hem zelf al schrijven dat ze meer dan 100 miljoen euro hebben verbrand. Op de zitting vergeleek de officier van justitie de zaak met het lopende Wirecard-onderzoek in Duitsland: “Ook in de zaak van InnoConcepts hebben de verdachten de controlerend accountant misleid met onjuiste saldobevestigingen en veel informatie voor de accountant verzwegen. Daarnaast publiceerde het bedrijf publiceerde stelselmatig onjuiste cijfers en persberichten, fingeerde transacties, stelde stelmatig cijfers op die geen getrouw beeld gaven de omzet, winst, activa en eigen vermogen.”
Rechtbank: misleiding
De rechtbank acht nu bewezen dat belangrijke financiële informatie richting Deloitte door de voormalige top is verzwegen en de drie zich schuldig hebben gemaakt aan het opzettelijk openbaar doen maken van onware jaarrekeningen van een beursgenoteerde vennootschap over 2006 en 2007. ‘Niet alleen is hiermee het vertrouwen ondermijnd dat in het maatschappelijk verkeer aan dit soort documenten wordt gesteld, maar het bedrog in de jaarcijfers heeft ook rechtstreeks negatieve gevolgen voor het vertrouwen dat beleggers en aandeelhouders mogen stellen in de getrouwheid van de jaarrekeningen en de overige informatie in jaarverslagen. Vooral als men opereert in een beursomgeving, maakt dat voorzichtigheid en transparantie is geboden. De materiële schade die als gevolg hiervan is ontstaan laat zich lastig bepalen, maar het is waarschijnlijk dat een substantiële groep beleggers bij hun beleggingsbeslissingen op de Nederlandse kapitaalmarkt zich in hoge mate heeft laten leiden door de onjuiste financiële gegevens die [naam N.V. 1] heeft gepresenteerd.’
Geen deelname aan een criminele organisatie
De rechtbank is onvoldoende gebleken dat sprake is van een groep die als gemeenschappelijk doel het plegen van misdrijven had, zoals het OM ten laste had gelegd, blijkt uit het vonnis tegen Fred L. ‘Het oogmerk van de samenwerking tussen de verdachten zag niet op het plegen van bedrog in jaarcijfers en het opzettelijk gebruik maken van valse geschriften, maar de rechtbank heeft meer de indruk dat [verdachte] en zijn medeverdachten [naam N.V. 1] en de [naam technologie] zo snel mogelijk succesvol wilden maken, ten koste van alles. Hierdoor hebben ze strafbare feiten gepleegd, maar dit was niet het oogmerk van de groep. Het enkele feit dat individuen uit een groep – in dit geval een vennootschapsconcern – al dan niet gezamenlijk met andere groepsleden misdrijven plegen, betekent niet automatisch dat het oogmerk van de groep gericht is op het plegen van die misdrijven. Door de officier van justitie is ook niet concreet verwezen naar een vooropgezet crimineel doel, een vaste organisatievorm of een motief dat de verdachten gehad zouden moeten hebben. Kortom, niet bewezen kan worden dat [verdachte] heeft deelgenomen en/of heeft leiding gegeven aan een criminele organisatie. Hij wordt hiervan vrijgesproken.’
In beginsel onvoorwaardelijke gevangenisstraf op z’n plaats
De bewezen verklaarde feiten rechtvaardigen volgens de rechtbank in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, maar de rechtbank houdt ook rekening met een aantal strafverminderende omstandigheden: ‘Gezien het tijdsverloop van de zaak, de gang van zaken tijdens het onderzoek, het gegeven dat [verdachte] volgens zijn strafblad sindsdien geen strafbare feiten meer heeft gepleegd en de impact die de hele strafzaak op hem heeft gehad, acht de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. Bovendien komt de rechtbank tot een andere bewezenverklaring dan de officier van justitie. Zo wordt [verdachte] onder andere van deelname aan een criminele organisatie vrijgesproken.’
Wim Poirters zegt
Dat er vervolgens een bedrijf failliet ging, waar 100 mensen hun boterham verdiende, zal de rechter wel niet mee gewogen hebben. Dit bedrijf HTP-tooling ging failliet en was na de overname door InnoConcepts, voorheen Philips, dus ook gedoemd om op te houden te bestaan!