
Prijzen zijn in maart met 9,7 procent gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Het is de hoogste inflatie sinds april 1976, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De inflatie valt in de eerste volle maand sinds het begin van de Oekraïne-oorlog veel hoger uit dan in februari, toen de prijzen op jaarbasis 6,2 procent waren gestegen. Vooral de prijzen van olie en gas stegen. Nieuwe energiecontracten zijn voor consumenten anderhalf keer duurder dan in maart 2021. Aan de pomp waren de prijsstijgingen ruim 35 procent. Ook de prijzen voor voedingsmiddelen stegen harder. Vooral vlees en groente werden duurder, wat onder meer samenhangt met gestegen brandstofprijzen.
Europese methode
Vorige week noemde het CBS een inflatie van bijna 12 procent. Maar dit cijfer was berekend op basis van de Europees geharmoniseerde methode. Volgens de eigen rekenmethode valt de inflatie in Nederland dus lager uit. Dat komt onder meer omdat in die methode ook de kosten voor woninghuren worden verwerkt. De Europese methode laat die buiten beschouwing. De huizenprijzen zitten overigens in zowel Europa als Nederland niet verwerkt in het inflatiecijfer. Energie drukt juist een stevige stempel op de cijfers, omdat wordt uitgegaan van nieuw aangeboden energiecontracten. Huishoudens met een vast energiecontract hebben momenteel minder last van de stijgende prijzen.
Lonen
De cao-lonen stijgen wel maar blijven met 2,4 procent in het eerste kwartaal ver achter bij inflatie. In de beschikbare cijfers tot 1973 is het volgens het CBS niet voorgekomen dat de ontwikkeling van de cao-lonen zo ver achter bleef bij de inflatie.
Bron: CBS
Geef een reactie