EY Belastingadviseurs is voor de tweede keer de boot ingegaan met vorderingen die het bij de rechtbank Rotterdam probeerde te verhalen op een klant in verband met extra fiscale werkzaamheden bovenop de vaste prijsafspraak.
In een tussenvonnis wees de rechter dit voorjaar al een deel van de vordering af omdat EY geen contact had gezocht met de klant over het meerwerk. Wel kreeg het accountantskantoor toen de gelegenheid om vorderingen van € 36.070,- en € 25.996,- nader te onderbouwen. Dat is EY volgens de rechter echter niet gelukt. Het einde van het liedje is nu zelfs dat niet alleen de vorderingen van EY worden afgewezen, maar dat het accountantskantoor ook nog eens € 34.040,23 aan teveel betaalde facturen terug moet betalen aan de klant.
Uitspraak: ECLI:NL:RBROT:2021:7395
De klant is een bedrijf dat zich onder meer bezighoudt met de ontwikkeling, werving, (sub)licentiering en verkoop van intellectuele eigendomsrechten. Begin 2017 werd een engagement agreement gesloten met EY Belastingadviseurs voor het verrichten van verschillende fiscale diensten door het accountantskantoor aan twee aan het bedrijf gelieerde personen. Wat precies hun verhouding tot het bedrijf is wordt uit de uitspraak niet duidelijk.
Herstelwerkzaamheden
Op een bepaald moment moesten er onder meer (fiscale) herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd voor de twee en daar ging het mis tussen EY en de klant. Er ontstond onenigheid over de hoogte van het in rekening te brengen bedrag voor de extra werkzaamheden bovenop de in de engagement agreement overeengekomen werkzaamheden. Die vorderingen waren zowel op het bedrijf als de twee personen gericht.
Vordering deels afgewezen
Het accountantskantoor stapte naar de rechtbank Rotterdam om alsnog de facturen betaald te krijgen, maar dat pakt dus nogal anders uit dan gehoopt. In februari wees de rechtbank een deel van de vordering al af omdat het accountantskantoor niet met de klant in overleg ging over de extra werkzaamheden die volgens haar buiten de vaste prijsafspraken vielen en afzonderlijk in rekening werden gebracht, terwijl het daartoe op grond van de overeenkomst wel was gehouden. Ook kwam EY volgens de rechter niet met feiten waaruit volgt dat de klanten ermee bekend waren of hadden moeten zijn dat EY dergelijke omvangrijke werkzaamheden verrichtte en dat EY de daarmee verband houdende kosten afzonderlijk in rekening wilde brengen.
Nadere onderbouwing gevraagd
Het accountantskantoor kreeg van de rechtbank wel de gelegenheid om een deel van het gevorderde nader te onderbouwen. Ten aanzien van de overige afzonderlijk in rekening gebrachte werkzaamheden was de rechtbank namelijk van oordeel dat EY aan de klanten duidelijk heeft medegedeeld dat aanvullende werkzaamheden nodig waren. Voor de klanten had ook duidelijk moeten zijn dat daarmee extra kosten gemoeid waren. Omdat de klanten echter de noodzaak van de werkzaamheden van een dergelijke omvang hebben betwist, stelde de rechtbank EY in de gelegenheid nader te onderbouwen dat zij bij de klanten € 36.070,- en € 25.996,- in rekening mocht brengen in verband met het corrigeren van de aangiften inkomstenbelasting en een boekenonderzoek in het buitenland.
Onderbouwing EY onvoldoende
De rechtbank oordeelt nu dat het redelijk is dat EY kosten bij de twee personen in rekening heeft gebracht voor werkzaamheden in het kader van het corrigeren van de aangiften, maar dat niet is komen vast te staan dat alle door EY verrichte werkzaamheden nodig waren. Omdat EY onvoldoende concreet heeft onderbouwd welke werkzaamheden redelijkerwijs nodig waren en evenmin duidelijk is dat dit wezenlijk meer werkzaamheden zijn dan voor een reguliere belastingaangifte in het betreffende land, bepaalt de rechtbank mede vanwege het ontbreken van concretere aanknopingspunten dat EY voor haar werkzaamheden in het kader van de twee herstelaangiften twee maal het tarief voor een reguliere aangifte inkomstenbelasting in het betreffende land in rekening mag brengen, dat is € 12.000,- exclusief kantoorkosten en btw. Over de werkzaamheden met betrekking tot het boekenonderzoek is de conclusie dat niet is komen vast te staan dat EY voor het boekenonderzoek kosten bij de twee in EY mocht brengen bovenop de overeengekomen vaste tarieven voor haar werkzaamheden.
Optellen en aftrekken: EY moet per saldo betalen
De conclusie is verder dat EY ten onrechte bedragen bij de twee personen in rekening heeft gebracht voor reparatiewerkzaamheden van werk dat door een ander belastingadviseursbedrijf was gedaan en voor het boekenonderzoek. Opgeteld moet weliswaar € 18.080,- aan EY worden voldaan (de €12.000 plus enkele kleine onbetwiste vorderingen), inclusief 2% kantoorkosten en 21% btw is dat € 22.314,34. Dit bedrag is echter lager dan het bedrag dat de twee personen in verband met deze factuur al aan EY hebben voldaan. Alle vorderingen worden afgewezen.
Vorderingen klant: onverschuldigde betaling
Daar komt nog bij dat klant in reconventie terugbetaling aan teveel betaalde facturen vorderde. Die vordering wordt toegewezen. De twee personen hebben naar aanleiding van de tweede factuur van 2 maart 2018 van EY € 56.354,57 aan EY betaald, dat is gelet op het voorgaande (€ 56.354,57 min € 22.314,34 is) € 34.040,23 meer dan zij aan EY verschuldigd zijn. De twee stellen terecht dat dit bedrag onverschuldigd is betaald en dat zij recht hebben op terugbetaling. Het argument van EY dat de betaling door de twee een erkenning van de verschuldigdheid van het betaalde bedrag impliceert, volgt de rechtbank niet, reeds omdat het leerstuk van de onverschuldigde betaling dan iedere betekenis zou verliezen. De twee hebben zonder rechtsgrond € 34.040,23 aan EY betaald en kunnen aanspraak maken op terugbetaling. De vordering in reconventie wordt dan ook toegewezen tot dit bedrag.
De rechtbank wijst dus alle vorderingen van EY af en veroordeelt het accountantskantoor om € 34.040,23 aan de twee aan het bedrijf gelieerde personen te betalen.
Geef een reactie