De Belastingdienst heeft geen fouten gemaakt bij het terugvorderen van toeslagen bij startende zzp’ers die bijstand ontvingen. Dat schrijft staatssecretaris Van Huffelen (Financiën) aan de Tweede Kamer. Ze kijkt wel naar een uitbreiding van compensatiemogelijkheden voor zelfstandigen die voor 2014 ten onrechte geld moesten terugbetalen.
Van Huffelen antwoordt dat op vragen van Kamerlid Snels (GroenLinks), die in februari opheldering wilde over het bericht dat de Belastingdienst jarenlang ten onrechte toeslagen in het kader van bijstandsregeling Bbz heeft teruggevorderd van startende zzp’ers. Die kunnen met de Bbz hun inkomen tot drie jaar aanvullen tot bijstandsniveau. Het bedrag is eerst een lening en wordt in een gift omgezet als blijkt dat de zzp’er in het betreffende jaar inderdaad onder de bijstandsnorm heeft gezeten. Maar de fiscus telde de Bbz-uitkering op bij het toetsingsinkomen dat bepaalt of iemand recht heeft op huurtoeslag, kindgebonden budget en andere toeslagen. Daardoor moesten zo’n 10.000 tot 15.000 zelfstandigen duizenden euro’s aan ontvangen zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderopvangtoeslag of kindgebonden budget terugbetalen.
Lees ook: ‘Duizenden zzp’ers moesten door leenbijstand ten onrechte toeslagen terugbetalen’
Ongelukkig effect
‘Ik wil vooropstellen dat hier geen sprake is geweest van administratieve fouten van Belastingdienst/Toeslagen. Het probleem was hier een ongelukkig effect van wet- en regelgeving’, schrijft Van Huffelen. Omdat de gift tot 2017 tot het fiscale inkomen van de ondernemer werd gerekend, werd automatisch het toetsingsinkomen voor de toeslagen in het jaar van omzetting in een gift hoger. Hoeveel ondernemers exact zijn getroffen, is niet bekend: gemeenten hebben de omzetting van een lening naar een gift niet op persoonsniveau geregistreerd en de Belastingdienst/Toeslagen kan niet achterhalen in welke gevallen er sprake is geweest van een hoger toetsingsinkomen door de omzetting. ‘Een hoger inkomen van betrokkenen in het jaar waarover toeslagen zijn teruggevorderd hoeft niet uitsluitend te komen door het ‘inkomen op papier’. Daardoor is achteraf niet goed te herleiden bij wie deze omzetting tot verlies van toeslagen heeft geleid.’ Van Huffelen stelt dat op basis van een eerdere compensatieregeling over 2014-2016 eerder moet worden gedacht aan ongeveer 400 gedupeerden.
Compensatieregeling
Per 2017 is de fout in de regels hersteld met een wetswijziging nadat de Nationale ombudsman eind 2014 om een oplossing had gevraagd. ‘Omdat de structurele oplossing zo lang op zich liet wachten en niet met terugwerkende kracht kon worden toegepast is voor de jaren 2014 tot en met 2016 later een wettelijke compensatieregeling gekomen die inhield dat het recht op toeslag voor die jaren op verzoek van de betreffende ondernemer opnieuw werd vastgesteld op basis van een (lager) toetsingsinkomen waarin het ‘papieren inkomen’ buiten beschouwing werd gelaten. Bij ons is verder bekend dat gemeenten een deel van de (ex)ondernemers die gevolgen hebben ervaren van de Bbz-problematiek al eerder hebben gecompenseerd door middel van de bijzondere bijstand.’
De staatssecretaris bekijkt samen met minister Koolmees (SZW) of het wenselijk is om een compensatieregeling open te stellen voor ondernemers die voor 2014 als gevolg van de omzetting van de leenbijstand in een gift zijn geconfronteerd met een terugvordering van toeslagen. ‘Indien het antwoord daarop ja is, dient tevens te worden gekeken op welke wijze dat dan mogelijk zou zijn. Vanwege de complexiteit van de materie en het feit dat het hier gaat om gevallen die erg ver in het verleden liggen, vergt een zorgvuldig onderzoek naar de eventuele compensatiemogelijkheden tijd.’ CDA-lid Omtzigt had ook vragen gesteld over de kwestie. Die leidden ertoe dat wordt gekeken naar alle schriftelijke documenten over de leenbijstand vanaf het jaar 2006. ‘Deze stukken zullen zo spoedig mogelijk naar de Kamer worden verzonden.’
Geen vooringenomen handelen
Van Huffelen benadrukt dat er grote verschillen zijn met de kinderopvangtoeslagaffaire: ‘Een belangrijk onderscheid tussen de problemen met de kinderopvangtoeslag en de problemen met de Bbz-regeling is dat bij de Bbz-regeling geen sprake is geweest van vooringenomen handelen van de Belastingdienst of een doorgeslagen fraudejacht. De Belastingdienst/Toeslagen heeft in deze casus wet- en regelgeving op een juiste wijze uitgevoerd.’ Bovendien zijn de bedragen waar het om gaat over het algemeen een stuk lager. ‘Wel kan men achteraf stellen dat de doorwerking van het Bbz naar het toetsingsinkomen en als gevolg daar van de uitvoering door Belastingdienst/Toeslagen onwenselijke gevolgen heeft gehad voor een onbekend aantal ondernemers. Ook is er overeenkomst in die zin dat het signaal hierover pas laat is opgepakt en dat de structurele oplossing en de compensatieregeling mede daardoor ook pas laat tot stand zijn gekomen.’
Omdat de fiscus niet in gebreke is gebleven, ziet Van Huffelen geen aanleiding excuses aan te bieden. Voor de compensatieregeling is circa € 15 miljoen uitgetrokken, maar uiteindelijk is er voor € 3 miljoen nabetaald.
Geef een reactie